„Uitermate schokkend”, noemde officier van justitie mr. J. van den Broek de geruchtmakende zaak. „De laatste minuten van het leven van Suzanne Wisman moeten afschuwelijk zijn geweest.”De aanklager heeft overwogen om levenslang te eisen, maar zag daarvan af, omdat Van D. niet eerder is veroordeeld voor ernstige zedendelicten. De officier vroeg de rechtbank de tbs-behandeling pas te laten starten na twee derde deel van de gevangenisstraf. Dat betekent dat het OM de man voor lange tijd uit de maatschappij wil weren.

Nadat Van D. het meisje in zijn camper had gelokt, heeft hij het kind meermalen op afschuwwekkende manier misbruikt. Dat gebeurde zowel in de camper als in nabijgelegen bosjes in een verlaten buitengebied. Na het misbruik schopte en sloeg hij het meisje en liet haar tientallen meters door een sloot waden.

Daarna heeft het slachtoffer met zijn camper overreden. Even later keerde hij terug en reed hij nogmaals over het kind heen.

De aanklager wees erop dat Van D. er in uitgebreide verhoren op zinspeelde dat hij over het kind is heen gereden om niet later door haar getuigenverklaring in de cel te belanden. Daarom is er volgens de officier sprake van moord, waarbij voorbedachten rade een rol speelt. „Van D. heeft verklaard: Misschien wilde ik bewijzen wegpoetsen. Ik heb dit misschien gedaan om te bereiken dat ze niet meer kon praten.”

Advocaat mr. H. Klopstra vindt dat er geen sprake is van moord, maar van doodslag. De zwakbegaafde Van D. is in de optiek van de raadsman niet in staat om doelbewust iemand het zwijgen op te leggen. Van D. heeft volgens Klopstra in een opwelling gehandeld.

Zelf verklaarde Van D. dat Suzanne Wisman hem na de gruwelijkheden heeft uitgescholden voor „pedofiel.” Toen zouden bij Van D. de stoppen zijn doorgeslagen. In zijn woonplaats is Van D. eerder ook uitgemaakt voor pedofiel, wat bij hem tot grote woede leidde.

De officier van justitie zei het verhaal van Van D. over de scheldpartij van Suzanne „niet aannemelijk” te vinden. „Een meisje dat halfdood is, gaat haar belager in de middle of nowhere niet staan uitschelden.” Ook rechtbankvoorzitter J. Schoemaker liet zijn twijfel blijken over het verhaal. „In 1100 bladzijden verhoor met de politie ging het daar niet één keer over. Pas tijdens het onderzoek in het Pieter Baan Centrum komt Van D. met dat verhaal.” De uitspraak volgt over twee weken.