Uit verscheidene landen die voorheen het federale Joegoslavië vormden kwamen vrijdag nabestaanden en vrienden naar Sarajevo, de stad die vanuit de omliggende bergen maandenlang belegerd werd door de Bosnisch-Servische strijdkrachten.

Bij de strijd in Bosnië kwamen tussen 1991 en 1995 ongeveer 200.000 mensen om het leven. Nog altijd worden er ongeveer 20.000 Bosniërs vermist. Vermoedelijk is een groot deel van de vermisten begraven in massagraven die verspreid door het hele land worden aangetroffen. Sinds het einde van de oorlog zijn in Bosnië 250 massagraven ontdekt, met daarin de lichamen van ongeveer 14.500 mensen. Hulpverleners zeggen dat de lichamen van veel van de vermisten nooit meer zullen worden gevonden.

Terwijl in Sarajevo de vermisten herdacht werden, werden ondertussen 70 kilometer verderop bij het dorp Kamenica de lichamen van 170 doden uit het laatst aangetroffen massagraf geborgen.

Amnesty International riep 30 augustus twee jaar geleden uit tot Internationale Dag van de Verdwenenen.