Duitse historie in de ogen van een tijdgenoot
Titel:
”Lotgevallen van een beddenverkoper”
Auteur: Michael Kumpfmüller, vert. Gerda Meijerink
Uitgeverij: Ambo/ Manteau
Amsterdam, 2001
ISBN 90 7623 128 1
Pagina’s: 423
Prijs: € 27,- (ƒ 59,50).”Lotgevallen van een beddenverkoper” speelt zich af in het tijdperk van de twee Duitslanden. De hoofdpersoon heeft echter geen benul van de historische gebeurtenissen die hij meemaakt.
De hoofdfiguur uit Michael Kumpfmüllers in het Nederlands vertaalde roman ”Lotgevallen van een beddenverkoper” heet Heinrich Hampel. Onwillekeurig moet je bij deze naam aan het Duitse woord ”Hampelmann” denken. Een Hampelmann is een uit hout of triplex gezaagde figuur die alle ledematen strekt zodra je aan het touwtje onder zijn rug trekt waarbij onderarm en onderbeen vrolijk heen en weer bungelen. Een Hampelmann is tevens iemand die zich gemakkelijk laat beïnvloeden.
Veel daarvan is herkenbaar in de persoon van de lichtzinnige Heinrich Hampel. Het is een oppervlakkige, van de ene seksuele ervaring naar de andere fladderende jonge man die door toeval tijdgenoot wordt van vele dramatische fasen in de Duitse geschiedenis van de twintigste eeuw.
Heinrich Hampel groeit op in nazi-Duitsland, woont met zijn ouders en andere gezinsleden vanaf 1947 enkele jaren in de Sovjet-Unie, keert terug naar de DDR en vlucht begin jaren vijftig naar het Westen. Daar lijkt hij als beddenverkoper annex aanbieder van liefdesdiensten aan de vrouwelijke kopers van deze bedden een grote carrière tegemoet te gaan. Maar het gaat helemaal niet goed. Kort na de bouw van de Berlijnse muur in 1961 vlucht Hampel, op de hielen gezeten door een regiment schuldeisers, opnieuw, maar nu in omgekeerde richting.
In de DDR wordt hij bepaald niet met open armen ontvangen. De staatsveiligheidsdienst houdt een oogje op hem, maar kan toch niet verhinderen dat Heinrich Hampel terugvalt in zijn oude ondeugden, zowel op financieel als op erotisch terrein. Door een gevangenisstraf van enkele jaren wordt de vitaliteit van Hampel gebroken. Hij raakt vreselijk aan de drank en sterft kort voor zijn 57e verjaardag, aan de vooravond van de dramatische veranderingen in Duitsland, die tot de afbraak van de Muur in Berlijn leiden.
Er schuilt veel geschiedenis in deze roman over een losbol. Het boek bezit komische trekken, maar is toch niet interessant genoeg om zoveel bladzijden en zoveel historische pretentie te rechtvaardigen. Door Hampels oppervlakkigheid wordt de geschiedenis van Duitsland vanaf de nazi’s tot de ”Wiedervereinigung” sterk gereduceerd, namelijk tot zijn seksuele escapades met talloze vriendinnen. Alsof dit het alles overheersende thema van het menselijk bestaan is of moet zijn.
Veel plezier in het lezen over de capriolen van Heinrich Hampel kan ik niet opbrengen, omdat je je als lezer voortdurend bewust bent van het feit dat hij zijn vrouw en kinderen (die tegen Hampels zin ook de overstap naar de DDR maken) schandelijk verwaarloost. Bovendien kan ik de luchtige toon niet verdragen waarin de hoofdfiguur over hun kindje spreekt, dat enkele maanden na de geboorte sterft.
De enige werkelijk interessante periode in Hampels leven vormen de viereneenhalf jaar in de Sovjet-Unie waar zijn vader als vakman van de Oostduitse firma Zeiss een kapotte glasfabriek moet herstellen. Misschien overtuigt mij dit (overigens te korte) deel wel, omdat ik de Sovjet-Unie niet uit eigen ervaring ken. Maar de Duitse Bondsrepubliek en de DDR ken ik juist heel goed. En dat leidt onvermijdelijk tot het beoordelen van de in deze roman beschreven ervaringen aan de hand van de eigen herinneringen. Kortom: gewogen en te licht bevonden. In het licht van het onmiskenbare talent van de schrijver Michael Kumpfmüller vind ik deze roman een gemiste kans.