Geef de keizer
De Italiaanse premier Prodi mist wat in de preek, als hij naar de kerk gaat. Woensdag riep hij de Rooms-Katholieke Kerk ertoe op parochianen vaker te waarschuwen voor belastingontduiking. Prodi maakt zich zorgen over de grote staatsschuld, die mede het gevolg zou zijn van de 100 miljard euro aan belastinggeld die de staat jaarlijks misloopt.
Past het de overheid om de kerk in te schakelen voor dit soort verzoeken? Voormalig premier Berlusconi, nu oppositieleider en rivaal van Prodi, vindt niet dat hij de kerk de les moet lezen. De kerkgeschiedenis leert dat nauwe banden tussen kerk en staat in de praktijk regelmatig tot ontsporingen hebben geleid. Als de overheid de kerk gaat dicteren, zijn de verhoudingen zeker zoek. Toen de profeet Jesaja sprak over het herstel van de kerk, gaf hij niet alleen aan dat koningen de „voedsterheren”, de beschermers en verzorgers, van de kerk zouden zijn, maar ook dat ze zich aan het gezag van de kerk zouden onderwerpen.Prodi’s opmerking is echter niet bedoeld als dictaat. Hij wijst erop dat er een mentaliteitsverandering moet komen waaraan iedereen moet meewerken, ook de kerk. Een vriendelijk verzoek aan de priesters om af en toe eens te preken over de bekende tekst dat we de keizer moeten geven wat des keizers is - daar is toch niets mis mee?
Nee, ware het niet dat het Prodi nu wel erg van pas komt, omdat er druk op hem wordt uitgeoefend om de belastingen te verlagen. Daar komt bij dat hij hier de pot is die de ketel wat verwijt. Een van de aartsbisschoppen wijst er terecht op dat de regering dan de plicht heeft om de belastingbetaler te bewijzen dat zijn geld goed besteed wordt. Daarmee legt hij de vinger op de zere plek. Nog geen maand geleden toonde een studie van de Wereldbank verrassend aan dat Italië op het terrein van zorgvuldig bestuur en het tegengaan van corruptie zijn zaken minder goed onder controle heeft dan Slovenië, Chili, Botswana en Uruguay.
Met andere woorden: Prodi moet eerst zelf schoon schip maken. Zolang dat niet gebeurt, heeft de burger geen vertrouwen in de overheid. Een oproep vanaf de kansel maakt dan nauwelijks indruk. De kerk heeft trouwens ook in Italië minder invloed dan menigeen denkt. Het kindertal, de spreekwoordelijke graadmeter daarvoor, is lager dan in welk West-Europees land ook.
In Nederland is ook sprake van forse belastingontduiking. Over Nederland is de Wereldbank echter heel wat positiever: de ’kwaliteit’ van de overheid scoort een 9,6, vergeleken met een magere 6,8 voor Italië, en iets dergelijks geldt bij de bestrijding van corruptie. Nederlanders hebben dus zeker geen been om op te staan als ze wat slordig zijn met hun belastingformulier.
Als de cijfers kloppen, gaat het grofweg om 25 miljard euro per jaar, vijf Betuwelijnen bij elkaar. Ander onderzoek wijst zelfs op een nog veel hogere schade: 64 miljard euro.
Zonder twijfel hebben ook christenen hier schuld aan - mogelijk zelfs meer dan niet-christenen. Het valt op dat belastingontduiking soms als een sport wordt gezien, terwijl deze zonde toch niet minder is dan bijvoorbeeld die tegen het zevende gebod. Des te meer reden voor Nederlandse predikanten om zich wat aan te trekken van Prodi’s oproep.