Open dag landmacht
Kan de open dag van de landmacht komende zaterdag doorgaan, na het trieste ongeval van afgelopen weekend tijdens een demonstratie abseilen vanuit een helikopter? Dat is het dilemma waar de defensietop zich voor gesteld weet.
De gebeurtenis staat op het netvlies van velen gebrand. Het publiek zag hoe een sergeant van de Luchtmobiele Brigade aan een touw werd meegesleurd door een Lynxhelikopter. De 32-jarige man kon nog naar een ziekenhuis worden vervoerd, maar overleefde niet. Een zonnige Landmachtdag kreeg een donkere rouwrand.Het ministerie van Defensie besloot een digitaal condoleanceregister te openen waar mensen kunnen meeleven met de familie van sergeant Meijers. Gebruikelijk is dat niet: zo’n register komt er doorgaans alleen wanneer militairen sneuvelen tijdens een missie.
Het feit dat een paar duizend bezoekers van de Landmachtdagen de oefening zagen mislukken, heeft het ministerie doen besluiten mensen toch de mogelijkheid te bieden hun deelneming te betuigen. De vraag of daarmee de nabestaanden van mannen en vrouwen die omkomen bij niet-zichtbare militaire oefeningen onrecht wordt aangedaan, is niet terecht.
Een militaire missie is in feite een publieke zaak, het leger handelt op last van de volksvertegenwoordiging. Demonstraties op open dagen zijn -toegegeven- niet te vergelijken met operaties waarbij daadwerkelijk vijandelijke gevaren op de loer liggen, maar het publieke karakter zorgt ervoor dat er wel overeenkomsten zijn aan te wijzen.
De mannen en vrouwen van het leger laten op dergelijke dagen zien wat ze in huis hebben. Niet om daarmee te showen hoe geweldig ze zijn, maar als een soort verantwoording richting het volk dat hun feitelijk het mandaat verschaft voor de uitoefening van hun taken.
Daarmee is een belangrijk argument gegeven op grond waarvan de legerleiding kan besluiten de open dag van komende zaterdag toch door te laten gaan. Het ging vorige week niet om onverantwoorde acties waarbij oorlogje spelen werd gedegradeerd tot plat volksvermaak. Alle mooie pacifistische verhalen -die in de kern veel waars kunnen bevatten- ten spijt, kan op Bijbelse gronden het in stand houden van een leger worden verdedigd.
De demonstraties die de verschillende krijgsmachtonderdelen jaarlijks vertonen, zijn realistische oefeningen waar intensief op wordt getraind. Die vaardigheden worden nodig geacht om (levens)gevaarlijke taken tot een goed einde te kunnen brengen. Uiteraard niet vanuit een positie als agressor, maar ter verdediging van menselijke waarden en normen.
Als voorgaande elementen worden meegewogen, blijft het nog steeds moeilijk om een goede beslissing te nemen over het al dan niet doorgaan van een open dag. Een omgekomen kameraad, dat is niet iets waar licht mee mag worden omgegaan. Als er fouten zijn gemaakt, moeten die openbaar komen, om ze in de toekomst te voorkomen.
Een naar aanleiding van het ongeval aangepast programma kan zaterdag evenwel nog nadrukkelijker de aandacht vestigen op de verantwoordelijke taak waar een nationaal leger zich voor gesteld weet.