Opinie

Alleen Gods Kerk heeft toekomst

De feiten die naar voren komen in het RD-onderzoek ”Schuivende panelen” over de gereformeerde gezindte spreken boekdelen. Niet deze gezindte heeft toekomst, maar alleen Gods Kerk, stelt W. Visser.

1 June 2007 22:43Gewijzigd op 14 November 2020 04:48
„Blij mogen we zijn met de gevulde kerken, met de betrokken jeugd die er gelukkig nog is. Tegelijkertijd constateren we met pijn dat de kerkverlating toeneemt en dat er jongeren afhaken.” Foto Erik Kottier
„Blij mogen we zijn met de gevulde kerken, met de betrokken jeugd die er gelukkig nog is. Tegelijkertijd constateren we met pijn dat de kerkverlating toeneemt en dat er jongeren afhaken.” Foto Erik Kottier

”Schuivende panelen”, de bijlage van het Reformatorisch Dagblad waarin de uitslag van de thermometerstand van de gereformeerde gezindte verwoord stond, laat in onze gedachten veel na. Het gaat niet goed in en met de gereformeerde gezindte, zo zeggen velen. De feiten spreken boekdelen.Nu zijn we geneigd die feiten wat te nuanceren. Het valt wellicht nog iets mee, zo proberen we dan. De kerkdiensten zijn toch nog redelijk tot goed bezet? Jongerenavonden trekken vele jongeren van heinde en ver, vanuit de hele breedte van de gezindte. In sommige gemeenten bloeit het verenigingsleven volop. Het gemeenteleven is uitermate goed georganiseerd, alles loopt op rolletjes. Trouwens, als je ziet hoeveel jongeren en ouderen er deelnemen aan het heilig avondmaal. Nee, het zal niet allemaal het ware werk van God zijn, maar toch… Er zijn best veel jongeren die getuigenis geven van hun geestelijk leven. Nee, ’t is niet allemaal zo somber. Of toch wel?

De gereformeerde gezindte is op sterven na dood, zeggen anderen. Er is helemaal niets te vinden van een gezamenlijke gezindheid, er is geen werkelijk samenleven. De kerkmuren zijn hoog, er is lauwheid, egoïsme, oppervlakkigheid, materialisme. Er is hoogmoed, verdeeldheid, spanningen, ruzies, vernieuwingen, aanpassingen aan de tijdgeest en wat niet al. De prediking, zo zegt men, is verstard, verkild, er gaat niets meer van uit. Het is slechts een kwestie van tijd en dan zal de gereformeerde gezindte haar laatste adem uitblazen.

Pijn
Gelukkig, zo zeggen wij als antwoord op bovenstaande, is er nog veel goeds waarneembaar in de gereformeerde gezindte. We mogen daar ook oprecht dankbaar voor zijn. Hoeveel goeds heeft de Heere ons, ondanks ons, nog gelaten? Blij mogen we zijn met de gevulde kerken, met de betrokken jeugd die er gelukkig nog is. Blij zijn we met de gezamenlijke inzet rondom de opbouw en uitbouw van reformatorische scholen en zorginstellingen. Nog meer goeds zou te noemen zijn.

Tegelijkertijd constateren we met pijn dat de kerkverlating toeneemt, dat er jongeren afhaken of iets totaal anders willen en wegvloeien naar evangelische groeperingen. Met droefheid constateren we dat er van de kerk in haar algemeenheid geen wervende kracht uitgaat. Wat betekent het getuigenis van de kerk in de wereld? En worden kerkdiensten inderdaad nog altijd trouw bezocht? In sommige kerken wordt geklaagd dat er mensen zijn die ’s morgens deelnemen aan het heilig avondmaal en ’s middags op het strand verkeren.

We constateren met innerlijke droefheid en pijn dat een hopeloze verdeeldheid ons parten speelt, in en tussen kerkverbanden. „Dezelfde gezindheid hebbende.” Is dat de praktijk in de gereformeerde gezindte? De vraag stellen, is haar beantwoorden. Is de gereformeerde gezindte niet versplinterd en gaat ze niet verscheurd ten onder?

