Buitenland

Wel naar school, maar zonder iets te leren

BRUSSEL - In de hele wereld gaan steeds meer jongens en meisjes naar school, maar de kwaliteit van het onderwijs laat soms de wensen over. In landen als Malawi of Namibië haalt de helft van de kinderen in het laatste jaar van de lagere school een onvoldoende op een eenvoudige leestekst.

Mattias Creffier (IPS)
15 May 2007 10:54Gewijzigd op 14 November 2020 04:46

De Wereldbank en het IMF halen enkele ontnuchterende cijfers aan in hun jaarlijkse rapport over de vooruitgang -of het gebrek daaraan- die de wereld heeft geboekt om de Millenniumdoelen van de Verenigde Naties te realiseren. Behalve de halvering van de armoede tegen 2015 is een van die Millenniumdoelen dat tegen die tijd ook alle kinderen naar de lagere school moeten kunnen gaan.Uit onderzoek in India bleek dat 68 procent van de leerlingen moeite had om een eenvoudige alinea op het niveau van het tweede leerjaar te lezen en dat 54 procent moeite had met een simpele wiskundeoefening. In Kameroen kon 80 procent van de leerlingen van het derde jaar geen enkel woord ontcijferen in een leestekst bestemd voor de eerstejaars.

Kwaliteitsproblemen doen zich ook voor in de gezondheidszorg. Uit een steekproef in Tanzania bleek 67 procent van de dokters een foute behandeling voor te schrijven voor tuberculose. De dokters namen gemiddeld ook maar een kwart van de essentiële maatregelen voor de behandeling van malaria.

„De oorzaken voor de problemen in het onderwijs verschillen van land tot land”, zei coauteur Barbara Burns van de Wereldbank eind vorige week bij de presentatie van het rapport in Brussel. „De onderwijzers zijn slecht opgeleid of niet gemotiveerd, ze komen maar een paar uur per dag opdagen en moeten het redden zonder boeken of lesmateriaal. De kinderen moeten soms thuisblijven om hun ouders te helpen.”

Toch is het niet zo dat de kwaliteit ten koste is gegaan van de inspanning die ontwikkelingslanden hebben geleverd om onderwijs voor iedereen toegankelijk te maken. Meestal is het zo dat landen waar veel kinderen naar school gaan ook een beter onderwijs leveren.

Stap
Om een beter zicht te krijgen op het probleem moeten de criteria voor het Millenniumdoel inzake onderwijs, dat alleen meet hoeveel kinderen worden in het basisonderwijs worden ingeschreven, worden uitgebreid. Het rapport pleit ervoor om een internationale standaard te creëren die duidelijk maakt van wat kinderen op het einde van de lagere school verwacht kan worden. „Dat is een noodzakelijke eerste stap”, zei Burns

In de PISA-studie die de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) uitvoerde bij vijftienjarigen, lieten de zeven ontwikkelingslanden die aan het onderzoek deelnamen een score optekenen die ver onder die van de rijke landen lag.

De thematische klemtoon van het rapport ligt dit jaar op wat in het jargon gender heet: gelijke kansen voor mannen en vrouwen. Ook hier stelt de Wereldbank voor om nieuwe criteria in te voeren om de vooruitgang en de ongelijkheden in kaart te brengen.

Door bijvoorbeeld het cijfer voor kindersterfte onder de vijf jaar op te splitsen in jongens en meisjes, kwam aan het licht dat in Zuid-Azië verhoudingsgewijs meer jonge meisjes sterven dan jongens. Dat cijfer wijst erop dat meisjes slechter worden gevoed en verzorgd dan jongens, omdat ze puur biologisch gezien een grotere overlevingskans hebben.

Hinken
De grote lijnen in de evolutie van de acht Millenniumdoelen zijn in het afgelopen jaar niet veranderd. De wereld lijkt goed op weg het eerste doel, de halvering van de armoede tegen 2015, te halen. Oost-Azië heeft het doel al bereikt, de andere regio’s zijn goed op weg, alleen Afrika loopt achterop. Het relatieve aantal armen gaat er achteruit, maar door de bevolkingsgroei blijft hun aandeel in absolute cijfers constant, ondanks de stabiele economische groei van de laatste jaren.

Minder rooskleurig is de evolutie voor de doelstellingen inzake menselijke ontwikkeling: gezondheid, moedersterfte en kindersterfte. Geen enkele regio lijkt op weg om tegen 2015 de kindersterfte met twee derde te verminderen. Zuid-Azië en zwart Afrika lijken als regio geen enkele doelstellingen te zullen halen.

Op het niveau van de individuele landen zijn er hier en daar ook succesverhalen: Mozambique, Benin, Niger, Madagaskar en Rwanda hebben de toegang tot basisonderwijs tussen 2000 en 2005 in de laatste vijf jaar met meer dan 10 procent verhoogd. Eritrea is erin geslaagd de kindersterfte tussen 1990 en 2005 te halveren, ondanks een gemiddeld jaarinkomen van slechts 190 dollar per persoon (140 euro).

„Het ziet ernaar uit dat de extreme armoede meer en meer geconcentreerd raakt in heel zwakke landen”, zo besluit het rapport. Het gaat daarbij om een 35-tal kwetsbare landen waar de overheid, vaak als gevolg van oorlog, haar burgers geen veiligheid of publieke dienstverlening kan geven. In die staten woont 27 procent van de mensen die moeten rondkomen met minder dan een dollar per dag. Een derde van alle kinderen in de wereld die hun vijfde levensjaar niet halen, sterft in die landen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer