Aangeven illegaal niet verplicht
DEN HAAG - Gemeenten zijn niet verplicht om lijsten met illegalen door te geven aan het ministerie van Justitie.
Dat heeft staatssecretaris Albayrak van Justitie maandag afgesproken met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). De afgelopen weken ontstond flinke onenigheid over de manier waarop gemeenten moeten omgaan met de illegalen die niet in aanmerking komen voor het generaal pardon dat de regering heeft afgekondigd.Staatssecretaris Albayrak had gevraagd om de gegevens van illegalen door te geven aan het ministerie van Justitie. Met die lijsten in de hand zou de Dienst Terugkeer & Vertrek (DT&V) van het departement de uitzettingen ter hand kunnen nemen. Diverse burgemeesters weigerden om lijstjes met namen en adressen van illegalen door te geven aan het ministerie van Justitie. Zij spraken van „verraad” en van „klikken.”
Gemeenten die niets voelen voor het opstellen van een lijst met illegalen, mogen zelf in gesprek gaan met de betrokkenen. De inzet van dit gesprek is te voorkomen dat de vreemdelingen opnieuw in de illegaliteit belanden.
Gemeenten zullen de kanslozen inlichten over de mogelijkheid om via een gewone asielprocedure alsnog een verblijfsvergunning aan te vragen. Is die mogelijkheid er niet, dan zullen gemeenten aan de vreemdelingen duidelijk maken dat ze niet langer in Nederland kunnen blijven en dat ze zich bij Justitie moeten melden voor uitzetting.
Om te voorkomen dat de handelwijze van gemeenten leidt tot willekeur, komt er overleg tussen de burgemeester en de DT&V. Op lokaal niveau kan dan bekeken worden of de betrokken vreemdelingen Nederland moeten verlaten of niet. Volgens de VNG krijgt Justitie dan inzage in de gegevens van vreemdelingen, maar burgemeesters krijgen de nodige vrijheid om problemen op te lossen.
Gemeenten die geen bezwaren hadden tegen het doorgeven van een lijst met illegalen aan het ministerie van Justitie mogen daarmee doorgaan, zo verklaarde een woordvoerder van de VNG maandag.
De terugkeer van illegalen naar het land van herkomst is een onderdeel van de pardonregeling voor vreemdelingen die voor 1 april 2000 asiel hebben aangevraagd en in heel 2006 aantoonbaar in Nederland hebben gewoond. De uitvoering van de regeling is momenteel in volle gang. De verwachting is dat 25.000 tot 30.000 mensen een verblijfsvergunning krijgen.