CIA-vluchten vallen onder afspraak
De geheime CIA-vluchten vallen onder gemaakte afspraken met de VS. Volgens Leon Wecke kon Nederland zich als trouw bondgenoot niet afzijdig houden van de strijd tegen het terrorisme.
Een gegeven woord dien je te houden. ”Pacta sunt servanda”, gesloten verdragen dienen geëerbiedigd te worden. Maar de tijd gaat verder. En is het niet zo dat allerlei gebeurtenissen en ontwikkelingen die indertijd niet voorzien waren, naderhand de vraag oproepen of het eenmaal gegeven woord nog wel (geheel of gedeeltelijk) gestand gedaan moet of kan worden?Na de aanslagen van 9-11 was het duidelijk voor de wereld: Amerika is aangevallen en dient bijgestaan te worden. Zelfs vijanden van de VS bekeerden zich binnen enkele dagen. Vroegere Sovjetrepublieken en het Pakistan van Musharraf -veelal daarvoor betaald met geld en het opheffen van sancties- maakten een politieke draai van 180 graden. De Franse president Chirac herinnerde zich publiekelijk ook een Amerikaan te zijn.
Artikel 5
In die golf van oprecht mededogen en opportuniteit was het bijna vanzelfsprekend dat de NAVO op 4 oktober 2001 artikel 5 van kracht verklaarde, te weten: „Een aanval op één is een aanval op allen.” Het artikel was ooit geformuleerd op grond van Sovjetdreiging, maar het werd nu voor het eerst tot leven geroepen als gevolg van de terroristische aanval op de Verenigde Staten. In gevolge het besluit om artikel 5 van kracht te verklaren, kwamen de NAVO-bondgenoten, op verzoek van de VS, een achttal maatregelen overeen. Twee ervan luiden: „Het algehele recht van overvlucht voor Amerikaanse en andere bondgenootschappelijke vliegtuigen die deelnemen aan antiterroristische operaties”, alsmede „Het voor de Verenigde Staten en hun bondgenoten openstellen van vliegvelden en havens, in overeenstemming met de noodzakelijke regels van de verkeersleiding en nationale procedures, ter ondersteuning van militaire operaties tegen het terrorisme, inclusief bijtanken.”
Hier lag dus al een vrijbrief voor Amerikaans luchtverkeer om van het Europese luchtruim en bepaalde faciliteiten gebruik te maken ten behoeve van de strijd tegen het terrorisme. Ofschoon bedoeld voor de actie in Afghanistan kon de implementatie van artikel 5 goed gebruikt worden voor wat later de ”CIA-vluchten” genoemd werden.
Van Nederland moet gezegd worden dat het als enige land bedenktijd vroeg alvorens met het van kracht worden van artikel 5 akkoord te gaan. De paarse regering wilde zich verzekerd weten van meerderheidssteun in het parlement. Een probleem dat voor een aantal bondgenoten kennelijk niet gold. Ook later, toen van het ter beschikking stellen van zes F-16’s sprake was, bleek Nederland enige aarzeling aan de dag te leggen, omdat het zich uitsluitend tot verkenningstaken zou beperken. Dat laatste bleek overigens ook het verzoek van de Amerikanen te zijn.
Geheime samenwerking
Volgens het rapport van de Zwitser Dick Marty, voorzitter van de commissie die namens de Raad van Europa onderzoek deed naar geheime detentiecentra voor terreurverdachten, is er niet alleen sprake van openbare, maar ook van geheime samenwerkingsverbanden tussen de VS en lidstaten van de NAVO. Dat allemaal op basis van het akkoord van 4 oktober 2001. En die laatste overeenkomst diende, zo stelt Martin, ook als basis voor bilaterale overeenkomsten.
Dankzij het akkoord van oktober 2001, dat alle NAVO-landen ondertekend hadden, kon de CIA gevangenen naar de ’spookgevangenissen’ vliegen. Onder dit akkoord vielen immers vluchten van de Amerikaanse strijdkrachten in de oorlog tegen het terrorisme. Het betrof vliegtuigen waarvoor geen gedetailleerd vluchtschema behoefde te worden opgegeven.
Had Nederland zich indertijd niet beter afzijdig kunnen houden? Misschien dat die gedachte bij sommigen opkomt na kennisname van het schandaal met de CIA-vluchten. Maar toen was het anders. Uiteraard kon Nederland, toen ook al een van de trouwste bondgenoten van de VS, niet weigeren. Zich afzijdig houden impliceerde immers zich afzijdig houden van een wereldwijde verontwaardiging en actiebereidheid. Nederland had zich met „even nadenken” alvorens artikel 5 te accorderen en nadien met een schijnbaar voorbehoud inzake de taken van zijn F-16’s bij de VS en andere NAVO-bondgenoten toch al niet al te solide opgesteld. Daarbij kwam dat de NAVO indertijd niet al te zeer verrast werd met betrekking tot de Amerikaanse acties in Afghanistan, ook later in Irak niet en ook niet met betrekking tot de CIA-vluchten. De NAVO is immers een Amerikaans gezind politiek en militair werktuig. Het bleek, tenminste als Marty gelijk heeft, dat er ook een geheim akkoord bestaat tussen de Verenigde Staten en de NAVO dat het mogelijk maakt CIA-terreurverdachten in geheime gevangenissen in Europa op te sluiten.
Zijlijn
Je afzijdig houden van bepaalde activiteiten van de huidige Amerikaanse regering kan een groot goed zijn, maar het moet wel kunnen. Inzake de illegale oorlog in Irak konden we, althans volgens de regering, kennelijk niet aan de politieke en later militaire zijlijn gaan staan.
Vooralsnog staan wij ook in Afghanistan niet aan de zijlijn, maar doen volop mee aan een operatie die misleidend een „opbouwmissie” wordt genoemd. Misschien hadden we daar ook beter aan de zijlijn kunnen gaan staan, maar misschien, al moeten we dat niet hopen, krijgen we in de toekomst nog een herkansing als Iran aan de beurt is om, al dan niet via Israël, met de moderne bewapening van de VS kennis te maken.
De auteur is polemoloog en verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen.