Uitbreiding, uitbreiding en nog eens uitbreiding
„Uitbreiding, uitbreiding, uitbreiding.” Onder dat motto geeft de Deense regering, zoals premier Rasmussen het zelf zegt, in de rest van dit jaar als fungerend voorzitter leiding aan de Europese Unie. Volstrekte helderheid dus over de prioriteiten. De afronding van de onderhandelingen met de kandidaat-lidstaten domineert de agenda.
Het zomerreces is voorbij, de EU maakt zich op voor vier spannende maanden, met als hoogtepunt, half december, de top in Kopenhagen. De planning voorziet erin dat daar de beslissing valt over de toetreding van een groep nieuwe leden, waarvan het merendeel vroeger behoorde tot de communistische wereld. De scheiding in Europa tussen Oost en West is straks definitief verleden tijd: een historische ontwikkeling.
Aan inzet van Denemarken om dit te verwezenlijken, zal het niet ontbreken. Traditioneel stelt deze Scandinavische partner zich sceptisch op tegenover de voortschrijdende integratie binnen de EU. Zo heeft de bevolking deelname aan de euro verworpen. De zittende coalitie, onder aanvoering van de liberalen, wil echter dolgraag het succes van de hereniging van Europa op haar naam schrijven. Dat verzekert immers van blijvend een eervolle vermelding in de geschiedenisboeken van de gemeenschap.
Van Kopenhagen naar Kopenhagen, heet het. Een voor de Denen aardige samenloop van omstandigheden: in 1993 werden in hun hoofdstad de voorwaarden vastgelegd voor het aanhaken van de voormalige Oostbloknaties, in 2002 delen de hoogste politieke vertegenwoordigers er de toegangsbiljetten uit voor de daadwerkelijke entree.
Voordat het echter zover is, moet er nog heel wat conflictstof uit de weg worden geruimd. De laatste loodjes wegen het zwaarst. Het landbouwdossier en de daarmee samenhangende financiële aspecten vormen in de eindfase een lastige hobbel. De Europese Commissie wil de boeren in de toetredingslanden gedurende een lange overgangstermijn minder inkomenssteun toekennen dan hun collega’s in de huidige EU. Zelfs dat gaat een viertal lidstaten te ver.
Duitsland, Groot-Brittannië, Nederland en Zweden vrezen dat de uitbreiding op die manier te duur uitpakt en dat met name zij, als belangrijke betalers aan de gezamenlijke kas, opdraaien voor de rekening. Zij staan erop dat er eerst een akkoord wordt bereikt over een drastische hervorming van het landbouwbeleid, met uitzicht op het afbouwen van de subsidies voor het totaal van de agrarische sector.
Dat brengt hen in aanvaring met vooral Frankrijk. President Chirac benadrukt dat hij voorlopig niet wenst te praten over ingrijpende aanpassingen op het betrokken terrein. Hij is daartoe pas bereid in het kader van het overleg over de meerjarenbegroting voor de periode vanaf 2007.
Tien landen zijn genomineerd om eind dit jaar groen licht te krijgen voor het verwerven van het lidmaatschap: Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Tsjechië, Slovenië en Slowakije. Zal het lukken om dit ambitieuze project conform de uitgestippelde route, met in 2004 de feitelijke aansluiting, te realiseren?
Er zijn, zoals vermeld, nog heikele kwesties die vooraf een oplossing vereisen. Er kan dus veel misgaan. Een crisissituatie op enig moment lijkt niet ondenkbaar, maar die heeft het verenigd Europa wel vaker nodig om stappen voorwaarts te zetten. Een korte vertraging ligt niet voor de hand, doch mogen we evenmin helemaal uitsluiten. Dat de uitbreiding er komt, daar behoeven we niet aan te twijfelen.
De voorbereidingen zijn na de jarenlange onderhandelingen zover gevorderd dat geen enkele politicus het in zijn hoofd zal halen om de operatie alsnog af te blazen. Niemand zal de verantwoordelijkheid op zich durven nemen om de vreedzame opheffing van de tweedeling van het continent, met perspectief op meer politieke en economische stabiliteit, te blokkeren.
Niemand zinspeelt daar ook op. Ook niet de landen die hameren op herstructurering van de landbouw. In hoeverre zij hun eisen ingewilligd zullen zien, is afwachten. Desondanks zeggen ze zelf -het lijkt tegenstrijdig- dat de uitbreiding in ieder geval moet doorgaan. Een dreigen met een veto horen we nergens. De grenzen van het onderlinge gevecht zijn op voorhand bepaald. Dat stelt het Deense voorzitterschap wellicht gerust. Een compromis met vage toezeggingen voor de ’bende van vier’ en dat de echte slag om de landbouw vooruitschuift, kan een uitweg bieden.
Zullen de tien aspirant-leden allemaal tegelijk worden toegelaten? Officieel vindt er een afweging plaats per kandidaat afzonderlijk en de laatste tijd krijgt dit element meer aandacht. In de voorbije jaren is daarentegen vanuit Brussel steeds het beeld opgeroepen van een ”big bang”, van een overstap en bloc. Bulgarije en Roemenië hebben in een vroeg stadium te horen gekregen dat zij niet op tijd gereed zullen zijn en dat zij dus langer in de wachtkamer blijven. De rest werd altijd als groep aangemerkt. Er zullen hier en daar kritische geluiden klinken, maar ook op dit punt geldt dat het niet waarschijnlijk is dat iemand een spaak in het wiel durft te steken.
De politici streven ernaar de beoogde toetreding te doen slagen. Toch bezitten zij niet de volledige controle over het proces. Het lot daarvan ligt vooral in handen van de Ierse burgers. Die gaan in de herfst naar de stembus om hun mening te geven over het Verdrag van Nice, dat de minimaal noodzakelijke spelregels bevat voor het functioneren van de EU in vergrote samenstelling.
Vorig jaar velde een meerderheid van de bevolking in een referendum een afwijzend oordeel. Binnenkort volgt een herkansing. Opnieuw een ”nee” zou ernstige consequenties hebben. Dan weet de Unie zich geconfronteerd met werkelijk een groot struikelblok voor het op korte termijn voltooien van de uitbreiding.