Cultuur & boeken

Europa als moderne kathedraal

Titel: ”De geschiedenis van Europa”
Auteur: Karsten Alnaes
Uitgeverij: Ambo Anthos, Amsterdam; deel 1 ”Ontwaken”
ISBN 90 8549 004 9
Pagina’s: 725
Prijs: deel 2 ”Bezetenheid”
ISBN 90 8549 007 3
Pagina’s: 802
Prijs: deel 3 ”Rebellie”; ISBN 90 8549 008 1; 832 blz.; de gebonden delen met illustraties zijn uit het Noors vertaald door Kim Snoeijing en Lucy Pijttersen; prijs per deel € 39,90.

Dr. Ewald Mackay
11 July 2007 07:57Gewijzigd op 14 November 2020 04:55

De Noorse romanschrijver Karsten Alnaes (1938) heeft in vijf delen ”De geschiedenis van Europa” geschreven. Hiervan zijn er inmiddels drie in het Nederlands vertaald. Alnaes’ boek is ontstaan tegen de achtergrond van de Europese eenwording: Is er een gemeenschappelijke grond waarop wij staan? Delen wij een Europees besef? Of is dit een utopie van politici? Alnaes opent zijn serie met de vraag: Wat is Europa? Op het moment dat hij deze vraag stelt, is hij in Barcelona en bewondert een twintigste-eeuwse kerk die is ontworpen door Gaudí, de wereldberoemde Sagrada Família (Heilige Familie). Deze kerk heeft zeventien torens: vier evangelisten, twaalf apostelen en Christus. Als iets voor Alnaes een symbool is van het oude Europa dan wel de kathedraal. „Kerken zijn het meest Europees van alle gebouwen.” Tegelijk is Gaudí’s kerk voor Alnaes symbool van het nieuwe Europa. Gaudí is een moderne individualist en zijn kerk is gebouwd in de eeuw van fascisme, nazisme en communisme. De kerk van Gaudí is het beginpunt van Alnaes’ Europese reis.

In de Griekse mythologie is Europa een Fenicische koningsdochter die haar naam gaf aan dit gebied. Tot de veertiende eeuw komt de naam Europa nauwelijks in de bronnen voor. In die eeuw komt Europa een grote crisis te boven en ontstaat er een periode van groei en vernieuwing (prehumanisme) die de auteur ziet als een ontwaken van Europa.

De naam Europa duikt vooral op als het gebied bedreigd wordt door de Turken: het is vooral een defensieve naam, synoniem met christelijk, anti-islamitisch. Europa is „het vaderland van de christenen.” Symbool bij uitstek van deze dreiging is de val van Constantinopel in 1453, een onvoorstelbare schok in de Europese geest: „De heidenen zijn in Europa, dat wil zeggen in ons vaderland, in ons domein.”

Breuk
Dit Europa raakt innerlijk verscheurd door de strijd tussen Rome en Reformatie. De eenheid van de kerk wordt verbroken -Karel V trekt zich gedesillusioneerd terug in een klooster- maar de tegenbeweging van de Reformatie is zelf een Europese grootheid. De strijd mondt uit in de godsdienstoorlogen.

Naast deze strijd ontwaakt er ook iets van een nieuwe geest van mildheid in het humanisme. Langzamerhand ontstaat volgens Alnaes bij christenen het besef dat het religieuze geweld absurd is. De Bartholomeüsnacht in 1572, waarin katholieken hugenoten afslachten, leidt volgens hem tot kritiek op het geloof en tot het ontwaken van de rede. „De zogenaamde Bartholomeusnacht wordt in die zin een tijdkloof. Die nacht betekent ook het begin van het einde van het religieuze regime.”

Ondanks de godsdienstoorlogen komt de gedachte aan de eenheid van Europa dichterbij: men gaat Europa als een geheel van een aantal soevereine staten zien. Nu is het zaak om een evenwicht te vinden tussen deze Europese staten. Deze staten beginnen met het optuigen van hun eigen huis, maar realiseren zich tevens dat ze een gemeenschappelijk fundament hebben. Sully, adviseur van Hendrik van Navarra, spreekt van een geheel van staten dat zich onderwerpt aan de „allergrootste christelijke republiek”, dat is een wereld van vrede waarin de staten „tevreden zijn met de macht die ze in hun eigen gebied hebben.”

