Gevecht op de Medway
Het jaar 1667 gaat de Britse geschiedenisboeken in als het jaar dat alles anders werd. Admiraal Michiel de Ruyter en zijn manschappen laten dan een spoor van vernieling achter rond de rivier de Medway. Toch is in het Engeland van nu weinig te merken van het Michiel de Ruyterjaar. De aftrap van de Tour de France op zondag 8 juli gaat voor.
Upnor Castle, een massief bolwerk pal aan de Medway, is een van weinige attracties die uitgebreid ingaan op de aanval van Michiel de Ruyter. De Engelsen kunnen hier simpelweg niet om de zwarte dag in de Britse geschiedenis heen; het kasteel speelt een belangrijke rol in de slag. Hier lijden de Hollanders de zwaarste verliezen, maar blijkt het verdedigingsbolwerk toch niet goed te functioneren. Niet voor niets degraderen de Engelsen hun trots al snel tot munitiemagazijn.Het kasteel is in vrijwel originele staat en is in zijn volle omvang nog het best te zien vanaf het water van de Medway. De Britse koningin Elizabeth I laat Upnor Castle tussen 1559 en 1567 bouwen ter verdediging van haar oorlogsschepen, die verder stroomopwaarts voor anker liggen, en de scheepswerf van Chatham. Niet zelden staat ze op een van de vierkante torens te kijken naar haar indrukwekkende Engelse vloot.
Juist als het kasteel zich op zijn honderdste verjaardag kan bewijzen, blijkt de ligging niet echt handig gekozen. Michiel de Ruyter heeft een groot deel van de Engelse vloot al vernietigd en het vlaggenschip van de Royal Navy, de Royal Charles, buitgemaakt voordat de schepen ook maar de kans krijgen zich in veiligheid te brengen achter de burcht.
Even lijkt het erop dat De Ruyter en Cornelis de Witt het kasteel voorbij willen varen om de resterende vloot en de scheepswerf een slag toe te brengen. Maar ze zien daarvan af. De rivier boven het kasteel wordt zo smal en ondiep en het vuur vanaf Upnor Castle is zo hevig, dat De Ruyter het genoeg vindt. De Engelsen hebben hun les geleerd, het doel is bereikt. De onderhandelingen in het Nederlandse Breda met Britse, Franse en Deense diplomaten over het beëindigen van de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog verlopen opeens een stuk soepeler en pakken positief uit voor de Republiek.
De terugtocht van De Ruyter en de zijnen verbaast vriend en vijand. De Engelse admiraalsambtenaar Samuel Pepys schrijft in zijn beroemde dagboek: „Op een tijdstip dat, gezien de wind en het getij, zelfs de beste loods in Chatham niet uit zou varen, weten zij de Royal Charles veilig door de Medway te loodsen.”
Kostbaar
Een stukje verder stroomopwaarts, aan de andere kant van de Medway, ligt de historische scheepswerf van Chatham. In de zeventiende eeuw bepaalt de familie Pett de koers van de Britse scheepsbouw. Peter Pett zwaait in Chatham de scepter. Als de Hollanders in 1667 op het strijdtoneel verschijnen, kiest hij ervoor om eerst de collectie scheepsmodellen in veiligheid te brengen voordat zich om de vloot bekommert. Hij wil voorkomen dat de Hollanders er met zijn wijsheden vandoor gaan.
De Engelse regering is niet zo onder de indruk van dit -wellicht verstandige- besluit en sluit hem op in de Tower of Londen. Niet lang daarna laten ze hem weer vrij en mag hij zijn werkzaamheden in een andere plaats voortzetten. Een goede scheepsbouwer is te kostbaar om hem in een cel op te sluiten.
Indrukwekkend is de manier waarop het museum het ontwerp en de bouw van een achttiende-eeuws zeilschip in beeld brengt. De museumbezoeker wordt aan de hand genomen door leerling-scheepsbouwer William Crockwell die hem rondleidt langs alle stadia van de bouw. Van de zagerij en zeilmakerij inclusief bijbehorende geuren tot en met de laatste afwerking en de ingebruikname. Jammer dat William een bijna onverstaanbaar Engels dialect spreekt. Een Nederlandse vertaling zou dan zeker handig zijn.
Van de scheepswerf uit De Ruyters tijd is weinig meer over. De gebouwen die nu dienstdoen als museum en de 346 meter lange touwmakerij die nog steeds in gebruik is, stammen uit de achttiende eeuw. Toch is het een misser dat de scheepswerf geen noemenswaardige aandacht besteedt aan de Hollandse invasie in 1667. De scheepswerf van Chatham was een van De Ruyters doelwitten.
Meer informatie: www.kenttourism.co.uk.
In de voetstappen van de pelgrims
Kent is druk. Autoverkeer van en naar de Eurotunnel doet het wegennet hier en daar dichtslibben. Door een netwerk van wandelpaden kan de Kentbezoeker even de drukte ontvluchten. De bekendste route -de North Downs Way, van Farnham naar Dover- valt voor een deel samen met de pelgrimsroute naar de kathedraalstad Canterbury, of loopt er parallel aan.
