Powell uitgejouwd in Johannesburg
Onder gejoel en boegeroep van milieuactivisten heeft de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Colin Powell, woensdag op de laatste dag van de VN-top in Johannesburg het beleid van zijn regering op het gebied van milieu en ontwikkelingshulp verdedigd. Vooral zijn opmerking dat de Verenigde Staten er alles aan doen om milieuproblemen, waaronder klimaatverandering, aan te pakken, kwam hem op luidruchtige sneren vanuit de delegaties van Amerikaanse en Australische milieugroepen te staan.
De regering-Bush heeft zich bij de internationale milieubeweging zeer impopulair gemaakt door afgelopen jaar het klimaatverdrag van Kyoto af te wijzen. In Johannesburg, waar de ambitieuze plannen van de klimaattop in Rio de Janeiro in beleid moesten worden omgezet, hebben de VS meer kwaad bloed gezet door bindende normen voor het invoeren van schone energiebronnen tegen te houden. Bush wordt verder verweten dat hij het niet nodig heeft gevonden persoonlijk naar de VN-top te komen.
”Shame on Bush”, riepen de milieuactivisten, die ook spandoeken in de lucht staken met de teksten ”Verraden door regeringen” en ”Bush: bevolking en planeet, niet het grote zakenleven”. Powell keek ontstemd en voegde de ordeverstoorders op zeker moment toe dat hij hen „nu wel gehoord” had. De Zuid-Afrikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Nkosazana Dlamini-Zuma, die de zitting voorzat, riep de betogers toe dat zij hun mond moesten houden en noemde hun optreden „volkomen onaanvaardbaar.” Dertien activisten werden door veiligheidspersoneel uit de zaal verwijderd.
De interrupties begonnen toen Powell Zimbabwe bekritiseerde vanwege een landhervormingsbeleid dat volgens hem miljoenen mensen aan de rand van de hongersnood had gebracht en hij Zambia verweet ondanks een dreigende hongersnood genetisch gemanipuleerde maïs te weigeren die Amerikanen dagelijks tot zich nemen. Powells woordvoerder liet weten dat de minister niet van streek was geraakt door het gejoel. Powell is ervan overtuigd dat de luidruchtige activisten niet de algemeen heersende mening vertegenwoordigen, aldus zijn woordvoerder.
Het grootste deel van Powells rede was gewijd aan ontwikkeling en milieu. Hij zei dat de Amerikanen altijd vervuld zijn geweest van de „diepe wens” andere mensen te helpen hun leven en dat van hun kinderen te verbeteren. Gezond economisch management, investeren in mensen en verantwoord beheer van het milieu zijn voor de VS basisvoorwaarden voor ontwikkeling, zei hij.
Om te verklaren waarom de VS hebben geweigerd in te stemmen met specifieke doelstellingen op het gebied van duurzame energie herhaalde hij het eerder naar voren gebrachte argument dat concrete daden belangrijker zijn dan papieren overeenkomsten. „Plannen zijn goed, maar daden kunnen schoon water in de mond brengen van dorstige meisjes en jongens, verspreiding van aids door moeder aan kind voorkomen en de biodiversiteit van een kwetsbaar Afrikaans ecosysteem behouden”, zei hij.
Veel milieuactivisten toonden zich teleurgesteld over de houding van de VS. „Ze zeggen dat zij duurzame ontwikkeling voorstaan, maar tegelijkertijd werken zij bij het proces hardnekkig tegen”, zei Leslie Fields van Friends of the Earth.
VN-secretaris-generaal Kofi Annan verklaarde de tiendaagse conferentie, bedoeld om de aandacht van de wereld te richten op het lot van de armen en de aantasting van het milieu, tot een succes. Hij benadrukte dat van conferenties als deze geen wonderen mogen worden verwacht en wees erop dat regeringen, bedrijven en organisaties op de top „een indrukwekkende reeks concrete afspraken” hebben gemaakt die „verschil zullen maken voor mensen in alle delen van de wereld.”
Voor de meeste kritische deelnemers is de conferentie, afgezien van enkele succesjes op het gebied van visserij en schoonwatervoorziening, vooral een wanhopige strijd geweest om regeringen ervan te weerhouden al bestaande afspraken af te zwakken.
Het dinsdag door 191 aanwezige landen aangenomen actieplan, een stuk van zeventig pagina’s dat afspraken bevat over de praktische uitvoering van afspraken die tien jaar geleden op een eerdere top in Rio de Janeiro zijn gemaakt, stelt weinig voor, vinden veel activisten. „We lopen in een tredmolen. We lopen zo hard we kunnen om te voorkomen dat we achteruit gaan”, zei Andrew Deutz van de World Conservation Union. „Het is een gemiste kans.”
In het actieplan spreken de landen onder meer af dat het aantal mensen ter wereld zonder toegang tot riolering in 2015 moet zijn gehalveerd. Hetzelfde geldt voor het aantal mensen zonder drinkwatervoorziening. De Verenigde Staten investeren de komende drie jaar 970 miljoen euro in het bereiken van deze doelen. De Europese Unie zet drinkwaterprogramma’s op in Oost-Europa, Afrika en Centraal-Azië. De Aziatische Ontwikkelingsbank leent 500 miljoen euro aan de VN-organisatie voor huisvesting UNCHS voor de aanleg van waterleiding in steden in Azië.
Verder bevat het slotakkoord uiteenlopende afspraken over onder meer een efficiënter gebruik van energie, de veilige productie van chemicaliën, de bestrijding van woestijnvorming, de invoering van visserijquota, de inperking van exportsubsidies en investeringen in duurzame landbouw.
De top werd enkele uren later afgesloten dan gepland. De afgevaardigden konden het niet eens worden over de precieze tekst van de politieke verklaring waarvan het actieplan vergezeld moest gaan. Op het laatste moment werden er teksten over onder meer terrorisme en HIV aan toegevoegd. In de slotverklaring getuigen de deelnemers van „onze verantwoordelijkheid aan elkaar en aan toekomstige generaties.”
EU-voorzitter Denemarken vindt dat de tijd van de megatops nu voorbij lijkt en dat het tijd is om over te gaan tot uitvoering van alle voornemens die de afgelopen jaren op internationale fora zijn uitgesproken. „Ik denk niet dat we automatisch moeten beginnen met het plannen van de volgende Johannesburg-achtige bijeenkomst. Ik geloof niet dat het houden van meer grote internationale conferenties bij zal dragen aan een betere uitvoering van bestaande plannen en gedane toezeggingen. Het is tijd voor een decennium van daden”, aldus de Deense premier, Anders Fogh Rasmussen.