Verlichting
Bij de elite groeit een nieuwe idee over Europese identiteit. Locke, Montesquieu, Voltaire en Rousseau leggen de basis van een Europese idee, die de basis is van de seculiere moderne democratie. De Franse Revolutie is voor velen de realisering van deze nieuwe identiteit. In de chaos van de Franse Revolutie tracht Napoleon de orde te herstellen. Zijn ideaal is in feite een verenigd verlicht Europa onder keizerlijk gezag van Frankrijk. Uiteindelijk wordt hij in 1815 te Waterloo door de gezamenlijke legers van Rusland, Zweden, Pruisen en Oostenrijk definitief op de knieën gedwongen.

Het Congres van Wenen (1815) streeft naar een stabiel en vreedzaam Europa met een machtsevenwicht tussen de gevormde nieuwe staten. De bewegingen van onderop en met name het radicalisme en de revolutiegeest dienen uit hoofde van orde en stabiliteit te worden tegengewerkt en onderdrukt. Een terugkeer naar het oude middeleeuwse ideaal is echter niet meer mogelijk vanwege „het verlies van het Europese geloof in Christus door de moderne mens.”

Binnen deze idee van het ene Europa ziet elke grote staat zichzelf echter als het centrum, en met dit opkomend nationalisme is de poort naar de apocalyptische Europese burgeroorlogen van de twintigste eeuw geopend. De interne strijd wordt geprojecteerd op het wereldtoneel waar Europa de leidende macht is. „De negentiende eeuw werd Europa’s zwanenzang. De catastrofe lag op de loer en het blauwogige optimisme waarvan Stefan Zweig zo’n optimistische beschrijving gaf, zou weldra worden afgelost door een nachtmerrie die bijna een halve eeuw zou duren.”

Hier stopt het betoog van de eerste drie delen. Ik vermoed dat Alnaes in zijn twee slotdelen zal uitkomen bij een voorzichtig positief verstaan van Europa als eenheid. De kathedraal van de Sagrada Família van Europa zal voor hem, naar ik vermoed, een amalgaam van humaan christendom, humanisme en verlichting zijn, vanuit een door elite en volk gedragen besef dat eenheid en samenwerking noodzaak zijn om te ontsnappen aan een nieuwe wereldbrand. Ik ben benieuwd hoe hij in dit licht de islam ziet.

Verder teruggaan
Het boek is prettig geschreven, leest vlot weg, geeft zowel lijnen als persoonlijke details en het roept een helder beeld op. Er zit een enorme hoeveelheid werk in dit boek en het is knap dat een auteur die in de eerste plaats een romanschrijver is, zich zo door deze materie heen heeft geworsteld.

Tegelijk roept het boek vragen op. De auteur doorbreekt vaak de chronologie door te beginnen met een episode uit 1815 en pas daarna terug te keren tot 1799, wat soms verwarrend werkt.

Het boek bevat een aantal clichébeelden -bijvoorbeeld aangaande de tegenstelling van middeleeuws denken versus humanisme, van geloof versus rede- waarin simpelweg de bestaande beelden uit de handboeken worden herhaald.

Een vrij ernstig bezwaar tegen dit boek betreft het gekozen tijdvak. Ik begrijp werkelijk niet dat hij zijn boek bij 1400 laat beginnen (met slechts een zeer korte samenvatting van de voorgaande eeuwen vanuit het beeld van de Sagrada Família van Gaudí). Dat het woord Europa weinig voorkomt in de tijd tot 1400, wil niet zeggen dat de zaak Europa afwezig is. Volgens mij moet je een dergelijk boek over Europa laten beginnen bij de late oudheid en het vroege christendom en de vroege middeleeuwen: daar wordt impliciet de notie geboren van de mediterrane en later de noordelijke wereld als belichaming van het christendom: de Grieks-Romeins-Germaanse, de joods-christelijke en de meer esoterische tradities vinden hier hun kristallisatiepunt. Hier liggen de drie oude bronnen van de Sagrada Familia die de kathedraal Europa was en nog altijd is.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer