Onderwijs over de praktijk van het geloof
Titel: ”Geloven in de praktijk. Schetsen van het geloofsleven”
Auteur: J. R. Beeke
Uitgeverij: De Groot Goudriaan, Kampen, 2007
ISBN 978 90 614 0322 7
Pagina’s: 157
Prijs: € 13,50.
Wat is geloof? Op deze vraag geeft het boek ”Geloven in de praktijk” geen theoretisch antwoord, maar een antwoord vanuit de praktijk. En dan allereerst de praktijk van gelovigen, zoals we die in de Bijbel tegenkomen. In 2003 hield dr. J. R. Beeke daarover vier lezingen voor jongeren. In dit boek zijn de lezingen voor een breder publiek toegankelijk gemaakt. Dr. J. R. Beeke is hoogleraar aan het Puritan Reformed Theological Seminary en predikant van de Heritage Netherlands Reformed Congregation te Grand Rapids. Zelf omschrijft hij het doel van zijn boek als volgt: „Je kunt het geloof alleen begrijpen door te kijken naar levende Bijbelse portretten, door te onderzoeken hoe het geloof door de Geest werkt in levens van gevallen zondaren zoals wij.”
Op een levendige en aansprekende manier schildert de auteur vervolgens vier van die portretten. Het eerste portret is dat van Adam en Eva. Hun geloof typeert de auteur als kinderlijk geloof. Geloven is vooral dat we eenvoudig leren vertrouwen op Gods Woord. Dat Woord laat ons ontdekken hoe groot Gods genade is en het ontdekt ons aan onszelf. We zijn door en door zondige mensen, en toch roept God ons, en mogen we bij Hem komen zoals we zijn. De manier waarop de auteur eerlijk en nodigend schrijft, trof me. In heel zijn benadering is een hartstochtelijk verlangen te proeven om zondaren tot Christus te leiden. Die liefde straalt door heel het boek heen. De diepste drijfveer van de schrijver is duidelijk maken wat de rijkdom van Gods genade voor arme zondaren inhoudt. Tegelijk laat dr. Beeke zien hoe dat in de praktijk in zijn werk gaat. Hoe de Heilige Geest plaatsmaakt voor die genade in ons hart en leven.
In het tweede hoofdstuk gaat het over de Sunamitische vrouw (2 Koningen 4). Haar geloof was een „zich onderwerpend geloof”. Het werd bovendien op de proef gesteld. Heel praktisch en tegelijk diepgravend geeft dr. Beeke in dit hoofdstuk aanwijzingen voor het omgaan met beproevingen. Beproevingen brengen altijd veel vragen met zich mee. Vragen waarop we vaak geen antwoorden krijgen. Daarom zijn ze ook zo moeilijk. Zeker in onze tijd willen we overal een passende verklaring voor hebben. Vanuit de Schrift wijst de auteur ons een andere weg. Helaas gebruikt hij daarbij een aantal voorbeelden waarbij ik vraagtekens heb gezet. Iets minder voorbeelden, met een duidelijker punt van vergelijking, zouden de boodschap beter hebben laten overkomen.
Geloofsgroei is een woord waar wij nogal eens huiverig of zelfs afwijzend tegenover staan. Heel mooi en duidelijk komt in hoofdstuk 3 aan de orde dat geloofsgroei voluit Bijbels is. Dat blijkt uit het portret van de Kananese vrouw (Matth. 15), dat als ondertitel meekreeg ”volwassen geloof”.
Bij geloven hoort ook volharden. Ook volharding is een aspect van het geloofsleven dat vaak te weinig aandacht krijgt. Aan de hand van een portret van Kaleb (Num. 13 en 14) komt de noodzaak van volharding aan de orde. Terecht schrijft dr. Beeke: „Het is een wonder om een christen te worden, maar het is ook een wonder om een christen te blijven.” Het geloof is en blijft een gave van God. Maar het is ook een keuze. Willen we de wil van de Heere doen? Het komt aan op bidden én werken. Kortom: wie verlangt naar onderwijs over de praktijk van het geloof(sleven) kan in dit boek uitstekend terecht.