Economie

Altijd voldoende appels voor Flevosap

BIDDINGHUIZEN - Een idyllisch streekproduct is Flevosap allang niet meer. Het troebele sap staat landelijk op de kaart en het aantal appels uit de polder is simpelweg onvoldoende om aan de vraag te kunnen voldoen. Nee verkopen laat de markt echter niet toe. „Leveren moet. Je kunt niet zeggen dat de appels in Flevoland op zijn.”

Frank van de Beek
16 August 2007 11:02Gewijzigd op 14 November 2020 05:01
De afzet van Flevosap groeit. Lag de persfrequentie voorheen op één keer per maand, tegenwoordig staat Roel Vermeulen twee tot drie keer per week achter de machine. Consumenten kiezen voor smaak en niet voor het verhaal, meent Rob Vermeulen. „Je denkt toc
De afzet van Flevosap groeit. Lag de persfrequentie voorheen op één keer per maand, tegenwoordig staat Roel Vermeulen twee tot drie keer per week achter de machine. Consumenten kiezen voor smaak en niet voor het verhaal, meent Rob Vermeulen. „Je denkt toc

Flevosap klinkt oer-Hollands. Toch ligt de oorsprong van het idee in Zwitserland. Daar doen fruitteler Rob Vermeulen (68) en zijn twee zoons Roel (40) en Wyno (37) tijdens een vakantie mee aan een cursus most maken. De broers gaan thuis direct aan de slag en sturen hun sap in ter beoordeling. Met succes, het product krijgt het hoogste cijfer.„Het ligt niet aan onze jongens, maar aan onze appels”, weet de fruitteler uit Biddinghuizen. De Vermeulens persen en mixen de rassen elstar, jonagold en goudreinet tot een troebel appelsap. Zonder toevoegingen.

Vader Rob besluit het sap te gaan verkopen. Hij kan op dat moment een extra inkomstenbron goed gebruiken, het gaat slecht in de fruitteelt. Omdat Vermeulen en zijn acht medewerkers al met allerhande boerderijproducten langs de deuren venten, is een afzetkanaal direct voorhanden. „In 10.000 huishoudens stond meteen Flevosap, compleet met etiket. Dat gaf ons een voorsprong op andere sapmakers.”

Vermeulen gebruikt alleen afgekeurde appels. „Zo’n 10 tot 15 procent van de appels valt tijdens het sorteren af. Er is op zich weinig mis met deze vruchten, maar de huisvrouw stelt hoge eisen.” Voor een liter is ongeveer 1,5 kilo appels nodig. Een bedrijf uit Tilburg zorgt ervoor dat het sap na korte pasteurisatie in literflessen of pakjes van 0,25 liter komt.

Als de bedrijfsleider van Albert Heijn in Lelystad ermee kennismaakt, besluit hij het op te nemen in zijn assortiment. Prijs van een fles: 1,33 euro. „Op zaterdag zetten we een pallet buiten. Het liep als een tierelier.” Andere filialen in de regio haken aan en bestellen rechtstreeks bij Vermeulen. Na een vleesschandaal verbiedt Albert Heijn om nog langer producten via de achterdeur de winkel binnen te brengen. Enkele bedrijfsleiders sputteren dat ze Flevosap kwijtraken en Vermeulen krijgt een uitnodiging van het hoofdkantoor in Zaandam. Landelijke dekking is een feit.

Vanaf dat moment groeit de afzet gestaag tot 1,6 miljoen liter in 2006. Vooral de laatste twee jaren verloopt de groeicurve steil: vorig jaar een plus van 60 procent, voor dit jaar ligt de verwachting op een toename van 50 procent. „We liften mee met een trend. We doen daaraan mee, maar zijn er niet afhankelijk van.”

Het assortiment van Flevosap bestaat uit appelsap, sinaasappelsap en een mix van beide. Voor de appelvariant gaat de aanduiding streekproduct nog enigszins op, voor de overige varianten is dat niet het geval.

Vermeulen -„we zijn niet biologisch, wel milieuvriendelijk”- kan met de oogst van zijn eigen fruitteeltbedrijf slechts 150.000 liter sap maken. De rest van de appels koopt hij noodgedwongen in bij collega’s in de regio, al wordt de afstand groter naarmate de afzet groeit. De markt is machtig, erkent Vermeulen. „Je moet leveren, hè. Je kunt niet zeggen dat de appels op zijn in Flevoland.”

De sinaasappels komen uit Costa Rica. „Ik wil de consument niet voorliegen. We zijn open over de herkomst, de klant bepaalt of we een streekproduct zijn of niet. Dat label plakken we onszelf niet op”, vindt Vermeulen.

Vermeulen kijkt meewarig op de vraag of consumenten Flevosap kopen om de smaak of om het ambachtelijk klinkende verhaal. „Je denkt toch niet dat een boer een interessanter verhaal kan vertellen dan de industrie? Daar zijn zij veel handiger in. Wij zijn fruittelers van origine, we komen achter de bomen vandaan.”

Toch leren de fruittelers snel de kneepjes van het verkoopvak. „Voorheen zetten we een pallet neer en stonden we erbij te kijken. Nu laten we mensen proeven en knopen we een gesprek aan.”

Boerenslimheid ontstaat soms ook achteraf. „De combinatie van fruitteelt en sap maken is een goede. Als de appels duur zijn, dan verdienen we het met de appels. Zijn de prijzen echter laag, dan is de grondstof voor ons sap goedkoper en halen we een hogere marge met Flevosap.”

Dit is het zevende deel in een serie over lokale producten. Volgende week deel 8.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer