Cultuur & boeken

Günther Anders over knechting en vrijheid

Titel: ”De catacombe van Molussië”
Auteur: Günther Anders, vert. Piet Meeuse
Uitgeverij: Lemniscaat, Rotterdam, 2007
ISBN 978 90 5637 850 9
Pagina’s: 312
Prijs: € 19,95.

Dr. Hans Ester
1 August 2007 09:03Gewijzigd op 14 November 2020 04:59Leestijd 5 minuten
Günther Anders en de filosofe Hannah Arendt, met wie hij enige jaren gehuwd was.
Günther Anders en de filosofe Hannah Arendt, met wie hij enige jaren gehuwd was.

De Duits-Joodse schrijver Günther Anders (pseudoniem voor Günther Stern, 1902-1992) is in Nederland slechts in kleine kring een grote naam. De reden voor deze beperkte echo van zijn werk ligt in de sterk filosofische inslag ervan. Van zijn centrale werk ”Die molussische Katakombe” verscheen onlangs een Nederlandse vertaling. Het beschouwelijke karakter van de essays en verhalen van Günther Anders komt tot uitdrukking in de radicaliteit van hun vraagstellingen, bijvoorbeeld over de verhouding van de leugen tot de waarheid, of over de verstrengeling van macht en vrijheid.

Dat Anders, die enige jaren met de filosofe Hannah Arendt getrouwd was, zich gedwongen voelde om over goed en kwaad binnen het menselijk leven na te denken, heeft ongetwijfeld met zijn tijd te maken. Günther Anders maakte de opkomst van het nationaalsocialisme van zeer nabij mee. Nadat hij in 1923 onder leiding van Martin Heidegger was gepromoveerd, ontplooide hij in Duitsland een brede publicitaire activiteit.

Als reactie op het boek ”Mein Kampf” van Adolf Hitler schreef hij gedurende de jaren 1930-1932 zijn roman ”Die molussische Katakombe”. Pas in zijn sterfjaar 1992 kwam deze roman voor het eerst uit. Zoals Piet Meeuse, de vertaler van deze roman, in zijn informatieve nawoord benadrukt, is ”De catacombe van Molussië” in zijn verlangen naar politieke helderheid en in zijn verheerlijking van een vorm van revolutionair activisme een kind van zijn tijd. Maar het zou volstrekt onjuist zijn om het werk daartoe te reduceren. Anders schrijft vanuit de nood van zijn tijd, maar hij schrijft op hetzelfde moment vanuit de vraagstukken die zich in het bestaan van mens en mensen steeds opnieuw aandienen.

Gevangenis
De roman ”De catacombe van Molussië” laat twee mannen aan het woord. De oudere Olo en de jongere Yegussa delen een pikdonkere cel in de kelder van de Molussische staatsgevangenis. Vele jaren zit Olo daar al gevangen. Yegussa belandt er na zijn arrestatie.

Olo vat het als zijn taak op om Yegussa verhalen te vertellen. Het zijn verhalen over de geschiedenis van Molussië, over heersers als Bamba en Burru, en over intelligente verzetslieden als Yamyam en Mee. Olo wil dat Yegussa de verhalen zodanig onthoudt en zijn eigen verhalen op zo’n manier vormgeeft dat alle overbodige elementen eruit verwijderd zijn. Deze verhalen zijn essentieel voor het bouwen van de toekomst. De draad van deze verhalen mag niet afbreken. Ze houden de hoop levend dat er ooit een betere tijd zal komen, maar ze baseren die hoop niet op een goddelijke helpende hand.

De kracht van deze verhalen ligt volgens Olo in hun vermogen om iedere onzuiverheid in het denken en formuleren te onderkennen: „Want de wereld is geen valstrik. Ze zit alleen vol met valstrikken.” Die valstrikken wil Olo op het spoor komen. Bij voorkeur zitten deze valstrikken in de taal. Olo probeert in Yegussa een innerlijke kracht tegen de valse taal te ontwikkelen: „„Spreken”, begon hij nog eens in dezelfde nacht, „is gewoonlijk geen inspanning. Aan een spreker zie je niet dat hij zich inspant. Want de spreker spaart zijn kracht voor dat waar hij naar streeft. Maar wie iets belooft en er niet aan denkt zijn belofte te houden, die investeert al zijn krachten al in het woord.””

Vrijheid van denken
De waarde van Olo’s opvoedkundige verhalen ligt bovenal in hun vermogen om Yegussa uit zijn aanvankelijke wanhoop te bevrijden. Het zijn verhalen met weerhaakjes die Yegussa en de lezer ertoe brengen om verder te denken en niet altijd de intentie van een verhaalpersonage te beamen.

Die vrijheid van denken geldt bijvoorbeeld Olo’s stelling dat de vrijheid die mensen menen te bezitten in de samenleving, de vrijheid van de bezitters is. Men meent vrij te zijn, terwijl men in werkelijkheid de vrijheid van de machthebbers bevestigt. Als recensent van deze roman heb ik hier wel het een en ander tegen in te brengen, omdat er een onderschatting van de mens uit spreekt. Aan de andere kant geef ik de stelling gelijk, wanneer ik naar de dagelijkse hersenspoelingen met behulp van de televisie kijk. Tegenover het medium televisie zie ik geen enkele menselijke vrijheid.

Günther Anders heeft in zijn roman heel veel tradities op het gebied van godsdienst en letterkunde verwerkt. De gelijkenissen van Christus vermengen zich met de verhalen van Franz Kafka. Dat Anders zich van Kafka’s pessimisme distantieerde, doet hier niets aan af. Ook de toonzetting van Nietzsches ”Aldus sprak Zarathustra” is in de verhalen in de kelder van de gevangenis verneembaar. De meest vertrouwde herinnering die deze roman oproept, is wat mij betreft: Bertolt Brecht. Net als Brecht abstraheert Anders concrete historische gebeurtenissen en verheft hij het concrete tot het niveau van het algemene. Molussië is overal, omdat zulke situaties van macht en manipulatie zich overal en altijd voordoen.

In sommige van de in de catacomben vertelde verhalen komen mensen voor die de hoge gedachten van Yamyam niet kunnen volgen. De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat ik dikwijls een hele passage moest herlezen om er iets van te begrijpen. De beloning van de lezersinzet is groot.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer