Opinie

Betrek ouders actief bij school

Onze tijd vraagt om een actieve betrokkenheid van de ouders bij de school, om zo gezamenlijk een brug te slaan naar de toekomst, schrijft P. W. Moens. Hij bepleit nieuw beleid met betrekking tot de ouderbetrokkenheid.

8 June 2007 19:51Gewijzigd op 14 November 2020 04:50
„De dialoog moet gestart worden tussen school en ouders, om in alle eerlijkheid en openheid te bespreken of de Bijbelse eenheid tussen beide als zodanig wordt ervaren en praktisch gestalte krijgt.” - Foto RD
„De dialoog moet gestart worden tussen school en ouders, om in alle eerlijkheid en openheid te bespreken of de Bijbelse eenheid tussen beide als zodanig wordt ervaren en praktisch gestalte krijgt.” - Foto RD

De manier waarop ouders betrokken zijn bij de school gaat veranderen. Wet- en regelgeving geven hiertoe aanleiding. Daarnaast zien we dat er ook onder ouders nieuwe behoeften ontstaan. Dit kan spanning geven voor besturen, directies en team. Anderzijds, uitgaande van de stelling ”onze ouders zijn niet onze tegenstanders”, is er juist voor scholen waar ouders intrinsiek betrokken zijn, perspectief! Daarin ligt de kracht van het reformatorisch onderwijs. En een grote verantwoordelijkheid.In november 2005 hebben besturen-, personeels- en ouderorganisaties een intentieverklaring versterking school-ouderbetrokkenheid ondertekend. In 2006 is een werkgroep de intentie gaan vertalen in concrete acties. In 2007 zullen daarvan de eerste resultaten, door middel van een notitie, aan de scholen worden gepresenteerd. In de notitie wordt ingegaan op de veranderende rol van de ouder. Van schoolbesturen wordt verwacht dat zij in staat zijn zowel verticaal (ten aanzien van de overheid, waaronder de inspectie) als horizontaal (naar de ouders en de kerk) verantwoording af te leggen.

Autonomie

Een middel dat de overheid daartoe inzet is de WMS, de nieuwe Wet op de medezeggenschap van scholen. Met ingang van 2009 wordt iedere school die nu nog ontheffing heeft verplicht een medezeggenschapsraad te hebben.

Het stuk medezeggenschap dat van de andere geledingen wordt verwacht, staat niet op dezelfde lijn als die van het bestuur. Het is mede(!)-zeggenschap. Bij het schoolbestuur ligt de primaire taak van zeggenschap, dat wil zeggen: beleid maken, koers bepalen.

De vraag in welke verhouding deze nieuwe geledingen staan ten aanzien van het bevoegd gezag, vergt nadere bezinning. Die bezinning is niet los te koppelen van de visie op ouderbetrokkenheid. Naast informatie zal vanuit VGS en RMU ondersteuning worden gegeven aan schoolbesturen bij de bezinning en de implementatie. In het najaar zullen enkele regionale bijeenkomsten worden georganiseerd.

De toenemende autonomie en beleidsvrijheid van het schoolbestuur is een van de factoren in deze verandering. Van het schoolbestuur wordt verwacht op hoofdlijnen te besturen. Dit vraagt van de schoolbesturen een andere benadering van zowel het ontwikkelen van beleid als van toetsing en verantwoording. Een schoolbestuur moet niet uitgaan van de gedachte „alles bij hetzelfde te kunnen houden.” In zowel de aansturing van de school, de bestuursfilosofie, als de wijze van verantwoorden moet een omslag worden gemaakt. Het is aan de schoolbesturen om hierin een eerste stap te zetten.

Ouderbetrokkenheid

Doorgaans is de betrokkenheid van de ouders bij de school groot. Dit blijkt in veel praktische ondersteuning, allerlei hand- en spandiensten. In mindere mate is dit nog een betrokkenheid op de ontwikkeling die de school doormaakt. Toch zien we dat ouders meer betrokken willen worden bij de beleidsontwikkeling. Het is uitermate belangrijk dat het pedagogisch klimaat van de school (h)erkenning vindt in de gezinnen. Dit moet meer zijn dan respecteren. Een eenheid moet ervaren worden tussen wat er thuis en op school geleerd en aangeleerd wordt, in lijn met de doopbelofte. Het is de taak van de school om met de ouders in gesprek te gaan en te blijven. In het kader van de maatschappelijke opdracht van de school dienen scholen gezamenlijk met de ouders te zoeken naar de mogelijkheden én de grenzen van deze opdracht.

De taak van de school om de kinderen voor te bereiden op een plaats in de samenleving staat niet op zichzelf. De betrokkenheid van de ouders én de kerken is daarbij van belang. Zowel de pedagogische taak van de school als de afstemming met de ouderpopulatie wordt steeds belangrijker.

Veel ouders ervaren anno 2007 een zekere pedagogische handelingsverlegenheid in het opvoeden van de kinderen. Daarnaast is er een diversiteit in opvattingen over bijvoorbeeld het gebruik van multimedia.

Deze ontwikkelingen kunnen benaderd worden vanuit een negatief scenario als: de geestelijke armoede van deze tijd, het tempo van de technologische ontwikkelingen, de veranderingen binnen de gereformeerde gezindte enzovoort. Dat daar een kern van waarheid in zit, behoeft geen betoog. Het is echter niet het meest verwachtingsvolle uitgangspunt. De negatieve benadering resulteert eerder in een welles-nietesdiscussie dan in een grotere ouderbetrokkenheid én gezamenlijke verantwoordelijkheid. Er ligt een nieuw veld braak: het terrein van wat de maatschappelijke opdracht van de school is in relatie tot wat deze tijd vraagt van school, kerk én ouders in de opvoeding van de kinderen.

Nieuw beleid

De omslag die gemaakt moet worden is dat de ouder actief betrokken moet worden bij het pedagogisch klimaat van de school. De ouder moet medeverantwoordelijk worden gemaakt voor het welslagen van de pedagogische verbinding tussen gezin en school. In veel situaties worden ouders in kennis gesteld van de waarden en normen van de school, de huisregels en gebruiken. De toetsing vindt doorgaans plaats door middel van een ouderenquête, een belronde en het gesprek van de inspectie met een delegatie van de ouders. Toch is dit vrij passief.

Onze tijd vraagt om een actieve betrokkenheid van de ouders bij de school, met als doel om gezamenlijk een brug te slaan naar de toekomst.

Het is daarom belangrijk dat er nieuw beleid wordt ontwikkeld met betrekking tot de ouderbetrokkenheid.

De kracht van het reformatorisch onderwijs wordt gevonden in de eenheid die ervaren wordt vanuit het Woord. Dit is allerminst een vanzelfsprekendheid.

De dialoog moet gestart worden tussen school en ouders om in alle eerlijkheid en openheid te bespreken of deze eenheid ook als zodanig wordt ervaren en praktisch gestalte krijgt. Ook moet de dialoog aangegaan worden om vanuit deze eenheid gezamenlijk antwoorden te formuleren op tal van vragen die leven bij de opvoeding van onze kinderen en jeugd.

Meer dan ooit heeft het reformatorisch onderwijs kans van slagen, mits de gezamenlijke verantwoordelijkheid én de gescheiden verantwoordelijkheden op de juiste wijze worden benaderd. Kernbegrippen daarbij zijn: vertrouwen en transparantie.

De auteur is beleidsmedewerker van de VGS in Ridderkerk en directeur van de Juliana van Stolbergschool in Poederoijen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer