De suggestie van minister Van Middelkoop om het defensiebudget te koppelen aan het nationaal inkomen kan op weinig bijval rekenen. Geen van de coalitiepartijen loopt warm voor dit idee. Opvallend, want enkele maanden geleden kwam het wetenschappelijk bureau van het CDA nog met een soortgelijk voorstel.Even opvallend is het dat de VVD het voorstel van Van Middelkoop omhelsde. Een fraai inzicht, maar nog geen jaar geleden stemde de VVD tegen een Kamermotie van LPF en SGP om te doen wat Van Middelkoop suggereert: het defensiebudget te koppelen aan het nationaal inkomen. De CU stemde destijds voor, maar lijkt inmiddels weer tegen dit voorstel. De politieke inzichten wijzigen blijkbaar vlot op dit onderdeel. De VVD heeft trouwens wel meer boter op het hoofd. Juist toen de VVD in de regering zat, is er enorm bezuinigd op dit budget.

Kaalslag

Ondertussen is de hoogte van het defensiebudget onverantwoord laag. Daarover heeft de SGP-fractie in de Tweede Kamer al vaak de alarmbel geluid. Ook in het recente beleidsprogramma krijgt Defensie geen cent extra ten opzichte van het regeerakkoord. Ondanks de bestaande financiële gaten. Ondanks de snelle slijtage van materieel door de missie in Uruzgan. Ondanks de tekortschietende arbeidsvoorwaarden, waardoor de werving van nieuw defensiepersoneel inzakt. Ondanks het voortdurend snijden in defensiematerieel. We lopen nu tegen de situatie op dat we onze nationale en internationale plichten nauwelijks nog kunnen nakomen.

Deze visieloze kaalslag moet stoppen. De voortdurende bezuinigingen krijgen op termijn ernstige consequenties voor de militaire uitzendcapaciteit. Het kan zelfs gevolgen hebben voor de binnenlandse veiligheid. Het waarborgen van een goed toegeruste krijgsmacht behoort tot de kerntaken van de overheid. De SGP stelt daarom drie concrete acties voor.

In de eerste plaats moeten de nieuwe, aangekondigde bezuinigingen ongedaan worden gemaakt. Er mag geen belangrijk defensiematerieel in de uitverkoop gaan waarvan eerder met goede argumenten is betoogd dat het echt nodig is voor een goede taakvervulling.

In de tweede plaats moet er op korte termijn extra geld beschikbaar komen voor Defensie. Dat is niet alleen nodig om de slijtageslag van missies zoals in Uruzgan te compenseren, maar ook om het werken bij Defensie aantrekkelijker te maken.

In de derde plaats moet er voor de lange termijn zekerheid worden geboden ten aanzien van het defensiebudget. Het mag niet zo zijn dat ieder jaar nieuwe bezuinigingsrondes rondwaren. Zo kun je geen fatsoenlijk langetermijnbeleid voeren, hetgeen voor Defensie juist essentieel is. Bovendien hebben de voortdurende bezuinigingen een demotiverende uitwerking op het defensiepersoneel. Dat kan zo niet langer.

Percentage

Om zekerheid te bieden voor de langere termijn zou -zoals geopperd in de genoemde Kamermotie van LPF en SGP- een bepaald percentage van het nationaal inkomen besteed moeten worden aan Defensie. Zo’n mechanisme kennen we ook bij Ontwikkelingssamenwerking. Er bestaat een NAVO-richtlijn, die uitgaat van 2 procent van het nationaal inkomen. Dat zou een forse verhoging betekenen, maar het is zeker denkbaar om daar op termijn naartoe te groeien. Indien Nederland een hoogwaardige bijdrage wil blijven leveren in NAVO-verband is dit het perspectief. Ter vergelijking: in 1990 bedroeg het defensiebudget nog 2,8 procent van het nationaal inkomen; op dit moment is het 1,4 procent. Overigens is het percentage wat de SGP betreft niet in beton gegoten. Het gaat erom een mechanisme te hebben waardoor Defensie structureel kan rekenen op een volwaardig budget, passend bij haar ambities.

In de Haagse politiek wordt vaak met trots gesproken over de Nederlandse krijgsmacht, die overal ter wereld inzetbaar is. Bewindslieden en Kamerleden laten zich graag voor het oog van de media zien in de tegenwoordigheid van onze troepen. Het is nu tijd om deze trots te vertalen in een passend budget voor Defensie. Anders wordt het een al te goedkoop verhaal.

De auteurs zijn respectievelijk lid van de Tweede Kamer voor de SGP en beleidsmedewerker voor de SGP-fractie in de Tweede Kamer.