Helft sociale werkplaats kan ‘gewoon’ werk doen
DEN HAAG (ANP) - Meer dan de helft van de werknemers van sociale werkplaatsen kan volgens het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) aangepast werk doen bij een ’gewone’ werkgever. Maar het lukt nauwelijks om hen aan een begeleide werkplek te helpen op de reguliere arbeidsmarkt.
Nu werkt 80 procent van de 100.000 werknemers met een lichamelijke of verstandelijke handicap op een beschermde werkplek, terwijl de wachtlijsten voor zo’n plaats blijven groeien.Daarom heeft het kabinet woensdag op voorstel van staatssecretaris Aboutaleb (Sociale Zaken) besloten verder te gaan met de hervorming die staatssecretaris Van Hoof heeft ingezet.
Voor de zomer wil Aboutaleb een wijzigingsvoorstel indienen voor de Wet sociale werkvoorziening (WSW), waardoor gemeenten worden gestimuleerd meer begeleide werkplekken te vinden voor de gehandicapten bij gewone werkgevers. Ondertussen moeten mensen die nu op de wachtlijst staan niet stilzitten, volgens de staatssecretaris. Hij wil dat ze begeleid worden om hun vaardigheden en capaciteiten op peil te houden.
Begin dit jaar stonden volgens brancheorganisatie van sociale werkplaatsen Cedris circa 18.000 mensen op de wachtlijst van de WSW. Ongeveer anderhalf jaar geleden waren dat er nog ruim 15.000.
Voorzitter Biesheuvel van Cedris zegt gezien de groeiende wachtlijst de ambitie van het kabinet ook te onderschrijven. Maar de conclusie dat meer dan de helft van de huidige WSW’ers aan de slag kan op een aangepaste plek bij een gewone werkgever, noemt hij „te kort door te bocht.”
Biesheuvel spreekt van een „indicatie” van het voormalige Arbeidsbureau CWI dat werkzoekenden voor de sociale werkplaats beoordeelt. „In de praktijk moet nog wel blijken of deze mensen dat ook daadwerkelijk kunnen. Bovendien moeten werkgevers ook nog bereid zijn om die aangepaste werkplekken aan te bieden.” Vaak vinden werkgevers het volgens hem nog te risicovol om de gehandicapten in dienst te nemen, ondanks alle financiële voordelen die ze van de overheid kunnen krijgen.