G-8-top moet praten over wereldwijde samenwerking
Tijdens de G-8-top die vanaf morgen in de Heiligendamm wordt gehouden, zullen tal van onderwerpen de revue passeren. Volgens Dmitri Danilov is het eigenlijke probleem waarover tijdens de top moet worden gesproken de wereldwijde samenwerking.
De energieonderwerpen zullen boven aan de agenda staan van de G-8-top, die vanaf morgen plaatsvindt in het Duitse Heiligendamm. Rusland is ervan beschuldigd energie als een politiek wapen te gebruiken. Moskou geeft deze beschuldiging niet toe, is zelfs geneigd die te ontkennen. Hier heeft iedere partij zijn eigen waarheid. De klanten willen minder afhankelijk zijn van de leveranciers en laatstgenoemden willen het meest profiteren van hun marktvoordelen.Maar, de G-8-top is geen arena van confrontatie. De deelnemers proberen het tegenovergestelde doel te realiseren: de wereldtrends en risico’s evalueren en een gemeenschappelijke strategie in kaart brengen. Daarom zijn de kernbegrippen onderlinge afhankelijkheid, transparantie en partnerschap.
Behalve het thema van de energieleveranties zijn eveneens van belang de pogingen van de G-8 om bescherming van het milieu, beheersing van het klimaat, gestage ontwikkeling en veiligheid te verzekeren. Dit leidt tot een serieuze vraag: Is de G-8-formule een juiste, nu de andere grote en dynamische landen het recht hebben geclaimd om deel te nemen in de oplossing van wereldvraagstukken. Dit is primair van toepassing op China (een lid van de VN-Veiligheidsraad), India en Brazilië.
Het was echter zelfs voor Rusland zeer moeilijk om toegelaten te worden tot de G-8, en sommigen zien het meer als een politiek gebaar dan als een praktische imperatief. Anderzijds, het uitsluiten van andere belangrijke spelers bergt eveneens een risico in zich, daar de effectiviteit van de G-8 niet zozeer afhankelijk is van de beslissingen die de top neemt als wel van de steun van de wereldgemeenschap.
Grote prioriteit
Ik geloof dat in het geheel genomen de nieuwe G-8-formule iedereen past. Het stelt andere geïnteresseerde landen in staat deel te nemen aan de G-8-inspanningen. Hun deelname is niet beperkt tot de vergaderingen die voorafgaan aan de top. Deze keer zijn de groeiende economieën -India en Mexico, en een aantal Afrikaanse landen- uitgenodigd voor Heiligendamm.
Steun aan de ontwikkeling van Afrika is door het Duitse G-8-voorzitterschap uitgeroepen tot een zaak van grote prioriteit. Voor de derde maal zullen de G-8-landen dit probleem bespreken, inclusief de strijd tegen aids. Alle deelnemers in Heiligendamm steunen pogingen met dit doel, en dat is zeer belangrijk. Het is voldoende er aan te herinneren dat de vredesmissie van de Afrikaanse Unie in Darfur recent op het punt stond om in te storten omdat het Europese steunfonds over zijn budget heen ging. Gebrek aan financiële bijdrage van de kant van de G-8 is niet een probleem voor Afrika alleen. De G-8 kan niet de hele wereld betalen.
Is het mogelijk haalbare programma’s te maken? Brazilië reduceerde het kappen van bossen en nam behoorlijke financiële verliezen op de koop toe, waarvoor het nooit is gecompenseerd. Zullen andere landen volgen?
Alle G-8-leden zijn het er over eens dat het nodig is prikkels te creëren. Rusland heeft geopperd speciale fondsen in te stellen, bijvoorbeeld een fonds milieutechnologie, dat met gedeeld geld wordt betaald en dat toegankelijk wordt voor alle landen. Ik denk dat voor veel landen vrijwillige betrokkenheid beter is dan een overeenkomst waarin hun belang apart behandeld wordt. In dit verband zal de komende top zich moeten beraden welke stappen moeten worden genomen na het aflopen van het Kyotoprotocol in 2012.
Conflicten
Het is duidelijk dat de G-8-leiders ook de conflicten in de wereld tot in detail zullen bespreken. Er zijn verschillen tussen de G-8-landen als het gaat om deze thema’s.
Maar, het echte probleem is veel groter. Het geheel van samenwerken dat is ingesteld na 11 september 2001 is in toenemende mate verzwakt door eenzijdige acties die wederzijds wantrouwen en zelfs afschrikking voeden. De G-8-top is een goede gelegenheid om dit probleem te beschouwen als een globale uitdaging, en om het eens te worden over een gemeenschappelijke reactie.
De auteur is hoofd van de afdeling Europese veiligheid van het Instituut voor Europa van de Russische Academie van Wetenschappen.