Opinie

Duitse kritiek op Afghanistanmissie is terecht

In Duitsland is veel kritiek op de Afghanistanmissie omdat de resultaten mager zijn. Dr. Hans Ester pleit ervoor in Nederland notie te nemen van de discussie in Duitsland.

24 August 2007 13:50Gewijzigd op 14 November 2020 05:02

Zoals gedurende de afgelopen weken in Nederlandse kranten te lezen was, is Berlijn, de commandant van de Nederlandse strijdkrachten, van mening dat Nederland zijn missie in Uruzgan moet verlengen. Generaal Berlijn zei recent dat een „welvarend land als Nederland” Afghanistan niet aan zijn lot mag overlaten. Berlijn is niet zonder hoop voor de toekomst van Afghanistan.Deze positieve inschatting van de toestand in Afghanistan, inclusief de hoofdstad Kabul, zal in de Duitse Bondsrepubliek op grote scepsis kunnen rekenen. Vorige week werden in Afghanistan drie medewerkers van een ontwikkelingsorganisatie vermoord. Tijdens de rouwdienst voor de overledenen die in Berlijn werd gehouden waren de Duitse bondskanselier Merkel en andere prominente politici aanwezig. Het was een nationale rouwplechtigheid. Vrijwel gelijktijdig maakte de Duitse radio bekend dat op klaarlichte dag Christina Meier, medewerkster van een christelijke hulporganisatie, in Kabul was ontvoerd. Gelukkig is zij intussen weer bevrijd. In het licht van deze gebeurtenissen krijgt de motivering van Berlijn echter een naïeve klank en doemt de vraag op of de commandant niet tegen beter weten in zijn mening heeft gevormd.

Generaal Berlijn stelt een vorm van solidariteit met de bevolking van Afghanistan op de voorgrond. Maar is die bevolking met onze hulp en bijstand wel gediend? Willen de Afghanen wel wat wij voor hen willen doen? In Duitsland twijfelt men daaraan, omdat de Afghanen de inzet van de louter op niet-militaire taken gerichte Duitsers keer op keer tenietdoen. Een voorbeeld van deze teleurstellende mentaliteit is te lezen in het weekblad Der Spiegel van vorige week (nummer 33). Duitsland heeft zestig functionarissen naar Afghanistan gestuurd om Afghaanse politiemensen op te leiden. Een aanzienlijk aantal van deze ”Waffenträger” verhuurt zich echter na voltooiing van de opleiding aan de taliban, aan plaatselijke krijgsheren of aan drugsbarons omdat dat meer geld oplevert.

In de discussies die op de Duitse televisie over de Duitse aanwezigheid in Afghanistan plaatsvinden, stellen kenners van de internationale politiek de vraag waarom onze aandacht juist naar Afghanistan moet uitgaan en niet naar bijvoorbeeld Liberia of Somalië, om twee andere problematische landen te noemen.

Generaal Berlijn spreekt over een moreel failliet wanneer Nederland niet zou meestrijden voor de vestiging van een democratische rechtsstaat in Afghanistan. In Duitsland durft men zich openlijk af te vragen welk Duits of Europees doel gediend wordt met de inzet in Afghanistan. Het antwoord luidt: dat Europese doel is het verkleinen van de mogelijkheid dat Afghanistan opnieuw de springplank van het internationaal terrorisme zal worden.

Mij lijkt de Duitse aanpak beduidend realistischer dan de Nederlandse. In principe zegt het land Afghanistan de Nederlander weinig of niets. Dat zou anders kunnen zijn wanneer de Afghanen hun erkentelijkheid zouden betonen voor onze inspanningen en ons zouden helpen bij de opbouw van hun land. Wanneer een dergelijke gemeenschappelijke inzet ontbreekt, valt de humanitaire basis van onze strategie in Afghanistan weg en is onze inzet een kwestie van: nodeloos onze mensen aan onvoorspelbaar geweld blootstellen en geld over de balk smijten. In ieder geval doet Nederland er goed aan om ter wille van de zuiverheid van de discussie met Duitsland hierover zeer nauw in gesprek te blijven.

De auteur is docent literatuurwetenschap aan de Radboud Universiteit Nijmegen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer