Vissen in troebel water
Titel:
”Hitlers intieme kring. De politieke en psychologische ontwikkeling van Adolf Hitler”
Auteur: Lothar Machtan
Uitgeverij: Contact
Amsterdam, 2001
ISBN 90 254 1136 3
Pagina’s: 349
Prijs: € 31,77 (ƒ 69,90).Ruim 120.000 boeken zijn in de loop der jaren over Adolf Hitler verschenen. Aan die lange reeks is een nieuwe titel toegevoegd: ”Hitlers intieme kring”. Opmerkelijkste feit dat auteur Lothar Machtan vermeldt: de nazi-leider was homoseksueel. Het bewijs moet hij echter in zijn 350 pagina’s tellende werk schuldig blijven.
Machtan, als historicus verbonden aan de universiteit van Bremen, is niet de eerste auteur die stelt dat Hitler homoseksueel was. Al tijdens de Tweede Wereldoorlog stelden agenten van de Amerikaanse geheime dienst in rapporten dat „al jaren van Hitler wordt verteld dat hij homoseksueel is, alhoewel er geen overtuigend bewijs voor is dat hij inderdaad dergelijke relaties met mannen onderhoudt.”
Volgens de Amerikaanse geheime dienst had Hitler verschillende „vrouwelijke trekken”, telde de NSDAP in haar beginfase veel homoseksuelen en „voelde Hitler zich beter thuis in het gezelschap van homo’s dan van normale personen.” Hitler beleefde, aldus de Amerikanen, seksuele voldoening aan de aanblik van mannenlichamen en bij de omgang met homoseksuelen. De mogelijkheid bestond „dat Hitler in zijn leven een homo-erotische relatie heeft gehad.”
Machtsbasis
Volgens Machtan was Hitler sinds zijn Weense vriendschap met August Kubizek, 1907-1908, een praktizerend homoseksueel, had hij een langdurige relatie met Ernst Schmidt, een wapenbroeder uit de Eerste Wereldoorlog, en had hij in de jaren twintig in München omgang met verschillende mannen. München was in die tijd „een eldorado voor homoseksuelen.” Machtan acht het niet onwaarschijnlijk dat Hitler, indertijd een vrij gevestigde kunstschilder, bijverdiende door zich te laten betalen voor zijn ’diensten’.
Zelfs toen Hitler al aan de macht was, aldus Lothar Machtan, verdween Hitler af en toe van het toneel om zich een paar rustige uren met zijn liefhebbers te gunnen. Ook zijn bezoeken aan Bayreuth, waar de befaamde ”Festspiele” plaatshadden, waren een dekmantel voor zijn escapades.
Tot dusver allemaal bekende ideeën. Nieuw is de stelling van de Bremer historicus dat Hitlers homoseksualiteit beslissend is voor het begrijpen van zijn persoonlijkheid, ja zelfs voor zijn machtsbasis. Machtan noemt drie homoseksuele mannen die Hitler steunden op het juiste moment. Zij lieten hem begin jaren twintig in de juiste kringen opklimmen. De auteur noemt in dit verband SA-bevelhebber Ernst Röhm, de bohémien Dietrich Eckart en Hitlers perschef voor het buitenland Ernst Hanfstaengl. Machtan letterlijk: „Zonder de steun van Röhm en Eckart was Hitler waarschijnlijk mislukt. Zij herkenden in hem een ’talent’ en effenden de weg voor hem.”
Eva Braun
Omdat dit gebeurde met allerlei ontoelaatbare middelen krijgt de lezer makkelijk een beeld van homoseksuelen als misdadigers. De befaamde Oostenrijkse historica Brigitte Hamann stelt in een reactie dat dit niet Machtans doel kan zijn geweest. „Maar dat is wel het gevolg van het feit dat Lothar Machtan zich vooral baseert op bronnen uit het criminele milieu. Hij is letterlijk een visser in troebel water.”
Later, toen onthullingen over zijn homoseksualiteit desastreus voor zijn carrière zouden zijn geweest, stelde Hitler alles in het werk om zijn duistere verleden geheim te houden. Om die reden moesten in 1934 Ernst Röhm en andere homoseksuele SA-leiders het veld ruimen. Zij wisten van Hitlers geaardheid en dreigden die bekend te maken. Dat zou het einde van zijn loopbaan hebben betekend.
