Minister voor Jeugd en Gezin keert het tij niet
Minister Rouvoet had in plaats van honderd dagen Nederland, een paar dagen Verenigde Staten moeten doen, vindt Wim Orbons. Daar was vorig jaar het aantal echtscheidingen het laagste sinds 1970.
De Verenigde Naties riepen 2004 uit tot het Jaar van het Gezin. Vele initiatieven werden daarna genomen ter verbetering van de economische positie van gezinnen in de wereld. In het Westen verkeert het gezin niettemin in een paradoxale situatie. Enerzijds blijkt uit onderzoek dat de mensen het gezin boven aan de waardeschaal zetten, maar tegelijk zien we hoe moeilijk veel gezinnen het hebben om bij elkaar te blijven. Recent berichtte het Europese Instituut voor Familiebeleid (IPF) dat elke dertig seconden een scheiding plaatsvindt. Volgens IPF-voorzitter Lola Velarde zijn in de afgelopen vijftien jaar 21 miljoen kinderen betrokken geraakt bij een scheiding. Derhalve pleitte zij bij het Europees Parlement voor meer prioriteit voor een gezinsgerichte aanpak.Ook in Italië betoogden recent enkele honderdduizenden mensen voor het gezin en tegen de invoering van het samenlevingscontract. Als het gezin (vader, moeder en kind) gezond is, zal de wereld gezond zijn, was de boodschap.
Symptoombestrijding
Dat is in de Verenigde Staten allang doorgedrongen. Daar daalt het aantal echtscheidingen in sommige staten zelfs met 70 procent. Maar in Europa houden de gezinsministers zich vooral bezig met ”end-of-pipe”-oplossingen. Ouderschapsplannen, bemiddeling enzovoort na scheiding is symptoombestrijding. Dat geldt ook voor opvoedcursussen, meldpunten, publiekscampagnes en wat dies meer zij in de strijd tegen kindermishandeling.
Recent meldde het CBS dat dit jaar bijna de helft van de kinderen (47 procent) buiten het huwelijk wordt geboren. In 1989 werd nog maar een op de tien kinderen buiten het huwelijk geboren (11 procent). Was er in 1970 nog sprake van 124.000 huwelijken, vorig jaar waren dat er nog slechts 73.500. Het lijkt erop dat mensen het huwelijk zowel voor zichzelf als voor hun kinderen niet langer van betekenis vinden. Dit is een buitengewoon schadelijke ontwikkeling, vooral voor de buitenechtelijk geboren kinderen. Er bestaat namelijk een rijke hoeveelheid sociaal en rechtswetenschappelijk bewijsmateriaal dat het huwelijk de beste setting vormt voor de succesvolle opvoeding van een kind.
Bij heel wat jongeren is er aarzeling om te trouwen en een gezin te stichten. Mensen engageren zich niet graag meer voor een langere periode. Mensen voelen zich niet enkel onzeker, ze willen ook alle mogelijkheden verkennen en zich niet vastpinnen op één doel. Daarbij komen dan nog de vele maatschappelijke eisen die de huidige samenleving -ook wettelijk- ons stelt.
Mannen en vrouwen -gestimuleerd door de overheid, die kennelijk economische groei belangrijker vindt dan sociale groei- lijken steeds meer eerst een maatschappelijke loopbaan en werk te willen zoeken. Maar er is meer. Ook het hedendaagse levensgevoel maakt het hun niet gemakkelijk. Er is zoiets als de ”cultuur van het voorbehoud” ontstaan. Alles is voorlopig, niets is zeker.
Eigenbelang
Opvallend en zorgwekkend is dat steeds sneller na de trouwbelofte en de geboorte van een kind wordt gescheiden. We zetten kinderen op de wereld, maar blijven daarvoor niet meer de verantwoordelijkheid nemen. Van de gehuwde stellen die scheiden, heeft 20 procent kinderen van 0 tot 4 jaar, 35 procent heeft kinderen tussen de 5 en de 9 jaar. Bij samenwonenden met kinderen zullen deze percentages wellicht nog hoger zijn. Sinds 1999 scheiden meer gehuwde stellen met kinderen dan zonder kinderen. Dat wijst erop dat het eigenbelang niet zelden boven het belang van het kind wordt gesteld.
In een relatie is het niet elke dag feest, maar dat is het op het werk ook niet. Met dat laatste kunnen we kennelijk wel leven, maar met het eerste niet. Momenten van verveling, op elkaar uitgekeken lijken, ja zelfs leegte kunnen de relatie doorkruisen. Maar volwassenen beseffen kennelijk niet dat verreweg de meeste kinderen niet willen dat hun ouders scheiden. En politici realiseren zich kennelijk niet dat de kinderen die bij Jeugdzorg zijn aangemeld in verreweg de meeste gevallen kinderen zijn uit gebroken gezinnen.
Minister Rouvoet voor Jeugd en Gezin heeft honderd dagen door Nederland gereisd en vaak met jongeren gesproken. Misschien had de minister beter enkele dagen de VS kunnen bezoeken. Daar was het aantal scheidingen vorig jaar het laagste sinds 1970. Rond die tijd werd in Nederland de eenzijdige schuldloze scheiding zonder motivatie ingevoerd -de bron van heel veel ellende voor kinderen én samenleving- wat tot gevolg had dat het aantal echtscheidingen explosief steeg.
De auteur is gezondheidseconoom en voormalig bestuurder van gezondheidszorgorganisaties.