Belgische formatie
De onderhandelingen over de vorming van een nieuw Belgisch kabinet zijn vastgelopen op de Vlaamse roep om meer autonomie. De besprekingen tussen Vlamingen en Walen zitten zo vast dat koning Albert in eigen persoon zich er afgelopen weekend mee moest bemoeien. Een rondje langs drie Belgische kranten.
De Standaard
De Vlaamse onderhandelaars moeten duidelijkheid verschaffen over de vraag hoe hun ideale België eruitziet, vindt De Standaard. „Wat is er nodig voor de Franstalige partijen de weg van een voorzichtig ja op durven? De vraag wordt stilaan her en der gesteld in de Franstalige media. Daar klinkt ook schuchtere kritiek op de manier waarop MR en CDH eind vorige week eisen ter tafel gooiden die elk gesprek onmogelijk maakten.
Niet dat de neiging groeit om maar meteen een forse staatshervorming in te zetten. Het waren volgens deze lezing immers de Vlamingen die met hun lange lijst splitsingsvoorstellen dit bitse antwoord hadden uitgelokt. Maar het besef daagt dat de strategie die de Franstalige partijen nu al jaren hanteren, die van het afwijzen van elk grondig gesprek, de spanning naar het kookpunt aan het voeren is.
Intussen hebben de Vlaamse onderhandelende partijen geruisloos het pad van de Grote Hervorming verlaten. Wat ze voorstellen, is geen Big Bang meer, maar een ambtelijke verruiming van bestaande bevoegdheden. De grote twistpunten bijvoorbeeld rond werk en gezondheidszorg, die bij de Franstaligen acute verlatingsangst oproepen, zitten er voorlopig niet in.
Maar in dat voorlopige schuilt het probleem. De Franstaligen willen eindtermen zien. Wat gaat er schuil achter deze eisenbundel en tot waar willen de Vlamingen de federale staat en de federale solidariteit onttakelen? Zolang ze dat antwoord niet horen, gaan ze uit van het ergste en zetten ze de hakken in het zand. En dat leidt dan tot de radicalisering aan Vlaamse zijde die we met de dag zien toenemen.”
De Morgen
Volgens De Morgen moet er een hoge prijs worden betaald voor het feit dat de Waalse onderhandelaars hun collega’s uit Vlaanderen hebben geschoffeerd.
„De toestand is hopeloos en stilaan ook wat ernstig. De vader van Jean-Luc Dehaene, een psychiater, placht zijn zoon de levenswijsheid mee te geven dat je zelfs de grootste gekken kunt begrijpen, zodra je de logica snapt van waaruit ze vertrekken. Het is een methode die ook op Hertoginnedal van toepassing is.
De Vlamingen leggen een aantal -volgens hen- logische en terechte vragen op tafel, die de Franstaligen zelfs geen euro zullen kosten. Die zien in die voorstellen echter de quasisplitsing van België, die hen als totaal onredelijk voorkomt. Ze riposteren dus met een aantal Franstalige verzuchtingen, die dan weer voor de Vlamingen overkomen als het raken aan de grondvesten van de Belgische federatie.
Zo zitten we dus in een impasse die er nu al weken zat aan te komen en die Leterme niet heeft kunnen vermijden. (…)
De Franstaligen hebben de Vlaamse onderhandelaars erger geschoffeerd dan ze vermoeden en ze hebben vooral laten zien dat ze zich geen moer aantrekken van Letermes monsterscore.
”Adding insult to injury”, heet dat, en daar zal een prijs voor moeten worden betaald. Bij het (Vlaamse, red.) kartel is men het negativisme van de overkant meer dan beu. Voor het eerst is er ook een bereidheid om af te tasten hoever men in de crisis kan gaan. Daarbij combineert men het eigen gekwetste eergevoel met een groot gebrek aan empathie voor de angsten die terecht of onterecht aan de overkant heersen.
Dan kom je al snel in situaties waarbij de eigen verzuchtingen als redelijke uitingen van staatsmanskunst worden beschouwd en de opwerpingen van de anderen als een negativistische komediantenrevue. (…)
Het zal nog weken, zo niet maanden duren voor deze formatie de kernbegrippen van een bepaalde verkiezingscampagne zal kunnen waarmaken: respect en goed bestuur.”
Le Soir
Beide kanten zullen concessies moeten doen, stelt de Waalse krant Le Soir.
„We hebben het hier al geschreven: het Franstalige nee tegen elke constitutionele verzwakking is op termijn niet verdedigbaar en vormt op zichzelf geen plan dat tegemoetkomt aan de onwrikbare wensen van de Vlamingen. Op dezelfde manier is het Vlaamse dictaat -„u doet wat men u vraagt, dat is goed voor u”- onacceptabel, zeker wanneer men op de lange termijn samen wil leven.
Men kan enkel uit de impasse geraken als men aan beide zijden de ultimatums en de oekazes opgeeft en op een breed institutioneel bouwterrein aan de slag gaat (…) Zonder scheldwoorden, zonder volle vuistslagen, zonder messen op de keel. Dan is men een heel eind. Wij kunnen de institutionele problemen niet ontkennen, omdat die voor de andere gemeenschap, die de meerderheid vormt, dermate op de voorgrond staat, op het karikaturale af.
Maar de Vlamingen kunnen de Franstaligen niet dwingen enkel de gegijzelden in het debat te zijn, en geen handelende partij. En om dat probleem vlot te trekken is enkel de koning niet genoeg, maar heeft men staatsmannen nodig.”
Samenstelling: buitenlandredactie