Regels aanbesteding omzeild via octrooi
Bij de aanleg van de verbinding tussen de A10 en de IJ-boulevard heeft Rijkswaterstaat de Europese aanbestedingsregels omzeild door een truc met het octrooirecht. Volgens Brussel behoort zo’n groot project openbaar te worden aanbesteed. Rijkswaterstaat deed dit echter niet, omdat er specialistische werkzaamheden verricht moesten worden. De bouwcombinatie KWS, Vermeer en Advin had daarvoor een octrooi.
Op die manier is het octrooirecht misbruikt om regels, gericht op vrije concurrentie, te ontduiken, zo stelde R. van der Zande donderdag voor de enquêtecommissie bouwnijverheid. Van der Zande, medewerker contractzaken bij Rijkswaterstaat in Noord-Holland, hield tien jaar lang bij welke onregelmatigheden hij in zijn werkkring bij collega’s en superieuren tegenkwam.
Van der Zande ontkende niet dat KWS, Vermeer en Advin werkelijk een octrooi hadden, waardoor alleen zij ingewikkeld werk op een drassige bodem aankonden. Maar het zou volgens hem heel goed mogelijk zijn geweest de verbinding tussen de A10 en de IJ-boulevard op te delen in enkele kleinere werken, zodat ook andere aannemers mee konden dingen. Nu werd het grote project, een opdracht van 92 miljoen gulden, meteen gegund aan KWS, Vermeer en Advin.
De gang van zaken is des te opmerkelijker omdat in Noord-Holland precies dezelfde aannemerscombinatie heel vaak als goedkoopste uit de bus kwam bij het inschrijven op grote infrastructurele werken. Daarbij kwam het regelmatig voor dat de bouwcombinatie gedurende de werkzaamheden op grote hoeveelheden ”meerwerk” stuitte: werkzaamheden die in het oorspronkelijke bestek niet voorzien waren. De combinatie mocht dit meerwerk bijna altijd uitvoeren. Het is één keer voorgekomen dat het meerwerk zelfs duurder was dan de opdracht zelf.
Van der Zande repte verder van nauwe banden tussen aannemers en directeuren van Rijkswaterstaat. „Als ik eens een enkele keer op een opleveringsfeestje kwam, merkte ik dat de vrouwen van de aannemers en de directeuren elkaar allemaal goed kenden. Dat was een heel ’close’ sfeertje. Ik voelde me daar niet prettig bij.”
Toen Van der Zande, voetballiefhebber, in 1995 in Wenen de Europacup-finale tussen Ajax en AC Milaan bijwoonde, kwam hij daar tot zijn verrassing een collega tegen die zich in gezelschap van enkele aannemers bevond. „De man kreeg een kleur en probeerde nog weg te duiken. Maar ik had hem al gezien. Hij groette me snel en zei verder niets.”
Het ministerie van Verkeer heeft tegen de betrokken hoge ambtenaar inmiddels aangifte gedaan.
Van der Zande gaf aan zijn waarnemingen van waarschijnlijke corruptie meerdere malen aan collega’s en superieuren te hebben gemeld. Maar men leek die voor kennisgeving aan te nemen. „Je hoorde er nooit meer iets over.”
Vorige week stelde oud-aannemer Swart voor de commissie-Vos dat Rijkswaterstaat Noord-Holland in de jaren waar hij over sprak, de tijd vóór 1991, „zo lek was als een mandje.” Aannemers konden daar gemakkelijk achter de ramingen van projecten komen. Van der Zande gaf donderdag toe dat hij en zijn collega’s pas sinds enkele weken hun spullen afsluiten bij het verlaten van het kantoor. „Voorheen had elke schoonmaker toegang tot deze informatie.”