Opinie

Creationisme past zekere bescheidenheid

Creationisten past bescheidenheid, stelt Jos Quist. Veel vragen over de schepping zijn niet te beantwoorden door de wetenschap.

2 July 2007 08:00Gewijzigd op 14 November 2020 04:54
„Bijbelse gegevens en wetenschappelijke resultaten kunnen niet zomaar gecombineerd worden. Beide moeten grondig worden bestudeerd.” Foto: EPA
„Bijbelse gegevens en wetenschappelijke resultaten kunnen niet zomaar gecombineerd worden. Beide moeten grondig worden bestudeerd.” Foto: EPA

Het is wat gewaagd om als theoloog je visie te geven op een natuurwetenschappelijk onderwerp. Hans Reinders heeft daartoe in zijn opinieartikel van woensdag 27 juni een interessante poging ondernomen. De gereformeerde theologie zou niet om het creationisme heen kunnen. Daarnaast zou het creationisme een goede tegenweer bieden tegen de on-Bijbelse opvattingen van de moderne natuurwetenschap. Mijn visie op de rol van het creationisme is wat minder optimistisch.We moeten ons realiseren dat we te maken hebben met een drietal probleemstellingen. In de eerste plaats dienen we te onderzoeken wat de Bijbel zegt over de schepping. De schepping is onderdeel van de heilshistorie. Vanuit dat perspectief moet de historiciteit van Genesis benadrukt worden.

In de tweede plaats mogen we ons ook verdiepen in wat de moderne natuurwetenschap zegt over de evolutietheorie en de geschiedenis van het universum. Enerzijds omdat wetenschappers de werkelijkheid trachten te begrijpen, en daarbij vragen oproepen die we niet uit de weg hoeven te gaan. Anderzijds omdat er gemakkelijk misvattingen kunnen ontstaan. Heel concreet kan ik hierbij verwijzen naar bovengenoemd artikel. De auteur vermeldt het gebruik van de C14-methode voor het bepalen van de ouderdom van de aarde. Wel, de moderne natuurwetenschap gebruikt daarvoor onder meer de in theorie veel nauwkeuriger lood-uraniummethode, en niet, zoals veel mensen denken, de C14-methode. Dergelijke misvattingen worden veroorzaakt door een gebrek aan kennis en lijken symptomatisch voor het creationisme.

In de derde plaats kunnen we ons afvragen wat de verhouding is tussen de gegevens uit de Bijbel en de resultaten van de moderne natuurwetenschap. Een lastig vraagstuk, want de Bijbel en de wetenschap geven conflicterende beschrijvingen van dezelfde werkelijkheid. Hier probeert het Bijbelconforme creationisme oplossingen te bieden, soms op een wijze waar ik mijn twijfels bij heb. Veel creationisten bijten zich gretig vast in deze derde probleemstelling, terwijl ze voorbijgaan aan de andere twee. Oppervlakkigheid en een verkeerde voorstelling van zaken zijn het gevolg. Ook dat manifesteert zich naar mijn idee in het genoemde artikel. De auteur stelt dat de zondvloed heeft gezorgd voor de hoge ouderdom van de aarde. Zo simpel is het niet. Inderdaad, de gevolgen van de zondvloed zullen van onvoorstelbare omvang zijn geweest. Maar kun je daarmee de resultaten van de lood-uraniummethode verklaren? Ik weet het niet, een dergelijke vraag vereist nogal wat studie.

Bijbelse gegevens en wetenschappelijke resultaten kunnen niet zomaar gecombineerd worden. Beide moeten grondig bestudeerd worden. Dat is geen gemakkelijke taak. Wie zal de diepten van de Schrift doorgronden? Evenmin is het eenvoudig je weg te vinden in de wetenschap. In een razend tempo komt er nieuwe kennis beschikbaar. De evolutietheorie wordt steeds geavanceerder, waardoor weerlegging op veel punten steeds moeilijker wordt. Kritiek blijft echter mogelijk, met name omdat de moderne natuurwetenschap a priori bovennatuurlijke verklaringen uit wil sluiten.

Het creationisme past bescheidenheid. Al te gemakkelijk worden er soms verstrekkende claims gemaakt, terwijl een goede onderbouwing ontbreekt. Daardoor heeft het creationisme in het verleden veel geloofwaardigheid verloren. In de confrontatie met het evolutionisme is het niet verkeerd om naarstig te zoeken naar antwoorden, maar voorzichtigheid is geboden. Vaak blijkt een antwoord bij nader inzien onjuist te zijn.

Ten slotte: verstandelijke overtuiging is niet genoeg.

In een discussie wees een evolutionist mij op de essentie: „het komt er op aan of je in God gelooft.” Hij bedoelde dat je geloofsovertuiging bepalend is voor je uitgangspunten en interpretaties. Waarschijnlijk besefte hij niet dat zijn opmerking een veel diepere en ingrijpender strekking had. „Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het Woord Gods is toebereid” (Hebreeën 11:3). Zonder het geloof is er ten diepste geen verstaan van de werkelijkheid, en geen gehoorzaamheid aan God. Maar door het geloof is er een kennen van de Schepper en Zijn schepping. Dat kennen is hier ten dele, maar zal in de herschepping volmaakt zijn.

De auteur volgt een masteropleiding aan de faculteit wiskunde en natuurwetenschappen van de Universiteit Leiden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer