”Door God bewaard en staande gehouden”
Titel: ”Door God bewaard en staande gehouden”
Auteur: W. G. Hulsman, Joh. Karens en J. M. van Wijk
Uitgeverij: kerkenraad geref. gem. in Rhenen, 2007
ISBN 978 90 9021539 6
Pagina’s: 158
Prijs: €16,95 (excl. verzendkosten), te bestellen via W. G. Hulsman, Simon Stevinweg 2, 3911 CE Rhenen (0317-618506, whulsman@solcon.nl).
Het gedenkboek over 75 jaar gereformeerde gemeente in Rhenen heeft iets wat veel andere boeken missen. Dat wordt in de titel ”Door God bewaard en staande gehouden” al meteen duidelijk. Het zijn niet de predikanten die de gemeente driekwart eeuw staande hielden, het zijn niet de inspanningen van de kerkenraad, nog minder de trouw van de gemeenteleden, maar het is God Die bewaarde en staande hield. Deze boodschap klinkt van bladzijde tot bladzijde door het boek heen. Drie mensen schreven het: W. G. Hulsman, Joh. Karens en J. M. van Wijk. In 158 bladzijden vol tekst en foto’s wordt het wel en wee van de gemeente beschreven. Tot het wel behoren uitwendige zegeningen, zoals groei en nieuwe kerkgebouwen; bovenal inwendige, geestelijke zegen: „In de jaren rond de Tweede Wereldoorlog is er veel volk van God in Rhenen te vinden.” Ook het feit dat de gemeente werd staande gehouden in tijden van verwarring. Dan is het een wonder dat Rhenen niet werd meegevoerd op de golven van oppervlakkigheid. Het wee zijn de stormen die letterlijk en figuurlijk over gemeente en kerkgebouw trokken. Een oudejaarsdienst met veertien kerkgangers, de vraag of tot opheffing van de gemeente moest worden overgegaan, afscheid van predikanten, sterfgevallen - ook de weeën gingen Rhenen niet voorbij.
Het begin van de gemeente lag in 1926, toen ondanks dat Christus werd gepreekt in de goedbezette hervormde Cunerakerk, er wezenlijke zaken gemist werden en er een oud gereformeerde gemeente ontstond. Op de deel van Hendrikus Silfhout keerde de bevindelijke waarheid in Rhenen terug. Twee jaar later zijn opvattingen van een ambtsdrager -welke dat zijn, blijft een onbeantwoorde vraag- de aanleiding dat er een vergadering wordt belegd om een gereformeerde gemeente te stichten. Het zou nog tot 1932 duren voordat er van instituering sprake is.
Allerlei voorvallen worden op een onderhoudende manier beschreven. We lezen wat ds. Fraanje onder een preek opmerkte tegen de achterbuurman van een slapende kerkganger. Er wordt verhaald over de aanschaf van een orgel, waar bijna de helft van de stemgerechtigde leden op tegen was, en over het feit dat men tijdens weekdiensten aanvankelijk weigerde om voor de diaconie te collecteren omdat de kerkenraad vaak moet toeleggen op de onkosten voor de predikant. Organisten zorgen nogal eens voor problemen. Rhenen vormt daarop geen uitzondering. Een ouderling trad vermanend op tegen de gemeentezangbegeleider die rond de kerstdagen de melodie van ”O dennenboom” speelde…
Stichtelijk is het sterven beschreven van de dertienjarige Sijmpje Jordaan, die tijdens haar laatste ziektemaanden van Godswege bekendgemaakt werd wanneer ouderling Baars weer op bezoek zou komen.
De oorlogsjaren trekken diepe sporen door Rhenen en de Grebbeberg is tot op de dag van vandaag getuige van de heftige strijd die daar woedde. In 1951 houdt men de laatste dienst in het kerkgebouw, een voormalige sigarenfabriek. Er verrijst een nieuw kerk, die als gevolg van de kerkelijke gebeurtenissen van 1953 in dat jaar verlaten wordt. Na wat omzwervingen koopt de gemeente voor ruim 15.000 gulden een houten kerkje. Dat doet dienst tot 2001, het jaar waarin een nieuw kerk in gebruik wordt genomen. In de tussenliggende periode van ongeveer vijftig jaar heeft de gemeente in ds. P. van der Bijl een eigen predikant ontvangen, zij het voor een zeer korte tijd.
Herinneringen aan en van enkele predikanten worden vermeld: ds. W. Verhoeks, die eerder de gemeente als ouderling diende; ds. J. Mol, ds. J. Mijnders, ds. A. F. Honkoop en ds. C. Sonnevelt blikken terug, de komst en het afscheid van ds. J. Veenendaal, alsmede zijn persoonlijk leven, krijgen aandacht, er is een interview met koster J. van Appeldoorn, uit het leven van ouderling J. van Dijk worden bijzonderheden verhaald en oud-ouderling J. van Rijswijk vertelt op een eenvoudige en jaloersmakende wijze over zijn leven en zijn roeping tot predikant.