Politie Gelderland–Midden had zorgvuldiger moeten zijn
DEN HAAG/ARNHEM (ANP) – Bij de regiopolitie Gelderland–Midden zijn geen werknemers gediscrimineerd. Maar de korpsleiding had wel zorgvuldiger en duidelijker moeten handelen, om elke schijn van willekeur en twijfel over gelijke behandeling te voorkomen.
Dat schrijft de Nationale ombudsman in een dinsdag gepresenteerd verslag van een onderzoek, dat een jaar geleden is ingesteld na klachten over discriminatie van twee Marokkaanse inspecteurs en een Turkse tolk. Ook de Commissie Gelijke Behandeling, die de ombudsman bij het onderzoek betrok, heeft geen aanwijzingen voor discriminatie gevonden.Voormalig inspecteur El Rahmani, die nu majoor bij de marechaussee is, is het slachtoffer geworden van animositeit tussen leidinggevenden. Hem zijn promoties in het vooruitzicht gesteld, die niet werden gehonoreerd. Een districtschef werd weggepromoveerd en de indruk bestaat dat zijn protegé Rahmani „ook eens even op zijn plaats moest worden gezet", aldus de ombudsman. Hij is niet behoorlijk behandeld.
Korpsbeheerder Pauline Krikke heeft de Marokkaanse inspecteur vorig jaar al excuses aangeboden voor de gang van zaken, maar de raadsman van Rahmani zei dinsdag dat de majoor een schadevergoeding gaat eisen.
Krikke bood ook Moshine Semlali excuses aan voor ongepaste opmerkingen die tegen hem zijn gemaakt. Volgens de ombudsman waren die uitingen niet racistisch of discriminerend, maar wel onbehoorlijk. Bovendien had de korpsleiding hem duidelijker uit moeten leggen waarom hij nog niet in aanmerking kwam voor een promotie op het moment dat hij zichzelf daar wel geschikt voor achtte. In de zaak van de Turkse tolk is grotendeels wel zorgvuldig gehandeld, aldus de ombudsman.
Krikke en tijdelijk korpschef Jelle Kuiper zijn blij met het rapport. Kuiper erkent dat het Arnhemse korps meer moet doen om allochtone agenten aan te trekken en te behouden, een probleem dat voor de hele Nederlandse politie volgens de ombudsman geldt. Andere geadviseerde maatregelen, zoals een klachtenregeling en helder personeelsbeleid zijn al in gang gezet. Krikke en Kuiper hopen dat het korps nu weer alle aandacht kan richten op de echte taak, namelijk de veiligheid op straat.