Twee hulpverleners in Libanon gedood
BEIROET - Twee Libanese medewerkers van het Internationale Rode Kruis zijn maandag bij het Noord-Libanese vluchtelingenkamp Nahr al-Bared doodgeschoten. Dat hebben ziekenhuismedewerkers gezegd.
De twee zaten in een auto die vanuit het kamp onder vuur werd genomen. Een derde hulpverlener raakte zwaargewond. Een sjeik die bemiddelt in het conflict tussen de Palestijnen en het Libanese leger raakte bij een afzonderlijk incident gewond.Veiligheidsbronnen zeiden dat de hulpverleners bij de noordelijke toegang tot het kamp om het leven kwamen toen hun auto werd getroffen door vermoedelijk een mortiergranaat. Het projectiel werd waarschijnlijk afgevuurd door strijders van Fatah al-Islam. De bronnen zeiden dat er ook gewonden vielen onder militair personeel, maar verstrekten geen bijzonderheden.
Bij de zuidelijke ingang van het kamp raakte sjeik Mohammed Haj aan een been gewond toen zijn auto, een voertuig van de Rode Halve Maan, vanuit het kamp werd beschoten. Een woordvoerder van Haj zei dat het incident geen einde zou maken aan de bemiddeling van Haj.
Een Libanese legerwoordvoerder zei dat militairen maandag aanzienlijk in het kamp waren opgerukt en dat de residentie en het hoofdkwartier van Fatah Islamleider Shaker Youssef al-Absi met de grond gelijk hadden gemaakt. Het was niet onmiddellijk bekend waar Al-Absi was.
Het nationale persbureau meldde dat het leger „zeer belangrijke documenten” bij de aanval had buitgemaakt. Ook zou het leger een infiltratiepoging van Fatah al-Islam hebben afgeslagen en daarbij zeven strijders hebben gedood.
Aan de zijde van het leger sneuvelde maandag een militair, waardoor het dodencijfer onder de Libanese militairen sinds 20 mei opliep tot 58. De strijd heeft in totaal al zeker 130 levens geëist.