Dakpannen van verwerkte luiers
ARNHEM - Gebruikte pampers en dito incontinentiemateriaal vormen prima grondstoffen voor alledaagse producten zoals kunststof dakpannen, inlegzooltjes voor schoenen en behangpapier. Geurloos. „Wij zitten 24 uur per dag in de luiers”, aldus salesmanager Mark Donders van recyclingbedrijf Knowaste in Arnhem.
Grote containers staan strak in het gelid, ergens op het immense bedrijventerrein aan de Velperweg waar vroeger Akzofabrieken stonden. Stank is een te groot woord, maar dicht in de buurt van de luiers is de poeplucht goed te ruiken. „Opslag buiten heeft als voordeel dat de geurtjes snel verwaaien”, legt Donders uit.Voor de komst van Knowaste in Arnhem -in 1999- werden er wat vragen gesteld: hoe zou dat gaan met de stankoverlast van een luierverwerker? Geen centje pijn dus. „We krijgen nooit meer vragen.” De salesmanager kan niet anders doen dan te wijzen op het productieproces in de fabriek. „Zodra het afval op de lopende band wordt gestort, ruik je wat. Daarna niet meer. We werken met moderne technieken.” Een rondgang door het bedrijf bewijst die stelling.
Het idee achter Knowaste komt uit Toronto. „Daar vond een mevrouw met twee kleine kinderen dat er iets moest gebeuren met de vieze luiers.” Verbranden is een mogelijkheid, storten ook. Donders: „Een proef in Canada wees uit dat recycling een alternatief is.” Papier en plastic worden teruggewonnen, de ontlasting verandert in compost en het afvalwater (vermengd met urine) wordt biologisch afgebroken. Van enig restafval is geen sprake.
De cijfers waarmee Donders op de proppen komt, stemmen op z’n minst tot nadenken. Een kind verbruikt tot aan het moment dat het zindelijk is 4000 tot 5000 luiers. „Dan praat je over een berg afval van 1000 kilo. In Nederland worden jaarlijks zo’n 200.000 kinderen geboren. Reken maar uit.” Een vergrijzende bevolking is daarnaast ook goed voor een snel groeiende hoeveelheid incontinentieafval.
De milieuwinst is op de website van Knowaste inzichtelijk gemaakt: per kind levert recycling van de vuile luiers al snel een besparing op van ruim 3000 liter water, en hoeven twee bomen niet te worden gekapt.
Knowaste zamelt het luierafval sinds eind 1999 in. De verwerkingscapaciteit in Arnhem is 70.000 ton per jaar. Donders: „We zitten nu op ongeveer 45.000 ton.” Het bedrijf biedt werk aan 25 mensen. De fabriek draait vijf dagen per week, 24 uur per dag.
De aanvoer van te verwerken materiaal groeit gestaag. „We begonnen letterlijk op nul. Op dit moment doen we zaken met (is0(
60 procent van de zorginstellingen in Nederland en hebben we 150 gemeenten en 40 tot 50 procent van alle kinderdagverblijven als klant.”(is2m(
Particulieren kunnen in de deelnemende gemeenten hun zakken met luiers naar vaste verzamelpunten brengen, vaak bij kinderdagverblijven. „Het is een kleine moeite, mensen sparen ruimte uit in hun toch al overvolle container.” Met name in gemeenten waar per container of per kilo moet worden betaald voor het opgehaalde afval is er ook een financieel voordeel. „De speciale zakken zijn gratis of kosten een paar cent per stuk.”
Knowaste is eveneens actief in het Duitse Ruhrgebied en in het Vlaamse deel van België. „Afstanden tot aan Arnhem spelen een belangrijke rol. Worden de vervoersstromen te lang, dan kunnen we niet concurreren met de verbrander of met de stortplaats”, aldus Donders. Het ophalen van het afval doet Knowaste overigens niet zelf. Partners als Sita, Van Gansewinkel, DAR en Afvalcombinatie zijn er druk mee.
De recyclinginstallatie doet nagenoeg geheel geautomatiseerd haar werk. „Een aantal operators bewaakt het proces”, vertelt Donders. Is de fabriek op stoom, dan dansen er per uur 50.000 gebruikte luiers over de transportbanden.
De recycling is op zichzelf geen heel ingewikkeld procedé, vindt de salesmanager. Bij de stapels geperste papierpulp -met een grauwwit kleurtje- aan het eind van het verwerkingsproces is de link met poepluiers niet meer te leggen. Bij de balen met kunststofkorrels evenmin.
Knowaste in Arnhem geldt als voorbeeldfabriek. Donders: „Hier zitten de kennis en de ervaring.” In onder meer Australië, Japan en Zuid-Korea is de technologie inmiddels gekopieerd. „We kijken rond in landen zoals Engeland, Ierland, Portugal en in het zuiden van Duitsland.” Niet overal is het even gemakkelijk om een milieuvriendelijk alternatief voor storten of verbranden in de markt te zetten. „Nog los van afstanden en voldoende bevolkingsdichtheid zijn ook de mentaliteit van de mensen en het politieke klimaat van groot belang. In de Verenigde Staten bijvoorbeeld gooien ze het afval net zo makkelijk in een grote woestijn.”