Dubbel luisteren in de stad
Welke betekenis heeft de gereformeerde hermeneutiek voor een kerk in de stad? Over die vraag hield ds. C. van Duijn gisteren een lezing tijdens de studieweek voor theologiestudenten van de Gereformeerde Bond. Hieronder een deel van zijn betoog.
Kenmerkend voor de gereformeerde hermeneutiek is dat je het Woord Gods volstrekt serieus neemt (het ”sola Scriptura” en het ”tota Scriptura”). Je laat het staan voor de volle honderd procent. Zeker in een stad neem je daardoor een heel aparte positie in. Tegelijkertijd speelt binnen de gereformeerde theologie (en ook in de gereformeerde hermeneutiek) de toepassing een grote rol. Het Woord Gods moet ook landen.In zijn boek ”De christen als tijdgenoot” spreekt John Stott in dit verband over de praktijk van het dubbel luisteren. Met één oor luisteren naar de Schrift, met het andere oor naar de wereld. Als je alleen maar luistert naar de Schrift, word je wereldvreemd. Als je alleen maar luistert naar de wereld heb je niets te zeggen. Beide dus.
Dat is een moeilijke opgave. Want voortdurend dreigen er twee gevaren. We kunnen menen dat we al weten wat er in de Schrift staat. Daarom blijft voortdurend studeren, bidden en exegetiseren nodig. We kunnen ook denken dat we wel weten hoe de wereld denkt. Maar is dat werkelijk zo?
Vroege Kerk
De typering gereformeerde hermeneutiek doet onmiddellijk aan de Reformatie denken. In de Reformatie kreeg de verkondiging weer alle aandacht die zij nodig had. Ondertussen bevat het woord ”re-formatio” niet alleen maar een appel om terug te keren tot de Schrift, maar ook een oproep om de band met de Vroege Kerk vast te houden. De Reformatie had oog voor de continuïteit. De ontwikkelingen in de Rooms-Katholieke Kerk zag men als een afwijking van die doorgaande lijn.
Als het gaat om een gereformeerde hermeneutiek denk ik dat de Vroege Kerk heel actueel is, met name in een stadssituatie. De Vroege Kerk was immers een christelijke minderheid te midden van een heidense meerderheid. Hoe geef je in zo’n context vorm aan je christen-zijn? Hoe communiceer je in zo’n setting het Evangelie? De hermeneutische vraag bij uitstek.
In de Vroege Kerk heeft naast de concrete verkondiging ook het concrete christelijke leven een wezenlijke rol gespeeld bij de overdracht van het Evangelie. In het boek Handelingen komen we de stadsgemeente van Antiochië tegen. Het Woord Gods groeit daar! De gemeente heeft aantrekkingskracht op buitenstaanders.
Dat is het werk van de Heilige Geest. Ongetwijfeld. Maar, zo lees ik in een sociologische studie van Rodney Stark over Antiochië: de christelijke handreiking sprak ook boekdelen! Waar rampen zoals epidemieën en aardbevingen de stad troffen en vele ongelovigen wegvluchtten, bleven christenen op hun post om hun zieke, niet-gelovige stadsgenoten te verzorgen. En dat maakte indruk. Ook dat was een zaak van hermeneutiek: vormgeving van het Evangelie. Als wel vanaf de kansel precies verteld wordt hoe het allemaal zit, maar in de gemeente geen christelijk leven is, slaan onze woorden als een tang op een varken. Juist in de stad vraagt een gereformeerde hermeneutiek om de tweeslag van leer en leven.
Taaleigen
Het belang om als gereformeerde hermeneuten bij de Vroege Kerk in de leer te gaan, wordt nog door een volgend punt onderstreept. Juist in de Vroege Kerk zie je de hermeneutische worsteling bij uitstek. Hoe verkondig je het Woord Gods? Welke taal gebruik je? Een eigen taal die niemand verstaat? Of maak je gebruik van het taaleigen van de heiden? Gebruik je zijn filosofisch denkkader om in dat kader het Evangelie ter sprake te brengen? Een spannend punt. Wij noemen dat al snel vermenging of aanpassing. „Wat heeft Jeruzalem met Athene te maken?” is in dat verband een gevleugeld gezegde. Zeker, je kunt hierin te ver gaan. Maar ondertussen ligt hier wel een geweldige en moeilijke opdracht!
Een gereformeerde hermeneutiek heeft iets confronterends in zich. Op het scherp van de snede komt het Woord Gods ter sprake. Stellend en beslist. Ondertussen vormen wij een minderheid. Moeten we daarom alleen nog maar de boodschap verkondigen achter veilige muren, voor ingewijden die het gelukkig nog begrijpen? Nee. Gereformeerde hermeneutiek heeft, zoals een goede gereformeerde theologie betaamt, ook iets theocratisch in zich: zeggingskracht richting iedereen. Daarom is de gereformeerde hermeneutiek ook hier en nu nog steeds confronterend.
Dubbelgebod
Behalve confronterend moet de gereformeerde hermeneutiek ook communicerend zijn. Ik begon met de praktijk van het dubbel luisteren. Je mag het ook zo zeggen: we moeten denken (en verkondigen) vanuit de Ander: de Heere God. Maar zoals er het dubbelgebod is van de liefde, zo is er bij de gereformeerde hermeneutiek ook direct een tweede gebod om te luisteren vanuit de ander met een kleine letter. Wie zijn onze hoorders? Een gereformeerde theologie, waarin voor de toe-eigening een grote plek is ingeruimd, dient dit door te vertalen naar haar hermeneutiek.
In Johannes 4 leert Christus Zelf ons hoe dat moet. Hij is in gesprek met de Samaritaanse vrouw. Hij confronteert haar met de Ander, met God. Maar de ander (de vrouw zelf) weet zich ook aangesproken en gekend. Jezus vertelt eerlijk tegen de vrouw waar het op staat, maar wel in haar taalveld, in haar belevingswereld. Vertelt haar genadig de waarheid. De gereformeerde hermeneutiek (in de stad) ten voeten uit.
De auteur is predikant van de Noorderkerk in Amsterdam.