Exegese van de Goudse Glazen
Titel: ”De Bijbel in de Goudse Glazen. Een wandeling langs gebrandschilderd glas uit de 16e eeuw”
Auteur: Joop Smink
Uitgeverij: Boekencentrum, Zoetermeer, 2007
ISBN 9789023921769
Pagina’s: 151
Prijs: € 16,50.
De gebrandschilderde ramen in de Goudse Sint-Janskerk imponeren altijd. Wie echter wil weten wát er uitgebeeld wordt in de Goudse Glazen, heeft in veel gevallen een gids nodig. Joop Smink biedt z’n diensten aan. Zoals in Handelingen 8 Filippus de kamerling leerde lezen, zo wil Joop Smink met zijn boek over de Goudse Glazen de bezoeker van de Sint-Jan tegemoetkomen. „De hoeveelheid gebrandschilderd glas is zo overweldigend, dat de meeste bezoekers zich gewoonlijk beperken tot het in bewondering ernaar kijken. Bij wie meer tijd en belangstelling heeft, ontstaat als vanzelf de behoefte om ook de bijzonderheden te willen zien.”
In die behoefte voorziet het boek dat Smink aan de rij boeken en boekjes over de glazen van de Goudse Sint-Jan toevoegde, maar ten dele. Allereerst omdat de auteur, oud-leraar geschiedenis aan het christelijk lyceum in Gouda en jarenlang bestuurslid van de Stichting Fonds Goudse Glazen, een keuze moest maken. Smink beperkte zich tot een aantal van de ramen die een religieuze voorstelling bevatten. Daardoor komen slechts 25 van de ruim 70 ramen aan de orde. Uiteraard zijn voor een selectie goede argumenten aan te dragen.
Kwalijker is echter dat het boek niet goed bruikbaar is buiten de muren van de Sint-Jan. Het bevat prachtige afbeeldingen, door de auteur zelf gemaakt. Probleem is echter dat in veel gevallen alleen details van de ramen zijn weergegeven. Ook daar is wat voor te zeggen, maar niet als de auteur keer op keer facetten van het raam uitlegt die niet zijn afgebeeld. Je leest over Christus Die op de wereldbol staat (glas 12), maar de wereldbol is niet afgebeeld. Dat is ronduit storend. Waarom niet het hele raam afgebeeld? vraag je je als lezer onwillekeurig af. Of waarom niet de beschrijving beperkt tot wat ook is afgebeeld?
Het lijkt net alsof het boek geschreven is voor mensen die de ramen in z’n geheel kennen, of voor mensen die een rondgang maken door de Sint-Jan. Anderzijds lijkt Smink mensen voor ogen te hebben die van toeten noch blazen weten als het gaat om de Bijbelse geschiedenissen die in de glazen zijn afgebeeld. Het verhaal van Jona (glas 30) wordt bijvoorbeeld gedetailleerd verteld, terwijl over wat er in het raam te zien is, niets wordt gezegd.
Ongelijksoortig
Daar komt bij dat het boek een wat rommelige indruk achterlaat. De hoofdstukken zijn bijvoorbeeld nogal ongelijksoortig. De ene keer wordt zeer uitgebreid ingegaan op de achtergrond van een glas, bijvoorbeeld over het schenkersgedeelte (bij glas 9 en 11), over de ontwerper of de glazenier. De andere keer volstaat de auteur met slechts het vertellen van het (Bijbel)verhaal.
Rommelig is ook dat in de loop van het boek allerlei algemene informatie over de Sint-Jan en over de glazen wordt gegeven die je als lezer aan het begin wilt weten. Zo vertelt de auteur pas in hoofdstuk 32 dat de volgorde van de Goudse Glazen niet willekeurig is. „De plaats van ieder gebrandschilderd verhaal is doordacht; de glazen werden geplaatst in een hiërarchische volgorde.” Interessant gegeven, maar dat geldt dan ook voor de ramen die in de 31 voorgaande hoofdstukken besproken zijn. En het feit dat er verschil is tussen de ramen van vóór 1572 (roomse sponsors) en die van na de reformatie in Gouda, kun je ook niet pas op pagina 134 vertellen.
Detail
Bovenstaande neemt niet weg dat Smink veel informatie geeft. Daarbij heeft hij oog voor detail. Zoals bij glas 23, waar hij inzoomt op de achtergrond van de afbeelding van de voetwassing door de Heere Jezus. Wouter Crabeth heeft daar op de wand achter de discipelen zes momenten uit het leven van Mozes aangebracht, die slechts met een verrekijker goed te zien zijn. Boven de voetwassing is het verhaal van Elia op de Karmel uitgebeeld. Blijkbaar heeft Crabeth in één raam het drietal Mozes, Elia en Jezus samen willen brengen. Mooi dat Smink daarop wijst.
De informatie is soms wel erg gedetailleerd: over Flavius Josephus, de geografie van Palestina, de naam van het Bijbelboek Numeri, het vleeshouwersgilde in Gouda, de tempel in Jeruzalem, de betekenis van de naam Mozes, de betekenis van de slang in de antieke wereld, de finesses van de dalmatiek, et cetera. Allemaal net te wijdlopig.
Op andere momenten is de achtergrondinformatie weer wel heel functioneel. Zoals bij glas 15, waar boven in het raam God de Vader is afgebeeld. Dat onderdeel van het glas is echter niet origineel, omdat in 1622 de oorspronkelijke uitbeeldingen van God werden verwijderd, vanwege de uitleg van het beeldverbod in die tijd.
Kortom, het boek van Smink bevat veel informatie, die echter beter geordend had kunnen worden. En misschien is het nog niet eens zo verkeerd dat het lezen van ”De Bijbel in de Goudse Glazen” het verlangen wakker maakt de glazen in het echt en in hun geheel te zien. Wie de kunstwerken wil leren kennen, kan immers nog altijd het beste naar de Sint-Jan gaan.