Meer invloed overheid op gezin gevaarlijk
De plannen van minister Rouvoet tasten de soevereiniteit van het gezin aan stelde dr. Bart Jan Spruyt op deze pagina. SGP-wethouder Van Duijn noemde dat in zijn reactie onzin en sprak van „ideologische verblinding” bij Spruyt. Hieronder de repliek van Spruyt.
De heer Van Duijn heeft mij verwaardigd met een reactie op mijn artikel op deze pagina. Laat ik zijn geëmotioneerde betoog puntsgewijs weerleggen.Ten eerste, ik zou Rouvoet hebben overschat omdat wat hij nu naar voren brengt al jaren in de maak is of hier en daar zelfs al beleid is. Het is van tweeën één. Of je trekt honderd dagen het land in en roept aan het einde van die periode de media bij je om je nieuwe plannen te ontvouwen met betrekking tot de jeugdzorg, waaronder het plan voor die elektronische dossiers voor ieder kind in Nederland. Of je zegt na honderd dagen ’dialoog’ dat je eigenlijk niets nieuws hebt kunnen verzinnen en dat je gewoon gaat uitvoeren wat je voorgangers hebben verzonnen. Maar eerst stampij maken, en daarna bij het eerste zuchtje tegenwind zeggen dat je eigenlijk niets nieuws toevoegt en dat er niets aan de hand is, dat kan niet.
Ten tweede, ik zou vooral de heer Van Duijn en consorten aanvallen, terwijl die al zo lang bezig zijn met hun zegenrijke werk voor „kwetsbare jongeren.” De heer Van Duijn zal wel van mij willen aannemen dat ik geen voorstander ben van kindermishandeling of een tegenstander van effectief handelen, zelfs niet van ambtenaren. Ook begrijp ik dat bepaalde instanties in bepaalde situaties moeten ingrijpen. Maar de voorliggende plannen (van wie die ook zijn) gaan veel verder. Zoals consultatiebureaus nu al elektronische dossiers aanleggen met medische gegevens van alle kinderen, zo gaat de overheid nu ook elektronische dossiers aanleggen met gegevens over de sociale omgeving van álle kinderen, in álle gezinnen.
Bij ieder fatsoenlijk christenmens lopen dan natuurlijk de rillingen over de rug. Want een overheid wil altijd meer, zoals ook Van Duijn zelf laat zien door gelijk maar weer meer subsidie te vragen. En subsidies zijn belastinggeld, geld dus waar gewone mensen hard voor werken. Ze willen niet alleen altijd weer meer belasting heffen, ze willen de burger het liefst ook naar een eigen ideologisch model herscheppen. Nu hebben we Rouvoet -en die zou in de praktijk nog een beetje kunnen meevallen-, maar wie krijgen we straks? En wat gaat er dan allemaal onder ’risico’s’ vallen?
Drie. Van Duijn verwijt mij „ideologische verblinding”, maar geeft daarmee slechts aan zelf de weg volledig kwijt te zijn. Problemen in gezinnen en met jongeren ontstaan niet omdat de overheid geen goed jeugdbeleid voert, maar worden veroorzaakt door een scala aan culturele gebreken: echtscheidingen, onmatigheid, egoïsme, gebrek aan zelfbeheersing, het wegvallen van institutionele verbanden waarin dergelijke problemen voorheen werden aangepakt. Wanneer er geen mentaliteitsverandering (culturele omslag) komt die dit corrigeert, kan de overheid doen wat ze denkt te moeten doen, maar blijft het dweilen met de kraan open. En die dweil is ook nog eens vies, en waar de kraan zit (en of er überhaupt een kraan is), dat schijnt zelfs een SGP-wethouder niet meer te weten.
Want zo maakt Van Duijn zich bekend: als SGP-wethouder, terwijl hij tegelijk om meer subsidies vraagt en denkt dat de overheid opvoedingsproblemen kan oplossen. De heer Van Duijn heeft geluk dat ik geen voorzitter van de SGP ben, anders moest hij rap op zoek naar een echte baan.
De auteur is journalist en secretaris van de Edmund Burke Stichting.