De hoop was zaterdag nog gevestigd op de resultaten van de boring van een vierde schacht. „De uitslag daarvan is cruciaal”, liet Wilbanks weten. „Iedereen hier is nog hoopvol dat de zes mannen er levend uitkomen.” De mijnwerkers zijn sinds 6 augustus vermist. Sindsdien ontbreekt van hen elk spoor. De leider van de reddingsoperatie zei gistermiddag tijdens een persconferentie dat het niet waarschijnlijk is dat ze nog gevonden worden. Experts uit de hele Verenigde Staten waren naar de mijn gekomen om nog een uitweg voor de arbeiders te vinden.Het zijn moeilijke tijden voor de families van de vermisten, zegt Wilbanks, voorganger van de onafhankelijke baptistengemeente van Castle Dale. Naaste familie van een van de vermiste mijnwerkers, Kerry Allred, is lid van zijn gemeente. Ook Allreds vrouw behoort al meer dan tien jaar bij de kerk van Castle Dale. De mijnwerker zelf, woonachtig in het naburige Cleveland, is geen kerklid, zegt Wilbanks.

Zijn gemeente is sterk betrokken bij de vermissing. „Er wordt intensief voor de vermisten gebeden, maar gemeenteleden zijn ook actief in het uitdelen van soep en drinken voor de reddingsploegen. De hele gemeenschap hier is betrokken”, aldus de voorganger. Wilbanks ging vorige week voor in een gebedsbijeenkomst. „We hebben God gebeden voor de bevrijding van de mijnwerkers. Ik heb gezegd: God, U bent opgestaan uit de dood. Mogen deze mannen zo ook opstaan uit de mijn.”

Allred, 58 jaar en vader van drie kinderen, stamde uit een typische mijnwerkersfamilie en was zelf een uiterst ervaren werkkracht. Hij werkte al meer dan twintig jaar ondergronds. Willbanks kende hem als een sterk persoon met veel gevoel voor humor.

„We moeten de situatie uit handen geven”, zegt Wilbanks. Dat wilde hij ook meegeven in de dienst die hij gistermorgen leidde, waarin Psalm 90 centraal zou staan. „Daarin gaat het over God, Die voor ons een toevlucht is en alles in Zijn hand heeft. We bidden of het Zijn wil is dat de mijnwerkers gevonden worden, maar we moeten het aan Hem overgeven.”

Dat laatste is moeilijk, zegt de voorganger. „Je zou ze persoonlijk uit de mijn willen halen, maar je kunt niets anders doen dan de familie ondersteunen en bidden.” Na twee weken wordt de familie soms hopeloos, zegt hij. Een van de omgekomen reddingswerkers, vrijdag, was een neef van Kerry Allred. „Ik zeg ze echter niet te wanhopen. Het is niet verkeerd vragen te hebben bij de weg die God gaat. We zijn God niet, we kunnen Hem niet doorgronden. Het belangrijkste voor God is niet dat we Hem begrijpen, maar dat we Hem in onze problemen kennen.”