We constateren met pijn dat het gezag en het beslag van Gods Woord meer en meer wijken. Waar de Heilige Geest werkt, daar komt een diep ontzag voor en beslag onder Gods Woord, bij jongeren en ouderen. Het ontzag doet vragen: „Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal?” en het beslag bindt gewetens aan het: „Alzo zegt de Heere!” We vrezen dat de eeuwigheid buiten onze horizon lijkt te verdwijnen en bij het ontbreken van dat besef worden allerlei kleine dingen ineens zo belangrijk, omdat we het besef kwijt zijn geraakt dat we in de laatste dagen leven.

Toekomst
Nee, de gereformeerde gezindte op zichzelf heeft geen toekomst. Het is een zuil die op instorten staat. Vermolmd, omdat de aanslagen van buitenaf beschadigingen hebben toegebracht. Vermolmd, veel meer nog, omdat de mot van de secularisatie de pilaren van binnenuit heeft opgegeten. Een van de pilaren van de gezindte is de drieslag ”gezin-kerk-school”. Het is onze bange vrees dat deze drieslag teloorgaat, meer en meer.

Wat overblijft? Christelijk doemdenken? Immers nee! In Psalm 82 lezen we: „Sta op, o God!” Asaf zegt als het ware: „O God, doe toch iets; laat zien dat U er bent en dat U de hoogste en rechtvaardige Rechter bent.” Achter deze woorden horen we ten diepste het gebed om de wederkomst des Heeren.

Wat is er dringend behoefte aan het werk van de Heilige Geest, zodat er in plaats van geestelijke hoogmoed, ootmoed komen mag. Ootmoedig zijn betekent: klein worden, geen enkele pretenties meer hebben. En verootmoediging impliceert schuldbelijdenis. Zie daarvoor de gebeden van Nehemia, Daniël en anderen. Zij bidden voor land, volk en kerk in een ernstige crisissituatie en laten daarbij de solidariteit zien aan zonden en schuld.

Ware ootmoed is niet minder dan het zichzelf mishagen en zichzelf voor God verootmoedigen. De vrucht van de uitstorting van de Heilige Geest was op de Pinksterdag de verslagenheid van het hart en dat verootmoedigde de 3000 heel diep voor God. En, waren we meer zondaar, zou er dan niet meer onderlinge liefde zijn?

Sta op
De Heere zegt het ook tegen de kerk: Sta op! Onderzoek uzelf eens, gereformeerde gezindte. Heet u christen of bent u christen? Wil die vraag eens eerlijk beantwoorden. Wanneer de genoemde verootmoediging plaatsvindt, raakt dat de zondaar tot in het diepst van zijn bestaan. Als het daar niet begint in het persoonlijk leven, in het hart, dan kunnen we van alles en nog wat organiseren in de kerk, maar dan is het uiterlijk vertoon. Niets meer.

Heeft de gereformeerde gezindte nog toekomst? In zichzelf genomen zeggen we hartgrondig: nee! Gods Kerk heeft toekomst, die alleen. Wie door genade tot Gods Koninkrijk behoren mag, die heeft het beste deel nog te wachten. Er is geen zaak die er zo goed voorstaat als de zaak van Gods Koninkrijk.

Dat betekent wel dat alles buiten Hem moet worden afgebroken, tot alle eigengebouwde koninkrijkjes toe. Ook en zelfs het koninkrijkje dat gereformeerde gezindte heet. Laat het ons gezamenlijk gebed mogen zijn: „Ontwaak, noordenwind! en kom, Gij zuidenwind! doorwaai mijn hof, dat zijn specerijen uitvloeien” (Hoogl. 4:16a).

voetnoot (u17(De auteur is ouderling van de gereformeerde gemeente in Nunspeet.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer