Toen adel nog adel was
Titel: ”Zomers met Marieliesel. Een adellijke familie in een veranderende wereld”
Auteur: Lietje en Marie-Jeanne van Hövell tot Westerflier
Uitgeverij: Mouria, Amsterdam, 2007
ISBN 978 90 458 0006 6
Pagina’s: 336
Prijs: € 18,90.
Tot voor de Tweede Wereldoorlog had de Nederlandse adel nog echt aanzien. Door hoge posities, goede netwerken en veel bezittingen was hij nadrukkelijk aanwezig. Hoe een van de adellijke families tussen de wereldoorlogen leefde, is fraai verwoord in het boek ”Zomers met Marieliesel. Een adellijke familie in een veranderende wereld”, dat geschreven is door twee nazaten: Lietje en Marie-Jeanne van Hövell tot Westerflier. Het boek vertelt het verhaal van het gezin van Ernest Otto Joseph baron van Hövell tot Westerflier en zijn echtgenote jonkvrouwe Maria Josepha Huberta de Kuyper. Een rooms-katholieke familie met een eeuwenoud voorgeslacht. De brieven geven een interessant beeld van het leven van Gelders-Overijsselse landadel in de eerste helft van de twintigste eeuw.
Het boek is gestructureerd rond brieven die de baron, zijn vrouw en hun zoons tussen 1922 en 1931 aan de Hongaarse Marieliesel Conrad-Hauer en haar ouders schreven. Dit adellijke meisje verbleef van 1922 tot 1929 elke zomer maandenlang in het gezin van de Van Hövells. Twee nazaten -Lietje en Marie-Jeanne van Hövell tot Westerflier- begonnen aan het boek toen zij in 2001 een pakket brieven kregen van een familielid van Marieliesel uit Hongarije.
De brieven gaan over alledaagse dingen, maar laten ook zien hoe een adellijke familie leefde: met hulpen in de huishouding, tuinmannen, jachtopzieners. Contacten waren er vooral met andere adellijke families.
De vier zoons Van Hövell kunnen goed overweg met Marieliesel. Was moeder niet jong gestorven en vader niet kort daarna met zijn Buick verongelukt, dan had een van de jongens haar vast aan de haak geslagen. Zover is het niet gekomen. Marieliesel is later nog wel teruggeweest in Nederland.
Drie plaatsen domineren in het boek: het Gelderse Elst, waar vader Van Hövell burgemeester is; het landgoed Ossenbroek bij Cuijk, waar de vakanties en de weekenden worden doorgebracht; en als derde het landgoed ’t Joppe bij Gorssel.
Fraai in het boek is dat de brieven steeds in het perspectief van de wereldgeschiedenis worden geplaatst. De schrijvers doen dat door aan het begin van elk hoofdstuk een overzicht op te nemen van belangrijke gebeurtenissen in dat jaar of die periode.
Ver uit beeld
”Zomers met Marieliesel” is vooral een familiegeschiedenis. Dat blijkt uit de vele familiekiekjes, maar vooral ook aan het einde van het boek. Als vader Van Hövell bij een verkeersongeval omkomt, wordt dat uitvoerig beschreven, tot en met de toespraken van de verschillende raadsleden toe. Hoofdpersoon Marieliesel is dan erg ver uit beeld.
Na een aantal hoofdstukken zijn de brieven vermoeiend om te lezen. Temeer omdat de essentie bij de inleiding van het hoofdstuk al is weergegeven en veel brieven echt gebabbel zijn. Het boek was sterker geweest als de schrijvers de brieven -die niet bepalend zijn voor de wereldgeschiedenis- al citerend in een lopend verhaal hadden verwerkt.
Een minpuntje is ook het ontbreken van een landkaartje waarop alle plaatsen die een rol spelen, zijn aangegeven. Ook dat had de leesbaarheid verhoogd. Nu moet de lezer zelf de atlas pakken en steeds goed nadenken waar zich welke passage afspeelt.