Koopkrachtdiscussie verbaast Balkenende
DEN HAAG - Premier Balkenende vindt de bezorgde uitlatingen van de oppositie in de Tweede Kamer over de koopkrachtcijfers „prematuur.”
De oppositiepartijen hadden afgelopen dagen forse kritiek op het dreigende koopkrachtverlies. „Ik verbaas me erover dat nog voor de eerste bespreking hierover in het kabinet al een discussie is ontstaan”, zo zei Balkenende vrijdag na afloop van de ministerraad. Hij vindt dat deze discussie pas op de derde dinsdag van september, bij de presentatie van de rijksbegroting, kan worden gevoerd.De minister-president weigerde inhoudelijk in te gaan op de cijfers van het Centraal Planbureau (CPB) die woensdag uitlekten. Het planbureau verwacht voor volgend jaar een koopkrachtverlies van 0,5 procent. Minima en ouderen zouden er zelfs 1 procent op achteruitgaan. Het koopkrachtverlies wordt toegeschreven aan hogere zorg- en AWBZ-premies in combinatie met hogere belastingen.
De betrokken ministers hebben al enkele malen vergaderd over het koopkrachtbeeld voor 2008. Ook gistermiddag kwamen ze weer bijeen.
Balkenende gaf toe dat het opstellen van de rijksbegroting voor volgend jaar „passen en meten” wordt. Volgens ingewijden willen de ministers de situatie voor de laagstbetaalden verbeteren. Volledige compensatie van het koopkrachtverlies zou echter te duur worden. Ook wil het kabinet ervoor zorgen dat het begrotingstekort in 2011 is veranderd in een overschot van 1 procent. Verder wil het vasthouden aan de afspraken over extra geld voor onder meer oude wijken en onderwijs.
Op Prinsjesdag brengt het CPB de koopkrachtcijfers officieel naar buiten. Vorig jaar ging de koopkracht gemiddeld met 1 procent omhoog. Alleenstaande ouders, AOW’ers zonder aanvullend pensioen en bijstandsmoeders zagen hun koopkracht met gemiddeld een kwart procent extra stijgen.