De twee landen spraken vorig jaar af elkaar twee keer in het jaar op hoog niveau te ontmoeten. Achtergrond vormt de opkomst van China als economische grootmacht, waarmee het land ook politiek steeds belangrijker wordt. Nu is het land de vierde economie van de wereld, achter de Verenigde Staten, Japan en Duitsland.In Washington is onder meer afgesproken dat Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen vaker op China mogen gaan vliegen. Nu zijn er dagelijks tien vluchten. Dat worden er vanaf 2013 23. Verder krijgt de Amerikaanse financiële sector meer mogelijkheden om in China actief te worden. Maar China wil daarbij wel een stevige vinger in de pap houden. Chinese bedrijven kunnen niet in zijn geheel in buitenlandse handen overgaan.

De koers van de Chinese munteenheid, de yuan, vormde tijdens de tweedaagse ontmoeting het gevoeligste gespreksthema. Op dat vlak is er geen vooruitgang geboekt.

De koers van de yuan staat volgens de VS veel te laag. Daardoor is China in staat om zijn producten goedkoop te exporteren. Een aanzienlijk deel van de groei van China komt voor rekening van de export. De Amerikanen zouden in de onderlinge handel meer evenwicht willen zien. Nu hebben de Verenigde Staten een gigantisch handelstekort met China.

De Amerikaanse minister van Financiën Paulson herhaalde na afloop van de ontmoeting dat de yuan een serieus gespreksthema is voor de VS en zou graag zien dat de yuan meer wordt opgewaardeerd. Het tempo dat China nu daarbij hanteert is volgens de VS veel te laag. In het Congres gaan daarom stemmen op tot handelssancties tegen China. De Chinese vicepremier Wu Yi noemde de ontmoeting na afloop een groot succes. Ze onderstreepte het belang van een dialoog, wat beter is dan „dreigementen en sancties".