Dood Denise omgeven met raadsels
TILBURG - Sinds het overlijden in 1999 van Denise Schouten, 21 jaar, kampen haar ouders met onzekerheid over de doodsoorzaak van hun dochter. Onduidelijkheden over de gang van zaken bij de autopsie en een verklaring van een gevangene die zegt schuldig te zijn aan de dood van Denise, nopen de rijksrecherche tot onderzoek. De feiten op een rij.
Het is tweede kerstdag 1999. Denise Schouten wordt om 01.00 uur ’s nachts door een taxi thuisgebracht. Ze voelt zich ziek, heel ziek.Die avond is Denise uit geweest in het centrum van Tilburg. In een café dronk ze apfelkorn met Seven-Up. Toen ze even naar de wc moest, liet ze een vriend haar glas vasthouden. Niet zonder reden: het zou niet voor het eerst zijn dat iemand een pilletje in een onbeheerd achtergelaten glas zou doen. Toch is er mogelijk iets misgegaan. Gedetineerde Johan H. beweert in de zomer van 2004 indertijd de partydrug ghb in het glas van Denise te hebben gedaan. Justitie doet uiteindelijk niets met die bekentenis. H. zou in december 1999 niet in Tilburg zijn geweest. Bovendien lijkt zijn uitlating een roep om aandacht.
Voor de ouders van Denise verandert het leven na die tweede kerstdag als nooit tevoren. Als ze thuiskomt duikt Denise het bed in, naast haar moeder. In de loop van de nacht belt de familie twee keer de dokter, omdat Denise zich zo ziek voelt. Kort na het tweede telefoontje raakt Denise onwel. Haar vader begint te reanimeren. Al snel arriveren een dokter en een ambulance.
Uiteindelijk wordt Denise naar het ziekenhuis gebracht. Daar wordt na 28 reanimatiepogingen de behandeling gestaakt. „Uw kind doet het niet meer”, vertelt een cardioloog in tranen aan de in de wachtkamer zittende ouders.
De politie neemt het lichaam later die dag in beslag voor onderzoek. Bij het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) in Voorburg wordt sectie verricht. Na zes weken komt de uitslag: de doodsoorzaak van Denise zou een ontstoken hartspier zijn geweest. Ter illustratie toont een rechercheur een pagina uit het sectierapport. Het hele verslag krijgen de ouders niet te zien, ook niet na herhaaldelijk aandringen bij justitie. Wel krijgt de familie het toxicologisch rapport. Daarin stond dat er mogelijk methadon en antidepressiva in het bloed van Denise zaten. Terwijl hun dochter volgens haar ouders geen medicijnen of drugs gebruikte.
Een door de familie aangevraagd onderzoek van het hart bij het academisch ziekenhuis in Maastricht zorgt voor nog meer raadsels. De kransslagaders van Denise bleken verkalkt. Ongebruikelijk, voor een vrouw van 21. Een onderzoeker constateert: dit is het hart van een man, niet van een jonge vrouw. Een derde onderzoek, bij het VU-ziekenhuis in Amsterdam, levert weer een andere doodsoorzaak op: een tweetal hartinfarcten. Kort daarna vertelt het NFI aan moeder Schouten dat er tóch nog meer weefsel is van Denise. Dat ligt in het Leids Universitair Medisch Centrum. Een telefoontje geeft uitsluitsel: monsters van hart, lever en nier liggen daar al jaren in de diepvries.
In oktober 2004 haalt moeder Hanny Schouten de resterende orgaanmonsters van haar dochter op bij het NFI. Ze laat deze onderzoeken door de universiteit van Leuven in België. Daar constateert men: de orgaanmonsters komen van verschillende personen. De familie Schouten laat het er niet bij zitten en eist een schadevergoeding van justitie. Vorig jaar juni gingen ze op gesprek op het ministerie van Justitie in Den Haag. Daar is een schadevergoeding van 25.000 euro voorgesteld. Hanny Schouten en haar man willen echter duidelijkheid. Niet alleen over de doodsoorzaak van hun dochter, maar ook over alle malversaties nadien.