Opinie

Onverantwoord

4 September 2002 14:34Gewijzigd op 13 November 2020 23:47

Die wetenschap vermeerdert, vermeerdert smart. Deze waarschuwing van de wijze Prediker geldt zeker voor het medisch terrein. Artsen kunnen veel meer dan voorheen. Patiënten die tien of twintig jaar geleden onbehandelbaar waren, kunnen nu geholpen worden.Dat alles heeft echter een keerzijde. Kinderartsen van het Academisch Ziekenhuis Groningen hebben de aandacht daarop willen vestigen door aan te kondigen dat ze zullen overgaan tot het beëindigen van het leven van ernstig zieke pasgeborenen als de ouders daarom vragen. De wet staan hun dat niet toe, maar zij zeggen zich tot deze keuze gedwongen te voelen.

Zij worden zo nu en dan met uiterst schrijnende gevallen geconfronteerd. Het gaat nogal eens om kinderen die voorheen kansloos zouden zijn geweest, maar die nu met behulp van allerlei apparatuur in leven blijven. Vervolgens blijkt dan hoe ernstig de pasgeborene eraan toe is en welk lijden hij of zij tegemoet gaat.

Het is niet voor het eerst dat artsen deze kwestie aan de orde stellen. In de jaren negentig hebben artsenorganisaties er enkele rapporten over uitgebracht. Daarin werd een wettelijke regeling bepleit voor actieve levensbeëindiging van pasgeborenen. In uitzonderlijke situaties diende dat mogelijk te zijn.

In politiek Den Haag werd met sympathie op de voorstellen gereageerd. De vorige minister van Volksgezondheid, Borst, deed zelfs concrete toezeggingen. Toch is er tot nu toe geen regeling gekomen. De aarzelingen zijn groot. Vooral juridisch zijn er veel haken en ogen. Een overwegend bezwaar is dat een pasgeborene zijn of haar wil niet kan uiten. En de beslissing in handen leggen van de ouders vinden velen dan toch te ver gaan.

Veel heikele kwesties op medisch-ethisch terrein zijn aan de rechterlijke macht overgelaten. Zo ook deze. In 1996 ontsloeg het gerechtshof van Leeuwarden een huisarts van rechtsvervolging nadat hij op verzoek van de ouders het leven had beëindigd van een ernstig gehandicapte pasgeborene.

De eerdergenoemde Groningse kinderartsen kunnen met deze uitspraak echter onvoldoende uit de voeten. Het risico van vervolging en eventuele veroordeling blijft voor hen bestaan. Door zelf richtlijnen op te stellen en die voor te leggen aan het openbaar ministerie, hopen zij een doorbraak te forceren en een wettelijke regeling af te dwingen.

Tegen zo’n regeling zijn principiële bezwaren van doorslaggevende aard aan te voeren. De mens overspeelt zijn hand wanneer hij meent te kunnen beschikken over het leven van de naaste. Maar er zijn ook ernstige praktische bezwaren.

Om te beginnen lijken de Groningse artsen over het hoofd te zien dat zij nooit een vrijbrief zullen krijgen om naar eigen goeddunken te handelen. Hun doen en laten zal altijd getoetst moeten kunnen worden. Het gaat immers om zaken van leven en dood.

De huidige euthanasiepraktijk leert dat de bereidheid onder artsen om achteraf verantwoording af te leggen, veel te wensen overlaat. De meldingspercentages zijn zelfs schandelijk laag. Alleen al vanwege die geringe bereidheid het eigen handelen te laten toetsen zou een wettelijke regeling ten enenmale onverantwoord zijn.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer