Jiska. Ik verloor mijn dochter aan kanker
Mede Titel: ”Jiska. Ik verloor mijn dochter aan kanker”
Auteur: Margreet Nagtegaal
Uitgeverij: Ark Boeken, Amsterdam, 2007
ISBN 978 90 3381 841 7
Pagina’s: 118
Prijs: € 10,95.
Zestien jaar is Jiska, als lymfeklierkanker een streep door haar toekomstplannen zet. De levenslustige tiener, die voor haar vmbo-examen staat, belandt in de medische molen. Na een periode van onzekerheid wordt het duidelijk dat ze aan de ziekte zal sterven. In ”Jiska” beschrijft Margreet Nagtegaal openhartig de periode van de ziekte en rond het overlijden van haar dochter. Jiska is de oudste in een gezin met drie meiden. Op het moment dat ze ziek wordt -in eerste instantie denkt de arts aan Pfeiffer- zit vader al zeven jaar thuis wegens de vermoeidheidsziekte ME. De relatie tussen de beide ouders is behoorlijk uit balans. Beiden kampen bovendien met een scheefgegroeid zelfbeeld, zo blijkt tijdens gesprekken met een psycholoog.
Als moeder hoort dat haar oudste dochter -een vrolijke meid met een open blik in haar helderblauwe ogen- lymfeklierkanker heeft, bevangen angst en wanhoop haar. Ze beseft dat haar een zware taak te wachten staat: ze moet er zijn voor haar zieke man, haar zieke dochter en de andere twee kinderen. Op het moment dat dit tot haar doordringt, krijgt ze de woorden van een lied in gedachten: „Heer, U bent altijd bij mij, want U bent vóór mij en naast mij en om mij heen, elke dag.”
Nagtegaal laat de lezer, meer dan eens in ontroerende passages, het proces van Jiska’s ziekte, de medische onderzoeken en behandelingen meemaken. Voorafgaande aan een zware operatie die het meisje moet ondergaan, heeft er een ziekenzalving plaats, waarbij de aanwezigen Psalm 23 zingen. „We konden haar volledig opdragen aan God onze Vader die dood en leven in zijn hand had. Nu konden we met een geruster hart haar de operatie laten ondergaan. God zou voor haar zorgen. Hoe dan ook.”
Hoewel de artsen aanvankelijk spreken over een genezingskans van 70 procent, wordt het gaandeweg duidelijk dat het meisje aan haar ziekte zal sterven. Moeder ziet het als een verhoring van haar gebed om een wonder dat Jiska een „diep geloofsvertrouwen” heeft en naar de hemel gaat verlangen. Door mensen om haar heen wordt dit eveneens gezien als „een groter wonder dan genezing.”
Afscheidsfeest
Via de Stichting Doe Een Wens organiseert Jiska een afscheidsfeest voor familie, vrienden en bekenden. Tijdens deze middag treden onder meer de favoriete gospelbands van Jiska op. Deze invulling zegt iets over het geestelijke klimaat waarin het gezin leeft. „Steeds opnieuw klonk de boodschap: God houdt van mensen. We hoefden niet bang te zijn, zelfs niet als we gingen sterven.”
Aan het eind van de middag geeft Jiska alle gasten een witte roos mee met een kaartje waarop staat: „Ik zal jullie niet vergeten. See You in Heaven!” Nog geen week later zitten de ouders aan haar bed, als Jiska sterft. Op een kille, sombere dag wordt ze naar haar laatste rustplaats gedragen.
Nagtegaal schroomt niet haar eigen kwetsbaarheid in de periode van de ziekte en rond het overlijden van haar dochter te tonen. Gevoelens van opstandigheid, verslagenheid en diep verdriet brengt ze eerlijk onder woorden. Haar openhartigheid maakt het boek levensecht. Zo beschrijft ze dat het na het sterven van haar dochter in haar hart voortdurend stormt. „Ik kon geen wijs worden uit de vele emoties en gedachten die om aandacht schreeuwden. Ik wilde rouwen, maar kon het niet goed.”
Het boek laat duidelijk zien welke impact een ernstige ziekte en het overlijden van een kind op een gezin, in dit geval vooral op de moeder, heeft. En ook hoe mensen uit de omgeving daar -onbedoeld- op een verkeerde manier op kunnen reageren. Tegelijk plaatst het de lezer voor geestelijke vragen die het sterven oproept. In de wijze waarop de auteur die beantwoordt, zal niet iedereen zich herkennen. Dat laat onverlet dat Nagtegaal met haar uiterst persoonlijke relaas de lezer in meer dan één opzicht tot nadenken stemt.