Rust aan zee, stress in de klas
„Ik denk dat ik weinig last heb van stress en daarom een nieuwe baan als locatiemanager heb gekregen”, lacht Paula Vandeloo (49) van verpleeghuis Akropolis van Humanitas in Rotterdam.
Tot voor kort was ze afdelingshoofd. In beide functies heeft ze veel met personeelsbeleid te maken. „Ik houd me nu bezig met beëindiging en uitbreiding van contracten, begeleid iemand met een traumatische ervaring, doe de roosterplanning, werk nieuwe collega’s in. Overdag schakel ik veel over van de een naar de ander, dat kan een stressfactor zijn. Medewerkers doen de hele dag een appel op je en verwachten dat je klaarstaat. Dat wil ik ook. Een zeker interne druk levert dat wel op; maar het gaat meer om hoe je die beleeft en ik denk dat ik ertegen kan. Mijn agenda staat heel ruim open. Met als gevolg dat ik aan het eind van de dag soms het rooster niet af heb of niet klaar ben met mijn administratie. Dan werk ik een uurtje langer door; mijn privésituatie biedt die ruimte. Wat helpt om stress in de hand te houden zijn een goede planning en tijdmanagement. Belangrijk zijn ook een goed roostersysteem en een efficiënt, geautomatiseerd administratiesysteem - en die hebben we hier.”Arie Coster (37) werkt inmiddels vier jaar als docent praktijkonderwijs aan de Jacobus Fruytierscholengemeenschap in Apeldoorn. „De werkdruk is hoog. Ik ben van acht tot halfvijf op school. Na afloop van de lessen overleg ik met collega’s, pleeg telefoontjes en vul formulieren in. ’s Avonds besteed ik gemiddeld een uur aan lesvoorbereiding. Een stressverhogende factor in mijn werk is dat je van ’s morgens halfnegen tot ’s middags drie uur continu aan de bak bent. Vergelijk het met een lange autorit naar Duitsland waarbij je continu 180 kilometer per uur rijdt. Zo’n trip vraagt uiterste concentratie.” Niet alleen het lesgeven, ook de door de overheid gewenste veranderingen vergen veel, merkt Coster. „De vernieuwingsdrang zorgt voor onrust. Daarbij ontbreken tijd en rust om die vernieuwing vorm te geven. Een oplossing kan zijn dat collega’s hiervoor tijdelijk worden vrijgemaakt.” Per 1 juli begint Coster als jobcoach arbeidsgehandicapten bij Nohe-Overstap. Genoemde werkdruk en het „geregeerd worden door de schoolbel” vormen mede aanleiding voor de verandering. „Het mooie van het onderwijs is het werken met jongeren. Dat kan ik in mijn nieuwe werk blijven doen.”
„Om u de waarheid te zeggen, ik ben nu even heel druk.” Huib van standpaviljoen The Sunset op Ameland heeft even geen tijd voor vragen over werkdruk. „We zitten tot in onze nek in de stress”, zegt Rinus van strandpaviljoen West aan Zee op Terschelling. Zijn collega’s van Midsland aan Zee nemen de telefoon zelfs niet op. Het is tenslotte een prachtige zomerdag en vakantiegangers willen koffie. Femke (27), serveerster bij het Heartbreak Hotel in Oosterend, maakt tijd - terwijl het paviljoen bijna opengaat en de mensen al voor de deur staan. „We zijn bezig alles aan kant te maken, we spoelen de glazen, we maken alles klaar om de stress straks op te vangen”, zegt ze tegen 10.00 uur vanmorgen. „Eigenlijk mag niets een stressfactor zijn. Mensen zijn hier op vakantie! Als grote groepen tegelijk gaan bestellen, is het wel heftig, ja. Dan liggen er overal bonnen, in de keuken, achter de kassa. Of als het fout gaat met de nummering van de tafels, dat werkt ook niet rustgevend. Als iemand gestrest rondloopt, proberen wij de stress weg te nemen. De werkdruk valt mee hier. Het kan ook niet anders, met uitzicht op 15 meter strand aan de ene kant en 15 meter strand aan de andere kant.” Terzijde, tot een collega: „Hijs jij de vlag?”
Taxichauffeur Willem Kwarten rijdt dagelijks zo’n acht uur per dag door de straten van Zwolle. Hij kent weinig stress. „Dat heeft te maken met mijn 28 jaar ervaring.” Iedere dag begint voor hem om zes uur ’s ochtends en eindigt omstreeks drieën ’s middags. Lastige klanten kunnen wel voor spanning zorgen, erkent de 52-jarige Kwarten. Hij volgt dan een eigen aanpak. „Ik maak ze door mijn opmerkingen nog sterker dan ze al zijn. Je kunt er wel tegen ingaan, maar dan wordt het probleem alleen maar groter. Ze zijn vaak dronken, dus niet voor rede vatbaar.” Dronken passagiers melden zich vooral ’s nachts, een moment dat Kwarten nooit door de binnenstad rijdt. „Veertien jaar geleden ben ik gestopt met nachtdiensten.”
De werknemer van AA-taxi houdt van zijn werk. „Je hebt veel vrijheid. Ik moet er niet aan denken om iedere dag aan de lopende band te staan. Dat zou ik niet volhouden.” Kwarten mag dan wel geen stress kennen, haast is hem niet vreemd. „Duurt dit gesprek nog lang? Klanten bellen ook naar dit nummer, dus de lijn mag niet zolang bezet blijven.”