Minister beschermt Hoeksche Waard
’s-GRAVENDEEL - Het bedrijventerrein in de Hoeksche Waard onder Rotterdam mag hoogstwaarschijnlijk veel minder fors uitbreiden dan tot nog toe gepland. Minister Cramer (VROM) heeft „gerede twijfel” over de noodzaak om nog eens 120 hectare van het Nationaal Landschap op te offeren voor bedrijvigheid.
Dat zei de bewindsvrouw donderdag tijdens een werkbezoek aan Rotterdam en omgeving. De minister gaat nog overleg voeren met haar collega Van der Hoeven van Economische Zaken. Cramer wil nog geen definitieve streep halen door de grootschalige uitbreidingsplannen, maar tegelijkertijd lijkt de kans nihil dat ze haar mening nog herziet.Een woordvoerder van de minister zei dat Cramer „verrommeling wil tegengaan” en dat ze „helemaal niet overtuigd is van nut en noodzaak” van een bedrijventerrein met landelijke uitstraling op deze plek.
De provincie Zuid-Holland was lange tijd een van de pleitbezorgers van forse uitbreiding van het bedrijventerrein in de polder. In het vorige maand gepresenteerde collegeakkoord van PvdA, VVD, CDA en ChristenUnie/SGP werd op initiatief van CU/SGP een bepaling opgenomen dat er voorlopig geen besluit zou worden genomen over een bedrijventerrein in de Hoeksche Waard.
Het terrein in de Hoeksche Waard mag waarschijnlijk slechts met 60 hectare worden uitgebreid. Minister Cramer is meer gecharmeerd van een andere manier om te voldoen aan de behoefte aan ruimte voor bedrijven in de regio. Ze bracht eerder op de dag een bezoek aan de haven van Rotterdam. Daar is volgens haar nog wel plek voor nieuwe bedrijvigheid.
GroenLinks reageerde zeer verheugd op de uitlatingen van Cramer, die haaks staan op de plannen van het vorige kabinet. De partij voert al jaren actie tegen uitbreiding van het bedrijventerrein. „Het is van groot belang dat de Hoeksche Waard groen blijft. Het is uniek Nederlands landschap en kan de inwoners van de overvolle Rijnmondregio letterlijk en figuurlijk lucht geven”, aldus het Tweede Kamerlid Duyvendak van GroenLinks.
Duyvendak hoopt dat Cramer doorpakt en het plan definitief naar de prullenmand verwijst. De parlementariër pleit ervoor de hele Hoeksche Waard aan te wijzen als Nationaal Landschap.
De mogelijke vestiging van een bovenregionaal bedrijventerrein in de Hoeksche Waard is een project van lange adem en houdt de (politieke) gemoederen al sinds 1999 bezig. De omvang van het geplande terrein is in de loop der jaren al fors afgenomen. Waar het kabinet in eerste instantie nog een grootte van 300 hectare voorstelde, werd het in 2001 onder druk van de Kamer al 200 hectare. In juni 2004 kwamen het provinciebestuur van Zuid-Holland en de zes gemeenten in de Hoeksche Waard overeen dat het gebied een industrieterrein ter grootte van 180 hectare zou krijgen.
Maatschappelijke organisaties binnen en buiten de Hoeksche Waard uitten in juli vorig jaar stevige kritiek op het zogeheten Buckrapport, waarin onderzoekers beargumenteren dat de aanleg van een bedrijventerrein van 180 hectare netto nodig is. De organisaties hebben een contra-expertise laten uitvoeren door het onderzoeksbureau Stogo. Dat concludeert dat er op basis van het Buckrapport geen besluit kan worden genomen over een nieuw bedrijventerrein in de Hoeksche Waard.
De nieuwe Tweede Kamer nam eind vorig jaar een motie van GroenLinks aan om de realisatie van een grootschalig bedrijventerrein tegen te houden. PvdA, SP, ChristenUnie, D66, Partij voor de Dieren en SGP steunden de motie.