Economisch herstel in EU blijft nog uit
Een duidelijk herstel van de economie in de eurozone blijft tot dusver uit. De Europese Commissie verwacht dat het groeitempo ook in de rest van dit jaar op een laag niveau zal liggen.
Eurostat, het EU-bureau voor de statistiek, maakte vrijdag bekend dat de stijging van het bruto binnenlands product (bbp) in het tweede kwartaal, ten opzichte van de omvang ervan in de drie voorafgaande maanden, 0,3 procent heeft bedragen. Dat is hetzelfde percentage als over de periode januari tot en met maart. Voor de Unie in haar geheel, dat wil zeggen inclusief de drie landen die niet deelnemen aan de gemeenschappelijke munt, kwam de expansie beide keren uit op 0,4 procent.
In april voorspelde de Commissie voor het totaal van 2002 een groei van 1,4 procent. Die raming lijkt niet langer haalbaar. De computermodellen in Brussel berekenen thans voor het derde kwartaal een toename van het bbp van 0,3 à 0,6 procent. Dat betekent een neerwaartse correctie in vergelijking tot de eerder becijferde 0,6 à 0,9 procent.
Een belangrijke onzekerheidsfactor voor de nabije toekomst zijn de ontwikkelingen rond Irak. Het verder oplopen van de spanningen kan leiden tot hogere olieprijzen en tot terughoudendheid bij investeerders en consumenten. Dat brengt schade toe aan de economische opleving in de geïndustrialiseerde wereld.
In drie EU-lidstaten was tussen begin april en eind juni sprake van een negatieve groei. In Portugal trad een krimp op van 0,5 procent, in Oostenrijk van 0,4 procent en in Duitsland van 0,2 procent. De beste prestaties leverden Griekenland (plus 1,7 procent) en Finland (plus 1,2 procent).
De conjunctuur in het eurogebied is vooral na september vorig jaar flink verzwakt. In het derde kwartaal van 2001 liet het bbp nog een uitbreiding aantekenen van 1,3 procent. In de drie maanden daarna volgde een terugslag tot 0,4 procent.
De ongunstige gang van zaken die zich momenteel aftekent, roept in financiële kringen speculaties op over een mogelijke renteverlaging door de Europese Centrale Bank (ECB). Analisten gingen ervan uit dat de volgende stap van de monetaire autoriteiten een verhoging zou zijn en dachten daarbij voor wat betreft het tijdstip aan komend voorjaar. Geleidelijk aan wijzigen hun inzichten echter.
De ongunstige situatie verslechtert voorts het beeld op het terrein van de overheidsfinanciën. Diverse landen hebben grote moeite om hun begrotingstekort binnen de perken te houden. Het stabiliteitspact, dat bedoeld is om het vertrouwen in de euro te ondersteunen, schrijft voor dat het saldo de 3 procent van het bbp niet mag overschrijden. Voorts zijn er afspraken die de regeringen verplichten om uiterlijk in 2004 evenwicht te bereiken.
De laatste tijd pleiten sommige politici, met name in Italië, voor een herziening van de strakke spelregels. De ministers van Financiën begonnen vrijdagmiddag in Kopenhagen aan een tweedaags informeel overleg. Zij benadrukten dat dit onderwerp geen deel uitmaakt van de agenda.
Aanpassingen liggen niet in het verschiet, verzekerde de Deense bewindsman Pedersen, die als voorzitter van het beraad optreedt. Zijn Belgische collega Reynders antwoordde op de vraag of het pact onder druk staat: „Er staat druk op de lidstaten om de doelen van het pact te bereiken.” De Oostenrijker Grasser merkte op dat een discussie over een versoepeling van de budgettaire discipline een volstrekt verkeerd signaal zou zijn in de richting van investeerders.