De kerkklokken van Tilburg
De buurt vindt dat de klok van de Margarita Mariakerk in Tilburg ’s morgens om kwart over zeven te veel herrie maakt. De wethouder wil op z’n minst dat de ’wekker’ minder lawaai produceert. Maar een kerkklok valt nu eenmaal niet zoals een elektrisch apparaat via een simpel knopje wat zachter te zetten. Daarom verbood de burgerlijke overheid het klokluiden om die tijd. De pastoor leek gistermorgen echter de aanzegging dat hij z’n klok stil moest houden, te negeren.
Van belang is dat de pastoor z’n klok iedere ochtend zo vroeg luidt. Protestanten hebben het doordeweeks in de vroegte bijeenkomen in de kerk jammer genoeg afgeschaft. Van intensief klokluiden op het genoemde tijdstip is doorgaans geen sprake. En je kunt je er iets bij voorstellen dat mensen die vlak naast zo’n kerk wonen en ’nergens aan doen’ geïrriteerd raken door het luiden van de klok. Valt er geen compromis te sluiten? Is het redelijk dat de kerk zich hard opstelt?De geestelijke beroept zich uitdrukkelijk op het grondrecht van de godsdienstvrijheid. Dat klinkt als een ferm en fier argument. Er is echter meer aan de hand. Het merendeel van de bestuursleden van de Margarita Mariakerk wilde enige tijd geleden het vroege klokluiden staken wegens de kritiek van de buurt. Ook dat legde de pastoor naast zich neer. Hij functioneert nog niet zo lang. Hij voert een nieuw beleid. Het is ’roomser’ dan dat van zijn voorganger. Daardoor keren nogal wat mensen zich af.
Dat alles vormt echter geen motief om de kwestie te bagatelliseren. Ook het nog altijd levend leerstellig verschil tussen Rome en de Reformatie is geen reden om zich te verkneukelen over het verbod. De narigheid in Tilburg is een niet te veronachtzamen signaal. Het lijkt er op dat buurtbewoners bij machte zijn een kerkklok stil te leggen. Dat is riskant. Want vandaag is die klok bij wijze van spreken rooms. Maar morgen is hij protestants.
De actuele cultuur is niet zo tolerant als ze zich voordoet. Soms protesteert de buurt tegen klokluiden op zondag om kwart voor tien. Mensen die op zaterdag uit hun dak gaan, willen ’s zondags geen herrie aan hun hoofd. Omwonenden klimmen ’s nachts op de toren en wikkelen de klok in dekens. Of ze snijden een kabel door. Onwillekeurig rijst de vraag of er ooit een moment komt dat het de buurt gelukt een verbod op het zondagse klokluiden rond tien uur te realiseren.
Er bestaat overigens verschil tussen de rooms-katholieke en de protestantse visie op de rol van een kerkklok. In een parochie maakt pas de kerkelijke wijding de klok geschikt voor gebruik. Soms schreven mensen zulke klokken bovennatuurlijke krachten toe. Daarom moesten de gereformeerden in de tijd van de Reformatie er niet veel van hebben. Toch had het pas in de zesde eeuw ontstane klokluiden in de middeleeuwen een belangrijke maatschappelijke en sociale functie.
Inmiddels fungeren kerkklokken en (is0(
-torens vooral als christelijke symbolen binnen een geseculariseerde cultuur. In hun antipathie tegen de kerk van Rome keerden gereformeerden zich tegen een crucifix. Met die afkeer groeide ook aversie tegen een simpel kruis in kerk of huis. Toch is het een bijzondere ervaring om midden in een strengislamitisch land ineens een groot kruis boven de stad uit te zien rijzen. Het is een symbool. Net als een kerktoren met een klok.(is2m(
Zo valt een verbod op het op bepaalde tijden luiden van de kerkklok uit te leggen als een teken van de afnemende betekenis van het christelijk gezicht van de cultuur. Evenals het ombouwen van een kerk tot moskee. Vanuit die optiek is het niet te hopen dat gehinderde buurtbewoners maar zo hun zin krijgen. Tegelijk is een mogelijk verbod op het luiden van de kerkklok geen reden om ongelimiteerd ach en wee te roepen. De kern van het christelijk geloof zit -als het goed is- vanbinnen.