ABC: Campagne CIA tegen Teheran
NEW YORK - ABC-News heeft dinsdag gemeld dat president Bush de inlichtingendienst CIA toestemming heeft gegeven voor een campagne ter destabilisering van het regime in Teheran. Het gaat hierbij niet alleen om propaganda en desinformatie, maar ook om Amerikaanse manoeuvres om Irans monetaire systeem te verzwakken en Irans internationale financiële transacties te bemoeilijken.
De Amerikanen steunen al de Iraanse oppositiegroep Jundullah die vanuit het Iraans-Pakistaans-Afghaanse grensgebied operaties lanceert tegen Iraanse doelen. Deze groep krijgt geld en wapens via Pakistan, maar onderhoudt nauwe contacten met de Amerikanen. Uit het feit dat de CIA nu een destabiliseringscampagne begint, trekken politieke waarnemers de conclusie dat Washington voorlopig afziet van militaire actie(s) tegen Iran, hoewel vicepresident Dick Cheney volgens sommige bronnen daarvoor blijft pleiten.De financiële manipulatie waarop de CIA zich onder meer concentreert, is vooral gericht op de geheime fondsen die Teheran gebruikt voor internationale aankopen voor verdere uitbreiding van de nucleaire capaciteit van het land. „Dit is duidelijk de kern van de CIA-operatie. Begrijpelijk nu zowel Amerikaanse deskundigen als hun collega’s van het IAEA in Wenen tot de conclusie zijn gekomen dat Iran zijn nucleaire capaciteiten in de laatste tijd veel sterker heeft uitgebouwd dan men aanvankelijk voor mogelijk hield”, aldus Bruce Riedel die zich binnen de CIA tot voor kort bezighield met Iran.
Het Witte Huis weigerde dinsdag commentaar op het bericht van ABC-News. Wel werd bekend dat plaatsvervangend nationaal veiligheidsadviseur Elliott Abrams voor het Witte Huis de contacten onderhoudt met de CIA voor deze operatie. Abrams kwam in 1991 in problemen, toen bleek dat hij het parlement informatie had onthouden over de zogeheten Iran-Contra-affaire (ter destabilisering van het linkse regime in Nicaragua).
Abrams werd veroordeeld maar kreeg in 1992 gratie van president George H. W. Bush (senior). In 2001 haalde toenmalig nationaal veiligheidsadviseur Condoleezza Rice Abrams weer naar het Witte Huis als medewerker van de nationale veiligheidsraad. Toen president Bush (junior) Rice na de verkiezingen van 2004 tot minister van Buitenlandse Zaken benoemde, werd zij opgevolgd door haar plaatsvervanger Stephen Hadley. Deze benoemde vervolgens Abrams tot zijn plaatsvervanger „voor internationale democratische ontwikkelingen.”