De latere vervolging van homoseksuelen moest de buitenwereld het idee geven dat Hitler niets moest hebben van homoseksuelen, schrijft Machtan. In dit licht moet ook de verhouding met Eva Braun worden gezien. Zijn relatie met haar moest Hitler de schijn geven een normaal iemand te zijn. Hij huwde haar niet, omdat „Duitsland zijn enige liefde was.” Pas op het eind van zijn leven, toen duidelijk werd dat zijn missie was mislukt, trouwde hij haar. Machtan: „Hij wilde dat het voor de buitenwereld gecreëerde beeld ook na zijn dood –zelfmoord stond nu vast– zou blijven bestaan en dus kreeg de verhouding die ruim tien jaar had geduurd ten slotte de hogere wijdingen van een ’echt’ huwelijk, een huwelijk dat evenwel nooit werd geconsumeerd.”
Speculaties
Wie het boek heeft gelezen blijft met de vraag zitten of Hitler werkelijk een homofiel was. Voortdurend speculeert Machtan. Zo heeft hij regelmatig zinswendingen als: „Er bestaan aanwijzingen dat…”. En: „Is het niet toevallig dat…” Of: „Was het puur toeval dat…?” Maar nergens komt Machtan met bewijzen. In zijn inleiding geeft hij ook toe dat het bronnenmateriaal „uiterst schaars is.”
Dit wordt enerzijds in de hand gewerkt door het taboe dat in het verleden op homoseksualiteit rustte. Anderzijds is er mondeling weinig overgeleverd en is er schriftelijk weinig te vinden dat betrouwbaar is. Machtan wijt dit aan „Hitlers vernietigingsdrang ten aanzien van alles wat ook maar iets over zijn privéleven kon onthullen.” Ook was Hitler een ware grootmeester in geheimhouding als het zijn privé-leven betrof. „Zelfs in gesprekken met naaste getrouwen was hij er steeds op bedacht alles wat hemzelf betrof zorgvuldig te verbergen, zodat men haast kan spreken van een verhullingsneurose”, schrijft de Bremer historicus.
En dus moet Machtan het met wel erg magere bewijzen doen. Zo concludeert de Bremer historicus op grond van het feit dat Hitler op 20-jarige leeftijd samen met zijn vriend August Kubizek een woning in Linz huurde waar ze samen naar muziek van Wagner luisterden, dat de twee een homo-erotische relatie hadden. En zo had Hitler een relatie met zijn chauffeur Julius Schreck omdat hij een keer met hem in een hotel overnachtte en een foto van Schreck op de Obersalzberg naast die van zijn moeder hing.
En dus liet Hitler de homoseksuele SA-chef Röhm ombrengen omdat die een dossier met belastend materiaal over hem bezat. Maar niemand heeft ooit dat dossier gezien. De tot dusver gangbare theorie luidt overigens dat Röhm werd gedood omdat hij een eigen leger opbouwde en daarmee de Reichswehr verdrong. Kortom, hij werd een gevaar voor Hitler.
Omdat Machtan geen enkele keer met waterdichte bewijzen komt, houdt men een onvoldaan gevoel over. Zijn boek is eigenlijk meer een pamflet dat een these moet onderbouwen.
Vraag
De vraag is gerechtvaardigd, waarom nooit eerder aan Hitlers homoseksuele geaardheid aandacht is besteed. Machtans verklaring dat de Duitsers het niet wilden weten, is goedkoop. „Dat zou de schande van de toch al grenzeloos schuldige Hitler-volgelingen nog een extra stigma hebben verleend, dat de smaad voor eeuwig bezegeld zou hebben. Het taboe werd in stand gehouden door een maatschappij van meelopers en was een teken dat de Duitsers hun geloof in de Führer nog altijd niet geheel hadden afgezworen.”
Lothar Machtan kan gelijk hebben, maar hij onderbouwt zijn verklaring niet. Bovendien is daarmee de vraag niet beantwoord of het zo belangrijk is om te weten dat Hitler een praktizerend homofiel was. Als Hitler inderdaad homofiel was, is dat dan een verklaring voor zijn paranoïde antisemitisme? Hebben we dan een verklaring voor de holocaust? Of valt daardoor te verklaren dat hij de steun kreeg van de conservatieve elite in Duitsland? Of is dat een verklaring voor het feit dat hij Duitsland, ja een groot deel van de wereld, in een gruwelijke oorlog stortte? Het antwoord op al die vragen is nee. Aan het slot van zijn boek geeft Machtan dat ook zelf toe: „Hitlers geaardheid is niet dé sleutel tot zijn leven.”
Hield Hitler van mannen? Misschien. Een ding staat wel als een paal boven water: hij hield het meest van zichzelf. Alle anderen, mannen of vrouwen, ”Herrenrasse” of ”Untermenschen”, moesten dienen voor de realisering van zijn waanideeën. Aan het einde van zijn leven, in de bunker, constateerde hij ijskoud dat de Duitsers, omdat ze niet wonnen, zijn missie en persoon niet waard waren. Ze hadden, aldus de nazi-leider, hun ondergang verdiend.