Koning Henri II van Engeland heeft in 1170 spijt als haren op zijn hoofd over zijn onbezonnen gedrag. Even daarvoor vraagt hij in een driftbui wie hem van zijn vroegere vriend Thomas Becket, de aartsbisschop van Canterbury, kan verlossen. De king is nogal gefrustreerd over de scheve verhoudingen tussen het burgerlijk recht en het kerkelijk recht, waaraan Becket onverkort vasthoudt. Vier edelen vatten de uitroep van de koning letterlijk op en onthoofden de bisschop in de kathedraal op gruwelijke wijze. Engeland beeft.
De monniken begraven de geestelijke in de kerk en het duurt niet lang of er gebeuren rond dat graf allerlei wonderen. De geschiedenis gaat hierover in een legende. De geestelijkheid spint garen bij de pelgrimage. Iedere keer als een groep pelgrims op de knieën de trappen in de kathedraal beklimt, trekken monniken heel langzaam een houten kist omhoog en onthullen zo de gouden crypte, ingelegd met edelstenen.
De routes die de bedevaartgangers volgens geschiedschrijvers volgden, zijn niet uitgezet voor wandelaars. Een groot deel ervan gaat langs grote wegen met veel autoverkeer. De snelweg A2 is bijvoorbeeld een vroegere pelgrimsroute, van Londen naar Canterbury.
De North Downs Way volgt echter wel een deel van een pelgrimsroute, die van Winchester -een plaats in het zuiden van Engeland- naar de kathedraalstad. Belangrijk verschil is dat de pelgrims vaak de heuveltoppen meden en het wat lager zochten, net boven de kleverige kleigronden en de dichte bossen. De North Downs Way zoekt soms juist de heuveltoppen op en trakteert de wandelaar op spectaculaire vergezichten.
Ongetwijfeld was ook John Bunyan bekend met de verschillende routes. Het verhaal gaat dat hij regelmatig een bezoek bracht aan Shalford, een drukke handelsplaats dicht bij de Pilgrim’s Way tussen Winchester en Canterbury. Het is de vraag of dit werkelijk zo is; dicht bij Bunyans woonplaatsen Elstow en Bedford, boven Londen, ligt een gehucht met dezelfde naam. Toch is het niet onwaarschijnlijk dat de Pilgrim’s Way Bunyan inspireerde tot het schrijven van de christenreis. Dat geeft aan de North Downs Way nog een andere dimensie.
Meer informatie: www.nationaltrail.co.uk.
Hollandse sporen in Engels landhuis
Nog geen honderd jaar voordat Michiel de Ruyter de Engelse vloot bij Chatham verslaat, geeft Philip Sidney, een vooraanstaand Engelsman, zijn leven op Nederlands grondgebied in de strijd tegen de Spanjaarden. Een standbeeld in Zutphen en een groot, typisch Engels landhuis bij Penshurst in Kent houden de herinnering aan hem levend.
De vrijwel autovrije fietsroute van Tonbridge Castle naar Penshurst Place is nog geen 10 kilometer lang. De paden door het heuvelachtige landschap langs de rivier de Medway zijn enkele jaren jong en het traject moet meer toeristen naar het Engelse landhuis lokken. De laatste heuveltop -de enige noemenswaardige klim tijdens de tocht- biedt een prachtig uitzicht over het eeuwenoude complex.
Penshurst Place ademt een middeleeuwse sfeer: zware, kastanjehouten plafonds, tientallen centimeters dikke muren en kantelen op de massieve verdedigingstorens. Niet voor niets weten filmproducenten het zandstenen landhuis goed te vinden. Ze hoeven weinig kunstgrepen uit de kast te halen om een verhaal van bijvoorbeeld de Engelse volksheld Robin Hood een beetje realistisch op het doek te krijgen.
Toch is ook in één oogopslag zichtbaar dat Penshurst Place in z’n huidige gedaante het resultaat is van eeuwenlang bouwen. De grote hal, de eetzaal erachter en de vierkante torens stammen uit de veertiende eeuw terwijl bijvoorbeeld de portrettengalerij gebouwd is in 1601 door Robert Sidney, de broer van Philip.
Bijzonder is dat het Engelse landhuis de laatste 450 jaar onafgebroken in handen was van de familie Sidney. Verreweg het bekendste familielid is de in 1554 geboren Philip Sidney. Penshurst Place groeit onder zijn beheer uit tot een van de grote literaire centra van die tijd. Philip is zelf een bekend schrijver en dichter die een deel van de psalmen op rijm heeft gezet. Saillant detail: hij is vernoemd naar Filips II van Spanje, tegen wie hij op 32-jarige leeftijd de wapens opnam in Nederland, wat hem zijn leven kostte.
De geschiedenis van Philip Sidney is niet het enige in Penshurst Place dat de bezoeker even stilzet bij de geschiedenis van de Lage Landen. Diverse meubelstukken zijn van Hollandse makelij en in de kamer van de page hangt een Delfts blauw bord. Een levensgroot portret van stadhouder Willem III, Prins van Oranje, herinnert aan de tijd dat deze van 1688 tot 1702 de scepter over Engeland zwaait. De protestantse Henry Sidney ontvangt hem in 1688 met open armen en als dank voor de gastvrijheid schenkt Willem hem drie kristallen kroonluchters die nog steeds in het kasteel te bewonderen zijn.
Meer informatie: www.penshurstplace.com.