Een volgende EU-antiterrorismecoördinator moet ervoor zorgen dat landen elkaar beter uitleggen wat een bepaald dreigingsniveau betekent, aldus Joustra vrijdag in dagblad Trouw.De EU-lidstaten hebben nu elk een eigen systeem om burgers en bedrijven te waarschuwen als inlichtingendiensten een terroristische aanslag verwachten. Frankrijk gebruikt kleuren, Nederland termen zoals ”licht” en ”matig”, andere landen cijfers en de NAVO letters. „Een vrij ingewikkeld geheel”, constateert Joustra.

„Je moet nu vaak enige moeite doen om er achter te komen hoe groot de dreiging precies is. Het gaat te ongestructureerd. Een land moet de andere uitleggen wat zo’n dreigingsniveau precies inhoudt.”

De Europees antiterreurcoördinator De Vries stopte in maart, een opvolger is er nog niet. Joustra hoopt dat de nieuwe EU-coördinator meer werk maakt van de onderlinge afstemming. „Er moet een inventarisatie komen van spelregels, dreigingsniveaus en de wijze waarop landen overleggen als in hun ogen de dreiging verandert.”

Ondanks de recente beroering over uitspraken van het Kamerlid Wilders en bedreigingen gericht aan voorzitter Jami van het Comité voor Ex-moslims handhaaft de NCTb vooralsnog de risicoclassificatie ”beperkt” voor Nederland.

Dat betekent dat een kans op aanslagen niet valt uit te sluiten, maar dat er geen aanwijzingen zijn dat personen of netwerken tot actie willen overgaan. „ Wel kan de slagkracht van netwerken, bijvoorbeeld door het toetreden van leiders of ervaren personen, relatief snel toenemen”, aldus de NCTb op haar website.

Volgens de Coördinator Terrorismebestrijding is bij brede lagen van de moslimbevolking in Nederland sprake van „een zekere berusting” in het debat over de islam. Daarnaast zijn er geen aanwijzingen dat de internationale jihadistische boodschap veel weerklank vindt onder de Somalische, Iraakse, Afghaanse en Tsjetsjeense bevolkingsgroepen in Nederland.