Denkraam
Traditiegetrouw heeft de Werkgroep Christelijke Kinderboeken in mei (op 11 mei, om precies te zijn) de nominaties voor het Hoogste Woord en de Eigenwijsprijs bekendgemaakt.
Voor wie onbekend is met deze twee prijzen: Het Hoogste Woord is de prijs die wordt uitgeloofd door een volwassen jury, de Eigenwijsprijs wordt bepaald nadat de kinderen hun stem uit hebben kunnen brengen.Al jaren probeer ik de wijsheid van de jury van het Hoogste Woord te doorgronden. En… in mijn voorspellingen zat ik er de laatste jaren niet vaak naast. Ik had het gevoel de denkwijze van dit wijze gezelschap te doorgronden. Neem het meest afwijkende, het meest vernieuwende boek en… je hebt een grote kanshebber in handen: Een prentenboek dat nog nooit heeft gewonnen, een fantasyboek…
Met die wetenschap heb ik ook nu de ingezonden boeken bekeken en kwam tot een lijstje mogelijke kanshebbers.
Maar wat bleek? Om het in de stijl van de Ollie B. Bommelboeken te zeggen: Mijn denkraam is te klein. Ik heb mijzelf duidelijk overschat.
Helemaal geen nominatie voor ”Kind van de oorlog” van Anne de Graaf, of ”De dag van de golven” van Corien Oranje.
Na het persbericht te hebben gelezen, zakte ik in totale vertwijfeling in mijn stoel. Had ik het wel goed gelezen? Na een tijdje brak het besef door dat het echt waar was. De jury had me een enorme poets gebakken. Dacht Hans Mijnders echt dat hij hun denkwijze kon doorgronden? Nee dus. Om een mogelijk misverstand weg te nemen: Ik misgun het de vier collega’s hun nominatie niet. Alleen… ”Marathon in de dierentuin” wél nomineren, en ”De dag van de golven” niet? Onbegrijpelijk!
Als ik iemand een geweldig auteur en een heel leuk mens vind, is het Corien Oranje. Tijdens de laatste Kinderboekenweek had ik zelfs het genoegen haar een dag bij ons op school te hebben. Maar waarom kiest de jury wel voor haar lekker vlot lezende boekje zonder echte diepgang en niet voor haar heel veel indruk makende boek over de tsunami?
Naar de reden van deze keus kan ik alleen maar raden. Maar wat ik ook verzin: logisch wordt het niet.
’k Ben trouwens wel benieuwd naar de uiteindelijke winnaar. Want hoe is het mogelijk om ”De mooievaar” van Rikkert Zuiderveld te vergelijken met ”Online” van Iris Boter, om maar eens twee uitersten te noemen? Twee heel verschillende stijlen, geschreven voor een compleet andere doelgroep.
Het is hetzelfde als vijf soorten snoep voor een aantal kinderen op tafel leggen en zeggen: Kies de lekkerste. Welke nemen ze dan? Inderdaad: Hun keus heeft heel veel te maken met persoonlijke voorkeur. De een voelt zich meer aangetrokken tot drop, een ander tot spek.
Zo zal het bij de keus van de winnaar van de Eigenwijsprijs (die tenslotte allang bekend is) ook zijn geweest. Want de vijf genomineerde boeken laten zich (net als in alle voorgaande jaren) gewoonweg niet vergelijken. Of heb ik daar ook een te klein denkraam voor?