Stamkroegpolitiek in Oostenrijk
Dat er van politici doorgaans geen goede reuk uitgaat waar het integriteit, eerlijkheid en oprechtheid betreft, is algemeen bekend. Het politieke bedrijf staat bol van gekonkel, intriges en opportunisme, zo vinden velen. Niet iedereen zal die mening delen. Wie echter de Oostenrijkse politiek van de afgelopen weken heeft gadegeslagen, ziet zich weer volop in deze mening bevestigd.
Afgelopen maandag kwam de regering in Wenen, bestaande uit de christen-democratische ÖVP van bondskanselier Wolfgang Schüssel en de Vrijheidspartij FPÖ van vice-kanselier Susanne Riess-Passer ten val, nadat drie FPÖ-ministers -onder wie Riess-Passer zelf- hun ontslag hadden aangekondigd. Niet dat deze drie bewindslieden zich niet langer konden vinden in het regeringsbeleid of het vertrouwen van het parlement hadden verloren. Nee, zij hadden hun buik vol van de voortdurende kritiek van de ex-voorman van de FPÖ en huidig gouverneur van Karinthië, Jörg Haider. De drie politici achtten zich niet langer in staat om hun werk naar behoren te doen. Het jongste geschilpunt betrof een voorgenomen belastingverlaging. De regering wilde die een jaar opschorten om geld vrij te maken voor het opvangen van de financiële gevolgen van de recente watersnood in het land. De stamkroegpoliticus pur sang uit Karinthië was echter tegen uitstel en trok zich als een mokkend kind zogenaamd „definitief” terug -voor de zoveelste keer- uit de nationale politiek. Om vervolgens een coup binnen de eigen gelederen te plegen en zich te ontdoen van zijn voormalige protégee Riess-Passer, die vanwege haar verregaande loyaliteit zich al de bijnaam van ”koningscobra” had verworven.
Riess-Passer verscheen een kleine drie jaar geleden op het politieke toneel, toen in Wenen een coalitie totstandkwam tussen de ÖVP en de ’extreem rechtse’ FPÖ. Om de hevige aangedane Europese regeringsleiders geen hartaanval te bezorgen, werd toen niet Haider maar Riess-Passer vice-kanselier. Haider legde ook het partijvoorzitterschap neer en trok zich -voor het oog althans- terug in Karinthië. Zo kon hij vanaf de zijlijn zijn geliefde rol van spuit elf blijven spelen en de regering voortdurend van kritiek voorzien.
Aan het begin van deze zomer -ruim een jaar voor de nieuwe parlementsverkiezingen- achtte Haider de tijd rijp alle macht weer naar zich toe te trekken. Kort voor de FPÖ-partijdag van 9 juni bood koning Haider zijn cobra Riess-Passer aan, het partijvoorzitterschap weer op zich te nemen. Het vice-kanselierschap zou te veel van haar vergen, meende Haider vaderlijk. Riess-Passer weigerde, waarna Haider prompt een bijeenkomst van extreem rechtse partijleiders in Europa belegde, zonder de vice-kanselier daarin te kennen. Verder verweet Haider de ”cobra” dat ze zich te veel „over de tafel liet trekken” door coalitiepartner ÖVP.
De ruzie tussen beide FPÖ-prominenten werd aanvankelijk bijgelegd. Haider bleef weliswaar bij zijn kritiek op de regering, maar verzoende zich met Riess-Passer. Hij bestond het zelfs om haar een „onbevlekt lam” te noemen.
De vrede was echter van korte duur. Toen de regeringscoalitie in Wenen voorstelde de belastinghervorming uit te stellen, zag Haider zijn kans schoon en viel Riess-Passer opnieuw aan. De aanval leek in eerste instantie te mislukken. De FPÖ-ministers betuigden hun steun aan de vice-kanselier. Haider kondigde daarop zijn definitieve afscheid van de Weense politiek aan.
Dat ging velen binnen de partij te ver. Zo ook Ewald Stadler. Deze paladijn van Haider -die onlangs nog in opspraak raakte door de Russische bezetting na de Tweede Wereldoorlog van Oostenrijk even erg te noemen als de barbarij van nazi-Duitsland- verzamelde 400 handtekeningen van partijafgevaardigden, die het bijeenroepen van een bijzonder partijcongres mogelijk maakten. Dat partijcongres zou dan moeten uitmaken of de FPÖ in de lijn van Haider of van Riess-Passer verder wilde. In een eerder stadium had Riess-Passer al aangegeven te zullen opstappen als dat congres er zou komen.
Het crisisberaad afgelopen zaterdag van de 400 opstandige afgevaardigden, waarbij ook Haider zelf aanwezig was, bracht geen uitkomst. Weliswaar kwam FPÖ-minister van Defensie en schijnbare vertrouweling van de vice-kanselier Herbert Scheibner nog met een compromisvoorstel, maar dat hield een compleet muilkorven van Riess-Passer in. De bondgenoot van Riess-Passer schaarde zich zonder blikken of blozen achter Haider. Riess-Passer restte niets anders dan op te stappen.
Haider glorieert opnieuw. Toch heeft hij zich flink vergaloppeerd. De opportunist had namelijk niet verwacht dat bondskanselier Schüssel bij de president het ontslag van de blauw-zwarte coalitie zou aanbieden. De gouverneur had gehoopt wat poppetjes te kunnen vervangen en daarna met de ÖVP te kunnen doorregeren. Maar Schüssel vond het genoeg. „De FPÖ moet nu eerst maar eens beslissen of ze wil regeren of oppositie voeren”, aldus Schüssel.
Haider schijnt volgens ingewijden nu met de handen in het haar te zitten. De ”God-zij-met-ons” -zoals hij ook al wordt genoemd- heeft op dit moment geen enkel belang bij verkiezingen. Volgens de peilingen heeft de FPÖ, die de afgelopen drie jaar niet veel beloften aan de kleine man wist in te lossen, nog maar 19 procent van de Oostenrijkse kiezers achter zich, zo’n 8 procent minder dan bij de laatste verkiezingen. Als hij nu de verkiezingskar gaat trekken, gaat hij een gewisse nederlaag tegemoet, iets wat voor hem een gruwel zou zijn.
Zijn spagaatpolitiek (meeregeren en oppositie voeren) is voor Haider op een mislukking uitgelopen. Dat ondanks zijn coup de FPÖ op dit moment in een chaos verkeert, valt niet te betreuren. Die partij moet toch hoognodig terug naar de plek waar ze vandaan komt, namelijk naar de stamtafel in de kroeg. Treurig is wel dat door het zieke optreden van één megalomaan figuur een regering wordt lamgelegd die met een stagnerende economie, een groeiende werkloosheid en een voor de deur staande uitbreiding van de Europese Unie wel wat anders aan haar hoofd heeft. Hopelijk heeft de Oostenrijkse kiezer zijn lesgeld betaald en laat hij bij de komende verkiezingen de FPÖ links liggen.