Cultuur & boeken

Ongebroken lijn van Gods verbond

Titel: ”Is God veranderd? Een onderzoek naar de relatie God-Israël in de theologie van K.H. Miskotte, A.A. van Ruler en H. Berkhof”
Auteur: A. H. Drost
Uitgeverij: Boekencentrum, Zoetermeer, 2007
ISBN 978 90 392 218 6
Pagina’s: 408
Prijs: € 29,90.

Dr. G. C. den Hertog
8 August 2007 07:55Gewijzigd op 14 November 2020 05:00
Dr. Drost kent grote betekenis toe aan het gegeven dat de overgrote meerderheid van het volk Israël niet eens wist van de komst van Jezus Christus. Er was in zijn ogen dan ook geen sprake van een crisis in het verbond van de Heere met Israël, toen Christu
Dr. Drost kent grote betekenis toe aan het gegeven dat de overgrote meerderheid van het volk Israël niet eens wist van de komst van Jezus Christus. Er was in zijn ogen dan ook geen sprake van een crisis in het verbond van de Heere met Israël, toen Christu

In de twintigste eeuw is Israël in de protestantse theologie voor het eerst een centraal thema geworden. Diverse Nederlands hervormde hoogleraren dogmatiek uit de twintigste eeuw hebben zich in hun werk diepgaand met dit volk van Gods verbond bezig gehouden. K. H. Miskotte was de pionier en A. A. van Ruler en H. Berkhof hebben zijn inzicht op een zelfstandige manier opgepakt en verwerkt. Niet toevallig waren zij stuk voor stuk in hun tijd ook toonaangevende dogmatici in de Nederlandse Hervormde Kerk. Het was hoog tijd dat het denken van deze drie theologen over Israël in kaart werd gebracht. Dr. A. H. Drost komt de eer toe dat gedaan te hebben; op 26 juni verwierf hij met zijn studie aan de Vrije Universiteit Amsterdam de doctorstitel. Het hoeft geen betoog dat het thema belangwekkend is en dat het boek in een leemte voorziet.

Het onderzoek van dr. Drost bracht hem echter tot de even opzienbarende als teleurstellende conclusie dat geen van deze drie theologen aan Israël als volk in het héden een zelfstandige plaats toekent. Sterker nog: Israël lijkt bij hen in Gods plan met mens en wereld zelfs afgedaan te hebben. Dat is een ongedachte uitkomst. Schreef Miskotte niet over gerechtvaardigde vragen van de synagoge aan de kerk? En zag Berkhof de terugkeer van het volk Israël naar het land der vaderen niet in het licht van Gods toezeggingen aan hen?

Zeker, maar ondanks dergelijke elementen in hun werk is er volgens Drost bij hen onvoldoende aandacht voor en honorering van een zelfstandige plaats van Israël. In hun ogen is er in de relatie tussen God en Israël ten gevolge van de afwijzing van Jezus Christus door het Joodse volk, vertegenwoordigd in het sanhedrin, een verandering opgetreden. Ook als men niet wil spreken van een definitieve verwerping van Israël, is er op zijn minst sprake van een diepe verstoring van de relatie.

Dr. Drost kent grote betekenis toe aan het gegeven dat de overgrote meerderheid van het volk Israël niet eens wist van de komst van Jezus Christus. Er was in zijn ogen dan ook geen sprake van een crisis in het verbond van de Heere met Israël, toen Christus door het sanhedrin werd veroordeeld. Het kruis en de opstanding van Christus vormen in zijn gedachtegang alleen maar de bevestiging van Gods relatie met Israël. Maar is de lijn van Gods verkiezing en verbond zo ongebroken als dr. Drost lijkt te denken? Moet men ten aanzien van het volk Israël niet met twee woorden spreken: oordeel en genade?

Vertrekpunt
Een kernbezwaar van dr. Drost tegen het denken van Miskotte, Van Ruler en Berkhof is dat zij in hun theologische waardering van de afwijzing van Christus door het toenmalige Israël voorbijgaan aan het gegeven dat Israël uit twaalf stammen bestaat, waarvan ten tijde van de kruisiging van Jezus een aanzienlijk deel in de verstrooiing leefde. Belangrijk voor hem is het vasthouden aan zowel een theologische als een historische continuïteit waar het om Gods verbond met het lijfelijke volk Israël gaat. Drost is van oordeel dat niet alleen Miskotte, maar ook Van Ruler en Berkhof aan die continuïteit tekortdoen. Ook bij hen wordt Israël een model en verdampt het in zijn concreetheid als Gods blijvend uitverkoren volk.

Telkens weer blijkt Drost criteria aan te leggen die voortkomen uit een eigen Israëltheologie. Hij laat er pas in zijn slothoofdstuk de contouren van zien, maar het is vanaf de eerste bladzijde de maat waarmee de onderzochte theologen gemeten worden.

Naar mijn overtuiging zou het raadzaam geweest zijn als Drost de door hem gehanteerde canon niet alleen eerst beargumenteerd zou hebben ontvouwd, maar die ook kritisch had bezien in het licht van het spreken van het Nieuwe Testament. Hanteert Paulus in Romeinen 9 tot 11 een dergelijk onderscheid tussen de Joden in Israël en die in de verstrooiing? Drost zou er goed aan gedaan hebben zichzelf de vraag te stellen of hij met zijn canon wel een goede, voluit Bijbelse wichelroede te pakken had om het werk van Miskotte, Van Ruler en Berkhof open te leggen en hen echt tot ons te laten spreken.

Geschiedenis
Met het aanleggen van een dogmatische canon hangt het vermoedelijk ook samen dat dr. Drost weinig oog heeft voor de historische groei van bepaalde inzichten, ook onder de (in)druk van de tijd. Merkwaardig is het bijvoorbeeld dat hij aan Miskottes preek ”Gods vijanden vergaan” bij de bevrijding van Nederland in 1945, waarin over Gods trouw aan het volk Israël het nodige te lezen is, voorbijgaat. Datzelfde geldt voor Miskottes boek ”Hoofdsom der historie”, een bundel Bijbellezingen uit de winter van 1943-1944 over het Bijbelboek Openbaring. Bij Berkhof besteedt Drost aandacht aan chiliastische aanzetten in diens denken, bij Miskotte laat hij het liggen. Waarom?

Overigens keert Drost zich met goed recht tegen hen die het Bijbelse Israël laten verdampen tot een ideëel jodendom, en dat vervolgens geheel losmaken van het concrete volk Israël. Sommige leerlingen van Miskotte hebben -met een beroep op zijn Israëltheologie!- het zeer eenzijdig opgenomen voor de Palestijnen, onder voorbijgaan aan de theologische en historische doorgaande lijn van Gods trouw aan de nakomelingen van Abraham, Izaäk en Jacob.

Verrijking
De kracht van dit boek is de zorgvuldige analyse van de teksten van de drie genoemde theologen, maar een zwak punt is het goeddeels ontbreken van een verwerking van en discussie met de secundaire literatuur. Zo heeft Drost bijvoorbeeld belangrijke artikelen van dr. H. Vreekamp over het Israëldenken bij alle drie genoemde theologen niet verwerkt, en ook aan de publicaties van dr. J. Hoek gaat hij geheel voorbij. Zodoende beneemt hij zichzelf de verrijking en correctie die de analyse van anderen voor hem zouden kunnen betekenen, en hij laat ook kansen liggen om de theologische bezinning over Israël echt verder te helpen.

Dat neemt niet weg: Wie zich verdiepen wil in het Israëldenken in de hoofdstroom van de protestantse theologie in Nederland gedurende de twintigste eeuw kan om dit boek niet heen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer