Binnenland

TEGENGAS

Er wordt wat geënquêteerd en geëxperimenteerd in universitair Nederland. Zo promoveert Debra Trampe deze week aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) op vergelijkingsprocessen.

5 June 2007 11:10Leestijd 3 minuten

Daarbij gaat het om vragen zoals: Aan wie spiegelt zich een vrouw die ontevreden is over haar uiterlijk? „De vraag is hoe realistisch die vergelijkingen zijn”, licht Trampe toe. „Het ligt bijvoorbeeld niet voor de hand als een beginnende tennisser zich gaat vergelijken met een proftennisser.”Trampe wilde ook wel eens weten in hoeverre vrouwen zich vergelijken met een vaas. Conclusie: Als vrouwen die ontevreden zijn over hun uiterlijk een ranke vaas zien, hebben ze er nog meer de smoor in. Vrouwen die geen klagen hebben over hun omvang, worden warm noch koud van die vaas.

Moesten vrouwen niet lachen toen u hun vroeg zich te vergelijken met een vaas?
„Dat onderzoek voerden we via een omweg uit. In het laboratorium hebben we een nepverhaaltje opgehangen. De vrouwen werden bevraagd over tevredenheid over hun lichaam. Pas in een later stadium lieten we hun een getekende vaas zien. We begonnen over eerder onderzoek dat hierover was gedaan en vroegen hun mening.”

Voor het vaasonderzoek bevroeg Trampe zeventig vrouwelijke studenten.
Is dat een representatief onderzoek?

„Het geeft weer hoe vrouwelijke studenten van rond de 20 denken. In die leeftijdscategorie is men veel bezig met het uiterlijk.”
Kan het zijn dat vrouwen die in de put raken vanwege de vorm van een vaas een stoornis hebben?

„Nee, onder deze studenten zaten geen pathologische gevallen.”
Moet tegen de ontevredenen misschien worden gezegd: Stop met de onzin om je met een vaas te vergelijken?

„Dat die vrouwen zich vergelijken met andere personen of met voorwerpen is een subtiel proces. Het zit vooral in het hoofd van de vrouwen.”
Kunt u zich voorstellen dat mensen denken: Is zo’n onderwerp nou een promotie waard?

„Ik zou me dat kunnen voorstellen als dat het enige zou zijn waar ik me vier jaar lang mee heb bezig gehouden. Maar het vaasonderzoek is maar een klein onderdeeltje van mijn onderzoek.”
Fooi

Tal van goededoelenorganisaties in Nederland beleven sombere tijden. De vrijgevigheid richting ideële organisaties neemt beetje bij beetje af. Horecabezoekers in zeven grote steden stonden het afgelopen weekend in een paar uur tijd echter 55.000 euro af aan ontwikkelingsprojecten in de derde wereld. Niet door geld in een collectebus te doen, maar door het personeel van horecagelegenheden een fooi te geven, in de wetenschap dat deze eenmalig was bestemd voor een goed doel.
In hoeverre speelt hier een rol dat de vrijgevigheid toeneemt naarmate mensen beneveld zijn door drank?

Bestuurslid Eva Bik van de initiatiefnemende stichting Nacht van de Fooi: „Dat is niet aan de orde. Wij mikken niet op mensen die pas gul worden nadat ze stomdronken zijn. Dat het bedrag in zo korte tijd zo hoog kon oplopen, komt mede door spontane acties van hooggeplaatste burgers. De Rotterdamse burgemeester Opstelten verkocht glazen bier per opbod, PvdA-Tweede Kamerlid Vos mixte in Amsterdam een eigen drankje dat voor bijna 200 euro werd verkocht.”
Toch blijft het vreemd dat de derde wereld voor een nacht plots populair blijkt.

„Dat kun je inderdaad opmerkelijk noemen. De verklaring is volgens mij dat mensen best nog geld voor goede doelen overhebben, maar even een drempel over moeten. Je moet hen dus niet opbellen of op straat aanspreken, maar zorgen voor een origineel duwtje in de rug.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer